Meer geld voor juf en meester, toch acties
Er is een akkoord over een nieuwe cao in het basisonderwijs. Vakbonden en de werkgeversorganisatie PO-Raad bereikten het onderhandelaarsakkoord woensdag. Het salaris van een basisschoolleerkracht stijgt volgens een tevreden minister Arie Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs) in totaal gemiddeld 8,5 procent, wat neerkomt op 3100 euro bruto per jaar. Toch blijven volgens de Algemene Onderwijsbond (AOb) acties nodig, omdat de loonkloof met het voortgezet onderwijs nog niet is gedicht.
Onderdeel van het akkoord is loonsverhoging van 2,5 procent voor alle medewerkers, die per 1 september ingaat. Daarnaast krijgen zij een nabetaling van 750 euro. Leerkrachten krijgen volgens de AOb een behoorlijke salarisverhoging omdat de laagste salarisschaal verdwijnt en iedere leerkracht één schaal omhoog gaat. De nieuwe salarisschalen gelden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari.
Slob is blij met het akkoord. Het Rijk stelde eerder 270 miljoen euro beschikbaar voor betere salarissen. Het akkoord wordt de komende weken voorgelegd aan de achterban van de bonden.
AOb-onderhandelaar Eugenie Stolk ziet de cao met een looptijd tot 1 maart 2019 als een tussenresultaat. „Als we het vak van leraar basisonderwijs aantrekkelijk willen houden en grote lerarentekorten willen voorkomen, moeten we leraren in het basis- en voortgezet onderwijs hetzelfde gaan betalen. Er is 600 miljoen euro van het kabinet nodig om dat voor elkaar te krijgen.”
De estafettestaking gaat dus gewoon door, aldus de AOb, dat hierbij rekent op de samenwerking in het onderwijsveld. Op 12 september is de volgende staking, in Zeeland en Zuid-Holland.
Ondertussen geeft Slob aan dat het werk nog niet klaar is: „We hebben elkaar de komende tijd nog hard nodig om het onderwijs te verbeteren.”