Laag vertrouwen in kerk reden tot grondig zelfonderzoek
In 2017 zei 62 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder vertrouwen te hebben in de medemens. Dit onderlinge vertrouwen is de afgelopen jaren geleidelijk toegenomen. Ook het vertrouwen in instituties, zoals rechters, politie, Tweede Kamer en Europese Unie, is gegroeid. Het vertrouwen in de pers en de kerken blijft laag.
Dat blijkt uit nieuwe cijfers uit het onderzoek ”Sociale samenhang en welzijn” die het CBS maandag publiceerde.
Vooral het lage vertrouwen van Nederlanders in de kerk is opvallend. En zorgelijk. De christelijke gemeente hoort naar haar aard een veilige plek te zijn waar mensen in alle omstandigheden van het leven kunnen schuilen.
Dat moet gelden voor gemeenteleden, maar niet minder voor mensen van buiten de kerk. De laatste groep heeft, als we de cijfers zien, dat vertrouwen in de kerk in ieder geval in het geheel niet.
Wie iets dieper in de cijfers duikt, ziet grote regionale verschillen. Vooral in Noord-Brabant en Limburg –het van oudsher rooms-katholieke zuiden– is het vertrouwen met zo’n 20 procent het laagst. Op de Veluwe en in Noord-Overijssel ligt dit cijfer op 50 procent.
Dat de kerk in het zuiden zo slecht scoort, zal ongetwijfeld te maken hebben met de misbruikschandalen in de Rooms-Katholieke Kerk. De commissie-Deetman heeft het slechte beeld van de kerk wat dit betreft blijkbaar niet kunnen bijstellen. Ook het feit dat de huidige paus beter scoort onder niet-kerkelijken dan zijn voorganger heeft blijkbaar niet veel invloed op dit cijfer. Tel daarbij de doorgaande secularisatie en de cijfers zijn niet al te verrassend.
Orthodox-christelijke gemeenten in de zogenaamde Bijbelgordel zouden met de cijfers van dit onderzoek mogelijk zelfs nog enigszins zelfgenoegzaam achterover kunnen leunen. Een score in vertrouwen die 30 procent hoger ligt dan die in het zuiden van het land lijkt niet slecht. Toch is er voor zelfgenoegzaamheid geen reden. In de eerste plaats is in de genoemde regio’s de kerkelijke participatie van de ondervraagden hoger dan in andere regio’s. Dus is het op zich niet wonderlijk dat ook het vertrouwen in de kerk hoger is.
Maar zelfs een score van 50 procent vertrouwen in de kerk is zeker geen cijfer om trots op te zijn. Wie belijdt dat de kerk een plaats van gemeenschap en veiligheid is, kan met deze score, ook al is het de hoogste van het land, nooit tevreden zijn.
Zeker, de kerk wordt gevormd door mensen. En kerkmensen maken fouten en zijn niet beter dan niet-kerkelijken. Zo bezien laten de cijfers alleen maar zien wat er in die kerken ook beleden wordt.
Toch zou het fout zijn als de kerken met deze argumenten het onderzoek terzijde zou schuiven. Juist dit onderzoek is reden voor grondig zelfonderzoek. Is de kerk niet te vaak druk met zichzelf? En straalt ze niet te weinig uit dat er juist in de kerk ruimte is voor barmhartigheid en heling van dat wat gekwetst is?