Corruptiezaak nekt Spaanse premier Rajoy
Wat een week geleden bijna niemand voor mogelijk had gehouden, werd donderdagmiddag bevestigd: Mariano Rajoy is vanaf vrijdag de eerste Spaanse premier die naar huis gestuurd wordt door een motie van wantrouwen.
Alle ogen in het parlement in Madrid waren donderdag gericht op Aitor Esteban, fractieleider van de Baskische Nationalistische Partij (PNV). De vijf stemmen van zijn fractie zouden beslissend zijn voor de motie van wantrouwen tegen het kabinet-Rajoy.
De motie was ingediend door de sociaaldemocratische oppositieleider Pedro Sanchez. Dat deed hij nadat een rechtbank zware straffen had opgelegd aan diverse kopstukken van de conservatieve PP van Rajoy wegens een omvangrijk corruptieschandaal, de zogenoemde Gürtelaffaire.
Nog maar een week geleden was de PNV de reddende medestander van Rajoy, toen de Basken de beslissende steun gaven die Rajoy nodig had om zijn begroting door het parlement te loodsen.
Donderdagmiddag bezegelde diezelfde PNV het lot van Rajoy in negatieve zin. Voor een ijzig stil parlement, waar de spanning te snijden was, kondigde Esteban aan dat zijn fractie vrijdag vóór de motie van wantrouwen tegen het Spaanse kabinet zou stemmen. Hij rechtvaardigde die omslag door te wijzen op de „enorme impact” van het vonnis over de Gürtelaffaire. Rajoy hield daarmee alleen de steun over van zijn eigen PP en die van de rechtsliberalen van Ciudadanos.
„Genoeg is genoeg”, was dan ook een veelgehoorde uitspraak van politici die donderdag aan het debat in het parlement deelnamen.
Eerste keer
Het is de eerste keer na het herstel van de Spaanse democratie dat een motie van wantrouwen aangenomen is.
De drempel is hoog, omdat de Spaanse wet voorschrijft dat zo’n motie tegelijk een alternatieve regeringsleider moet aanwijzen. De ambtstermijn van Pedro Sanchez loopt tot 2020. Maar de druk op de nieuwe premier om eerder verkiezingen uit te schrijven zal ongetwijfeld groot zijn.