Binnenland

„Beunhazen bederven het nogal eens voor professionele dronepiloten”

De drone is in opmars. Het op afstand bestuurbare luchtvaartuigje zoemt op tal van plekken rond. Menig dronepiloot voelt de regelgeving knellen. En op de grond zijn ze niet altijd blij met camera’s die over de schutting gluren.

2 June 2018 08:28Gewijzigd op 16 November 2020 13:25Leestijd 9 minuten
Een drone hangt bij Alblasserdam. De foto is met een drone gemaakt. beeld Cees van der Wal
Een drone hangt bij Alblasserdam. De foto is met een drone gemaakt. beeld Cees van der Wal

Blik van boven

Hij lacht, zij lacht. Hij tilt haar op. Haar trouwjurk raakt de grond. Ze lopen naar de oldtimer. Zij pakt het bruidsboeket van de motorkap. „Blijven lachen!” roept de fotograaf. Die klikt driftig door. „Houd haar nog even in je armen!”

Zo ging het ongeveer, tijdenlang, tijdens de fotoreportage op de grote dag.

Maar tegenwoordig ziet zo’n happening er vaak anders uit. Dan draaft niet alleen de fotograaf rond. Maar klinkt ook voortdurend gezoem boven de hoofden van de geliefden. Dan hangt er een drone in de lucht. En belanden fraaie luchtopnames in het plaatjesboek.

De drone voor een blik van boven op de trouwdag – het is een van de toepassingen van het luchtvaartuigje. Het toestel kun je voor duizend-en-één doeleinden inzetten. De nieuwsjager maakt beelden van een brand. De makelaar legt een boerderij vanuit de lucht vast. De natuurfotograaf in Amerika trakteert zijn publiek op een video van lavastromen in Hawaï. Of, ernstiger: militaire drones werpen bommen af.

Kasteel

De drone is in Nederland niet meer weg te denken. Rond 2012 kwamen de eerste betaalbare consumentendrones op de markt. Zo’n twee jaar later telde ons land enkele duizenden toestellen. Nu zijn dat er pakweg 100.000. Die schattingen komen van Wiebe de Jager (41) uit Den Haag. Hij is dronepiloot met een zogeheten ROC-light-vergunning en houdt op zijn website dronewatch.nl nieuws bij over de luchtvaartuigjes.

Verreweg de meeste dronepiloten zijn hobbyvliegers. Certificaten hebben ze niet nodig. Deze recreanten maken bijvoorbeeld luchtfoto’s of -video’s van de kerk of het kasteel in hun dorp en showen die beelden aan familie en vrienden. „Naar schatting een derde van de recreanten gebruikt zijn drone met enige regelmaat. Een grotere groep koopt een drone, gebruikt die een paar keer en bergt het ding vervolgens in een kast op”, zegt De Jager. Een drone heb je voor een paar tientjes, de betere exemplaren kosten honderden of duizenden euro’s.

Zelf trekt De Jager er geregeld met zijn drone op uit. Vooral bij helder weer. De laatste weken is de Hagenaar druk met een 360° luchtfototoer van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Oer-Hollandse platen van bijvoorbeeld Slot Loevestein en Fort Vuren.

Voortgangsbrief Drones by RD on Scribd

Platteland

Dronegebruikers zijn gebonden aan allerlei beperkingen. Doel daarvan is dat ander luchtverkeer geen hinder ondervindt van de drones én dat neerstortende exemplaren geen mensen verwonden.

Menig dronepiloot vindt de regels knellend. „In grote steden als Rotterdam en Den Haag mag je sowieso niet met een drone aan het werk. Volgens de letter van de wet kun je haast alleen op het platteland met een drone aan de slag”, zegt fotojournalist René Oudshoorn (62) uit Scheveningen. „Een vuurzee in een Drentse boerderij met je drone vastleggen is nog wel toegestaan. Dronebeelden maken van een brand op een schip in de haven van een grote stad is vrijwel onmogelijk. Als je je tenminste aan de regels wilt houden.” Oudshoorn werkt sinds 2012 met een drone en geeft journalisten cursussen over regelgeving rond gebruik van het toestel.

Menig dronepiloot lapt de regels aan zijn laars, merkt Oudshoorn. Al dan niet bewust. „Op internet, maar ook in tv-programma’s, zijn tal van filmpjes te vinden die volgens de wet niet hadden mogen worden gemaakt. Denk aan beelden boven Den Haag, een stad vol regeringsgebouwen. Daar mogen drones niet komen.”

Ook is er nogal wat onbekendheid met de voorschriften. „Het zou zomaar kunnen dat een hobbyist bij een grootwinkelbedrijf een drone aanschaft. Niemand vertelt hem iets over regelgeving. De dronepiloot laat zijn toestel boven de Hofvijver in Den Haag hangen. Vervolgens wordt hij opgepakt op verdenking van terreur.”

Beunhazen

Net als voor persfotografen is voor dronejournalisten de spoeling dun geworden, geeft Oudshoorn aan. Hij doet zelf ook commerciële droneklussen. „Beunhazen bederven het nogal eens voor professionele dronepiloten. Die beunhazen nemen dan voor een paar knaken een opdracht aan en trekken zich niet veel aan van regelgeving. Een bedrijf vroeg me ooit een dronevideo te maken van een net afgebouwd jacht dat door een stad voer. Ik nam die klus niet aan, want ik mag met mijn drone niet boven bebouwing vliegen. Vervolgens zag ik een dag later op YouTube toch een dronevideo van het door de stad varende schip.”

Rond regels voor journalistieke inzet van drones heerst nogal eens verwarring, merkt hij. „Zeker een paar jaar geleden vroegen agenten mij weleens wat verslaggevers met een drone wel of niet mochten.” Oudshoorn probeert in samenspraak met de Nederlandse Vereniging voor Journalisten (NVJ) en de autoriteiten een leidraad op te stellen. „Bij ernstige calamiteiten komen algauw twintig verslaggevers opdraven. Die mogen met hun drone de traumahelikopter natuurlijk niet in de weg zitten. Het zou mooi zijn als er duidelijk afspraken komen. Dat bijvoorbeeld de brandweercommandant journalisten een seintje geeft op het moment dat ze hun drone mogen laten opstijgen.”

Drone mag niet hoger dan 120 meter

Dronevliegers zijn aan tal van regels gebonden. Een van de belangrijkste beperkingen is dat dronebezitters niet boven aaneengesloten bebouwing mogen vliegen. Dat betekent dat stedelijk gebied vaak verboden terrein is. Net als de omgeving van vliegvelden. Ook boven havens mogen veelal geen drones hangen. Voor hulpdiensten zijn ontheffingen mogelijk. Verder is het niet toegestaan drones boven mensenmassa’s te laten vliegen.

Hobbyvliegers –het overgrote deel van de dronebezitters– mogen met hun toestel niet hoger dan 120 meter. Ook moeten ze hun drone kunnen zien vliegen. ’s Nachts de hort op met de drone is verboden. Hobbyvliegers vallen onder de Regeling modelvliegen.

Beroepsmatige dronepiloten met een zogenoemde ROC-light-vergunning mogen tot op heden niet hoger dan 50 meter vliegen. Ook is de straal waarbinnen ze mogen vliegen, beperkt tot 100 meter.

Wel overweegt het kabinet de vlieghoogte voor ROC-light-piloten binnenkort op te schroeven tot 120 meter, vooruitlopend op ophanden zijnde Europese regels. Dat schreef minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) deze week in een brief aan de Tweede Kamer. Beroepsvliegers met de ‘volledige’ ROC-vergunning mogen wel tot 120 meter hoogte met hun drone vliegen. Ook is voor hen een grotere actieradius toegestaan.

Zorgen bij luchtvaart

Prachtige plaatjes kunnen dronepiloten fabriceren. Maar niet iedereen is blij met mensen die hun luchtvaartuigje de lucht insturen.

Met de opmars van de drone neemt het aantal gevallen van ongeoorloofd gebruik ook toe. In 2017 deden zich 140 geregistreerde incidenten met drones voor. In 2016 stond de teller nog op zo’n honderd. In „sommige gevallen” trad de politie op, aldus zegsman Mark Wiebes onlangs in het Reformatorisch Dagblad. Hij wilde niet kwijt of en hoe vaak de politie drones uit de lucht haalde.

De luchtvaartsector beziet de opkomst van drones met argusogen, bleek in maart tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer. Veel recreanten onderschatten de gevaren van het vliegen met een drone, klonk het.

In 2017 zijn er zes meldingen geweest van ernstige incidenten waarbij vliegtuigen tegen een drone hadden kunnen botsen, aldus de Onderzoeksraad voor Veiligheid vorige maand. Dat waren er fors meer dan in de jaren daarvoor. In 2015 en 2016 waren er geen meldingen, in 2014 twee en in 2013 ging het om één melding van zo’n gevaarlijke situatie.

Geld verdienen met een drone

Mensen die hun drone beroepsmatig inzetten, hebben daarvoor een vergunning nodig. Die is te verkrijgen bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Nederland telt ruim 600 bedrijven met een dronevergunning, aldus een zegsvrouw van de ILT deze week desgevraagd.

Er zijn twee soorten vergunningen: ROC en ROC-light. ROC is de afkorting van RPAS Operator Certificate, waarbij RPAS staat voor Remotely Piloted Aircraft System (op afstand bestuurbaar luchtvaartsysteem), oftewel drone. Dronepiloten met ROC-light volgen een meerdaagse cursus om de theorie onder de knie te krijgen. Zo’n opleiding kost pakweg 1500 euro. Een ROC-light-vergunning volstaat tot drones van maximaal 4 kilo.

Vliegers met ROC behoren veelal tot professionele dronebedrijven en mogen over zwaardere toestellen beschikken. Voor het ROC-traject moet je algauw 15.000 euro neertellen. ROC-piloten beschikken over een ‘vliegbrevet’. Van de ruim 600 dronebedrijven in Nederland heeft het gros (zo’n 550) alleen ROC-light-papieren.

Het aantal beroepsmatig ingezette drones in Europa „groeit snel” naar ongeveer 395.000 drones in 2035, schat de Europese luchtvaarorganisatie Sesar Joint Undertaking. Dat meldde minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur) deze week in een brief aan de Tweede Kamer. Tot 2025 (circa 200.000 drones) gaat het vooral om groei van vluchten in het zicht van de piloot. In de jaren daarna stijgt met name het aantal vluchten buiten het zicht van de bestuurder.

Gluren over de heg

Groeiende aandacht is er voor mogelijke privacyschendingen door dronepiloten. Een drone kan immers over de heg kijken. Daar stoort menigeen zich aan. Zo bleek recent dat de molenaars van Kinderdijk het beu zijn dat er geregeld drones rondvliegen in het wereldberoemde gebied. Ook na sluitingstijd van de molens, waar de molenaars met hun gezinnen wonen.

De lokale autoriteiten tobben met de droneproblematiek. Dat valt op te maken uit een woensdag verstuurde brief van de colleges van Giessenlanden en Molenwaard aan hun gemeenteraden. De colleges geven aan dat dronepiloten alleen op basis van de algemene plaatselijke verordening (APV) tot de orde geroepen kunnen worden. Artikel 2.47 lid b verbiedt dat mensen „zich op een openbare plaats zodanig ophouden dat aan weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodig overlast of hinder wordt veroorzaakt.” Tegelijk echter stelt het college dat het „onzeker is of handhaving op basis van dit artikel in juridische zin stand houdt bij de rechter.”

Mogelijk wordt de regelgeving aangepast, besloten de lokale autoriteiten dinsdag tijdens een overleg met vertegenwoordigers van de ministeries van Justitie en van Infrastructuur. „Het ministerie van Infrastructuur werkt aan een projectplan voor de inwerkingtreding van de Europese Verordening Drones. Tot nu toe wordt alleen veiligheid in relatie tot de luchtvaart als criterium meegenomen bij het stellen van regels voor het gebruik van drones. In het overleg is toegezegd om breder te kijken en ook andere aspecten, zoals privacy en openbare orde en veiligheid, mee te nemen.”

serie Drones

Deel 1 in een serie over drones. Maandag in Puntkomma deel 2: dronepiloten over hun passie.

Meer over
Drones

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer