„Nederland merkt weinig van importheffingen”
Nederland zal weinig merken van de importheffingen op staal en aluminium die de Amerikaanse handelsminister Wilbur Ross donderdag aankondigde. Nederlandse bedrijven exporteren relatief weinig naar de Verenigde Staten, stelden economen van ING en ABN AMRO eerder al.
Aan consumenten zal de importheffing grotendeels voorbijgaan. Pas als er een handelsoorlog ontstaat, kan dat veranderen, stelt sectoreconoom Casper Burgering van ABN AMRO. „Dat zal de wereldeconomie geen goed doen. Nederland is een open economie, dus wij merken daar relatief veel van.”
Voor de Europese industrie kan de prijs van staal en aluminium zelfs iets dalen. Als producenten hun staal en aluminium niet in de VS kwijt kunnen, moeten ze het ergens anders kwijt, aldus economen van ING. „Maar er is nog veel onduidelijk.”
Tata Steel Nederland levert onder meer staal aan bedrijven als machinebouwer Caterpillar en batterijenmaker Duracell. Ook zijn blik- en autofabrikanten uit de VS klant van Tata.
De Europese Unie komt zoals aangekondigd onmiddellijk met tegenmaatregelen op het besluit van de Verenigde Staten om alsnog heffingen op Europees staal en aluminium in te voeren. Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, noemde de heffingen „ongerechtvaardigd en onaanvaardbaar”. Brussel had eerder aangekondigd Amerikaanse producten als jeans, Harley Davidson-motoren en pindakaas extra te zullen belasten.
President Donald Trump stelde in maart al importtarieven in van 25 procent op staal en 10 procent op aluminium. Dat leidde onder meer tot een handelsconflict met China. Bondgenoten Canada, Mexico, Brazilië, Australië, Argentinië en de EU werden toen nog tijdelijk uitgezonderd van de heffingen.
Het effect daarvan zal vooral in de VS te voelen zijn. In de VS neemt de vraag naar met name aluminium uit eigen land toe en dus zal de prijs daar stijgen. Voor staal is de VS niet zo afhankelijk van de import.