Verzwegen relatie ‘spijt’ GroenLinks-Kamerlid
GroenLinkser Rik Grashoff is diep door het stof gegaan bij zijn gedwongen afscheid van de Tweede Kamer. De „grote fouten” die hij heeft gemaakt bij de liefdesrelatie die hij aanknoopte met partijvoorzitter Marjolein Meijer „spijten mij heel erg”, aldus Grashoff. Die hebben „het vertrouwen van de partij en de fractie geschaad”. Grashoff zei dinsdagochtend de knoop te hebben doorgehakt over zijn vertrek.
„De consequentie kan nu alleen maar zijn dat ik mijn functie neerleg”, schrijft Grashoff in zijn afscheidsbrief, die Kamervoorzitter Khadija Arib in de Kamer voorlas. De zichtbaar aangedane Grashoff vertrekt „met pijn in het hart, maar ik kan mezelf recht in de spiegel aankijken”. Het Kamerlid vindt houvast in „de constante in dit alles, mijn partner met wie ik al 22 jaar samen ben”. Grashoff noch GroenLinks wil uitleggen wat hij daarmee bedoelt.
Meijer en Grashoff bekenden vorige week dat ze sinds april vorig jaar een relatie hebben. Dinsdag bleek dat de relatie al sinds november 2016 aan de gang is. Door het uitkomen van de leugens van Meijer en Grashoff kwam het tot een vertrouwensbreuk met de partijtop, waarop het tweetal besloot op te stappen.
Marjolein Meijer wordt als partijvoorzitter tijdelijk vervangen door Jeroen Postma. Postma is raadslid in Rotterdam en zit sinds 2016 in het partijbestuur. Hij was daarin vicevoorzitter. Op een congres begin volgend jaar wordt een nieuw partijbestuur gekozen.
Laura Bromet volgt Grashoff op als Kamerlid. Zij is onder meer wethouder in Waterland geweest. Bromet zou al in de Kamer komen, als opvolger van een andere vertrekkende oudgediende, Liesbeth van Tongeren. Die neemt volgende week afscheid en wordt van vervangen door onderwijsspecialist Wim-Jan Renkema.
Veteraan Linda Voortman verliet onlangs ook al de fractie om wethouder te worden. De Tweede Kamerfractie van GroenLinks telt veertien mensen, onder wie nu haast louter betrekkelijke nieuwkomers.
Grashoff doet een beroep op het wachtgeld waar vertrokken Kamerleden recht op hebben, ook al wijt hij zijn vertrek aan eigen fouten. Hij moet „wel ergens van leven” maar wil dat „zo kort mogelijk” op wachtgeld doen.