Column: Laten we onze componisten koesteren
De belangrijkste bel van Nederland is misschien wel de stemmingsbel van de Tweede Kamer. Deze laat de volksvertegenwoordigers weten dat ze in de plenaire zaal verwacht worden. Een minuut lang klinkt er een tamelijk doordringend gerinkel door het gebouw.
Onze Componist des Vaderlands, Mayke Nas, componeerde een nieuwe tune die in de plaats moest komen van de schoolbel van de Tweede Kamer. Niet zozeer omdat ze zelf last heeft van die irritante klingel of dat ze te doen heeft met de volksvertegenwoordigers. De nieuwe parlementaire ringtone was vooral een manier om aandacht te vragen voor de componisten van hedendaagse muziek. Het blijkt dat zo’n 40 procent van de componisten nauwelijks rond kan komen van zijn werk. De overheid heeft de afgelopen periode enorm gekort op orkest en ensembles. En dat zijn nu juist de instanties waar componisten het van moeten hebben. Het is zuur dat orkesten door bezuinigingen genoodzaakt zijn veilig te programmeren en dan maar voor de zoveelste keer kiezen voor een Beethovensymfonie of de ”Moldau” van Smetana. De zaal moet vol.
Die nieuwe Haagse stemmingsbel is niet het enige geluid waarover diep is nagedacht. De soundtrack van een computerspel, het belletje van de magnetron, het grommen van de motor als je het gaspedaal intrapt. De meeste apparaten die we dagelijks gebruiken maken geluid. Die geluiden worden ontworpen door geluidsontwerpers. Zij zorgen ervoor dat het geluid van het product de consument het juiste gevoel geeft. Als het portier van een auto klinkt als een dichtslaande kluisdeur, roept dat een gevoel van betrouwbaarheid op. In laboratoria werken geluidskunstenaars dag in dag uit aan de soundtrack van ons dagelijks leven, geholpen door de nieuwste digitale technieken.
Het ambachtelijk componeren lijkt steeds meer overgenomen te worden door computers. De Franse wetenschapper François Pachet liet de computer alle koralen van Bach analyseren, waarna het apparaat een nieuw koraal moest componeren. Het resultaat is verbluffend. Getrainde musici konden de computercomposities niet onderscheiden van die van Bach.
Ook Google experimenteert met computermuziek gebaseerd op statistieken en algoritmen. Zo kun je een pianoduet spelen met de computer. De computer reageert al improviserend op de melodieën die jij maakt. Blijkbaar is wat wij mooi vinden goed in schema’s en wetmatigheden te vangen. Moeten we niet bang zijn dat het ambacht van de componist langzamerhand wordt overgenomen door de computer? Ik vraag me echter af of computers in staat zijn echt iets nieuws te maken. Daar hebben we de creatieve geesten van componisten voor nodig. Laten we ze koesteren!