Kraamverzorgster Mientje van Veldhuizen werkt met plezier ondanks drukte
Ze merkt dat de werkdruk is toegenomen de laatste jaren, maar voor Mientje van Veldhuizen (56) uit Woudenberg blijft de kraamzorg een mooi beroep. „Soms heb ik na een dag alweer het volgende adres.”
De kraamverzorgster heeft inmiddels honderden geboortekaartjes in haar bezit, van alle baby’s die ze door de jaren heen heeft verzorgd. „Ik moet ze nog eens een keer tellen, daar kom ik door drukte steeds niet aan toe. Maar het zijn er ongeveer tussen de achthonderd en duizend.”
Van Veldhuizen werkt al sinds 1981 in de kraamzorg, als zzp’er bij de Stichting Hulpverlening in de Zorg (SHG). Gemiddeld werkt ze bij twee of drie gezinnen per maand als kraamverzorgster. Daarnaast voert ze intakegesprekken in de regio Woudenberg.
Woensdag kwam de Nederlandse Beroepsvereniging voor Kraamverzorgenden naar buiten met het nieuws dat kraamverzorgenden in Nederland last hebben van een hoge werkdruk. Als gevolg daarvan komt de zorg voor moeders en baby’s in de knel, zo waarschuwde de vereniging. Voor Van Veldhuizen is het geen nieuws dat de werkdruk hoog is. „Ik merk dat het de laatste jaren drukker is. Het lijkt ook wel of er meer baby’s geboren worden.” Normaal zorgen kraamverzorgsters acht dagen voor een gezin. Daarna horen ze drie tot vier dagen vrij te hebben. „Maar soms heb je na één dag alweer het volgende adres.” Ze staat er nuchter in. „In de kraamzorg is het altijd wel wisselend geweest. Soms zitten er maanden tussen met zestig inschrijvingen en beginnen vrouwen allemaal op hetzelfde moment te bevallen. Dan is het spannend om de planning goed rond te krijgen.”
Balans
Bovendien helpt het personeelstekort in de zorg niet mee. „Alle zorgorganisaties hebben hier last van, niet alleen de kraamzorg. Natuurlijk komen er bij ons nieuwe collega’s bij, maar het zijn allemaal vrouwen. Die gaan op een gegeven moment trouwen en krijgen kinderen.” Lachend: „Dan zorgen ze weer voor extra werk.”
Van Veldhuizen vindt het moeilijk om nee te zeggen tegen nieuwe aanvragen. „Ik denk geregeld: nu neem ik een paar dagen vrij, maar omdat ik het werk zo leuk vind, ga ik toch weer op een aanvraag in. Iets dat je leuk vindt, is niet snel teveel. Al is het wel belangrijk om op tijd grenzen aan te geven. Ik wil mijn sociale leven ook niet verwaarlozen.”
Wat helpt voor een goede balans tussen werk en privé? Af en toe er even tussenuit, zo tipt de kraamverzorgster. „Ik was dit weekend in Zeeland, toen werd ik ’s nachts gebeld met de vraag of ik een bevalling kon doen. Maar dat kon niet, ik was niet in de buurt. Dan is het gemakkelijker om nee te zeggen, want je hebt een duidelijke reden. Het is een goede bescherming voor jezelf.”
Nieuwe generatie
Ook met haar lange staat van dienst blijft ze het werk spannend vinden. „Ieder gezin is weer anders. Je weet nooit waar je terecht komt. Een vrouw die voor het eerst moeder wordt, heeft veel steun en begeleiding nodig. Een moeder die voor de achtste keer een kind krijgt, heeft er meer aan wanneer je als kraamverzorgster de gezinssituatie goed stuurt. Dan ben je vooral bezig met dingen regelen en de was doen, de moeder redt zich vaak wel met haar ervaring. Het blijft een kwestie van goed luisteren en inschatten wat een gezin nodig heeft op dat moment.”
Na ruim 35 jaar werkervaring komt het weleens voor dat ze bij een gezin als kraamverzorgster aan de slag gaat waarvan ze de man of vrouw nog als baby heeft verzorgd. „Dan hoor ik: „Mijn moeder had een kraamverzorgster met dezelfde achternaam!” Klopt, zeg ik dan, dat was ik. Mooi om dat mee te maken, een nieuwe generatie die zelf kinderen krijgt.”
Van Veldhuizen wil voorlopig nog niet stoppen met haar werk. „Vroeger dacht ik: als ik ouder word, is het werk vast niet zo leuk meer, maar daar denk ik nu heel anders over. Juist door je ervaring kun je beter inspelen op bepaalde situaties. Sommige dingen zie je iets eerder.”
Bovendien heeft ze nog steeds veel plezier in haar werk. „Bij mijn laatste gezin werd ik oma genoemd door een meisje van twee jaar. Toen zei ik tegen mijn vriendinnen: ik heb er weer een kleinkind bij. Terwijl ik helemaal niet getrouwd ben. Het blijft bijzonder leuk om te helpen in een gezin.”