Odulphuskerk heeft een knik in de toren
De Odulphuskerk in Meliskerke is de enige kerk op Walcheren met een scheve toren. De toren staat zestig centimeter uit het lood. Al zo lang als deze bestaat.
Het verhaal gaat dat toen de aannemer halverwege de bouw ontdekte dat de toren scheef stond, hij naar boven is geklauterd en van de toren is gesprongen, vertelt ouderling en tweede kerkenraadsvoorzitter Adrie van Sluijs van de protestantse gemeente Meliskerke.
In Meliskerke zitten ze er niet zo mee dat hun kerktoren scheef staat, of liever gezegd: dat er een knik in zit. Want nadat het euvel tijdens de bouw was ontdekt, is vervolgens de rest van de kerktoren wel weer recht omhoog gebouwd. Voor zover bekend is hij nooit verzakt.
Baksteen
Het middeleeuwse kerkje in het hart van Meliskerke verrees tussen 1350 en 1400. Het bakstenen bedehuis heeft sinds 2012 een moderne aanbouw die de vorm heeft van twee spitsbogen. De uitbreiding bevindt zich op de plek waar ooit het koor was. Dat was in de loop der eeuwen verdwenen. „Het koor was zelfs groter dan de huidige aanbouw”, vertelt Van Sluijs. „De spitsboog die de toegang vormde tot het koor is na de sloop van het koor dichtgemetseld. Toen de aanbouw er kwam, is het koor weer opengemaakt. Nu vormt dat de scheiding tussen kerkzaal en aanbouw. Met haar spitsbogige contouren sluit de nieuwe vleugel qua vorm dus mooi aan bij de middeleeuwse puntboog.”
De uitbreiding van het historische kerkje was nodig. De hervormde gemeente en de gereformeerde kerk in Meliskerke/Biggekerke waren samengegaan. Voor deze relatief kleine nieuwe kerkgemeenschap werd het echter te duur om in Meliskerke twee kerken te onderhouden. De uit 1962 daterende gereformeerde Ichtuskerk werd verkocht en is uiteindelijk afgebroken.
Door de fusie waren er wel meer zitplaatsen nodig in de Odulphuskerk, zeker op hoogtijdagen. Vandaar de uitbreiding, die werd ontworpen door architectenbureau De Steunbeer. Het orgel uit de gesloopte gereformeerde kerk staat nu in de Odulphuskerk. Door de vergroting van het gebouw was het bestaande Weidtman-orgel te klein. Dat orgel behield wel een plaatsje in de zijbeuk en is in gebruik als koororgel. Van Sluijs: „Van zo’n Weidtman-orgel zijn er maar twee in Nederland.” Ook de kanselbijbel uit de voormalige gereformeerde kerk kreeg een plek in de Odulphuskerk.
Lichtblauw gewelf
De kerk is licht en sfeerrijk, met een lichtblauw houten gewelf. Een fraai beschilderd matglazen kruis licht helder op in de wand boven de nieuwe ingang. De eeuwenoude preekstoel en de herenbank voor de notabelen zijn met fraai houtsnijwerk afgewerkt. De bank voor de aanzienlijken van het dorp stond vroeger naast de preekstoel, nu staat die achterin de kerk, in de zijbeuk. „Hij zit minder comfortabel dan de stoelen”, weet Van Sluijs.
De nieuwe vleugel –met een royale keuken– wordt gebruikt voor recepties, vergaderingen en andere bijeenkomsten, zegt Van Sluijs. „Maar op zondag mag deze uitsluitend worden gebruikt voor kerkelijke activiteiten. Als er een kerkdienst wordt gehouden waarvoor veel belangstelling is, wordt de aanbouw, die gewoonlijk afgescheiden is van de kerk, eenvoudig bij de liturgische ruimte getrokken. In totaal is er dan plaats voor 260 kerkgangers.”
Tijdens de verbouwing is ook de vloer vernieuwd. De kerkzaal kreeg zwartgrijze tegels. De vloer was eerst van hout met in het midden een gangpad van oude tegels. Die tegels zijn verwijderd, maar gingen niet verloren. In het voorste gedeelte van de kerk, met de preekstoel en de avondmaalstafel, dienen ze nu tot vloer. De rest van de ruimte kreeg nieuwe plavuizen, met vloerverwarming.
„We moeten de lofzang gaande houden”
De Odulphuskerk in Meliskerke is vernoemd naar Odulphus, een benedictijn en missionaris uit het einde van de achtste en het begin van de negende eeuw. Odulphus kreeg naam als „apostel der Friezen.”
Elke zondag wordt in deze historische kerk een dienst gehouden, onder leiding van ds. N. Vlaming. Dan zijn er ongeveer 120 bezoekers. „Net als in de rest van het land neemt ook bij ons het kerkbezoek af. Vooral de jeugd komt weinig”, vertelt ouderling Adrie van Sluijs van de plaatselijke protestantse gemeente. „Nu de mensen ons minder opzoeken, zoeken wij de mensen vaker op. Bijvoorbeeld door op braderieën te laten zien dat we er zijn. Niet om te preken, maar om de mensen te laten weten dat de kerk een boodschap heeft. We moeten de lofzang gaande houden.”