Boek belicht verleden van universiteit Kampen als ‘domineesfabriek’
Een jaarlijkse alumnidag, waar oud-studenten elkaar ontmoeten, kende de Theologische Universiteit Kampen (TUK) nog niet. Tot vrijdag. Kerkhistoricus George Harinck. „We hebben oud-studenten nodig als ambassadeurs. De band met de universiteit is voor kerkleden niet meer vanzelfsprekend.”
Hoofdpunt bij het ochtendprogramma van de alumnidag, vrijdag in de Stadsgehoorzaal in Kampen, vormde de presentatie van een boek over de geschiedenis van de predikantenopleiding van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt.
In 1854 ging in Kampen een ‘domineesschool’ van start, waaruit na de Vrijmaking van 1944 twee instellingen voortkwamen. De ene, aan de Oudestraat, ging op in de Protestantse Theologische Universiteit (PtHU) en verliet Kampen in 2012. De andere, de vrijgemaakt gereformeerde TUK aan de Broederweg, is er nog. Het scheelde niet veel of de instelling was opgegaan in de inmiddels afgeblazen Gereformeerde Theologische Universiteit, die in Utrecht moest komen. Op dit moment is nog niet duidelijk of de TUK in Kampen blijft of vertrekt naar een academiestad.
Boek
Het boek ”Domineesfabriek, Geschiedenis van de Theologische Universiteit Kampen”, is geschreven door de historici Wim Berkelaar en George Harinck. Drie rode draden worden zichtbaar in het boek, aldus Harinck. In de eerste plaats de relatie tot de Gereformeerde Kerken. Lange tijd was ‘Kampen’ een school van en voor de kerken, een domineesschool. Een andere lijn in het boek is de relatie tot andere opleidingen. „We hebben de positie van de universiteit ten opzichte van andere instellingen duidelijk willen maken.”
Anders dan in een theologisch getinte geschiedschrijving kozen de auteurs ervoor om de „verheffing” van de gereformeerden via de eigen zuil ook te beschrijven via de derde rode draad: de relatie van de opleiding tot de samenleving. Toen de instelling in Kampen ontstond in 1854, lag de vervolging van de afgescheiden kerken zo’n 20 jaar eerder nog vers in het geheugen. Maar via de grondwet van Thorbecke in 1848 gaf overheid aan de afgescheidenen de ruimte om een eigen predikantenopleiding te starten.”
De Vrijmaking van 1944 in de Gereformeerde Kerken zorgde ook voor een breuk in de Kamper instelling. De vrijgemaakten begonnen voor zichzelf aan de Broederweg. Waar zich al snel een conflict aftekende tussen hoogleraren. Dat leidde tot een kerkscheuring in 1967.
De universiteit lijmde vorig jaar de scherven van de breuk door een verzoeningsmoment te organiseren met studenten die de instelling moesten verlaten als gevolg van de scheuring. Later dit jaar wordt de breuk ook formeel geheeld, als de Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding verhuist van Apeldoorn naar Kampen.
Brede instelling
Volgens Harinck heeft de TUK zich de laatste decennia ontwikkeld van een domineesschool in een brede theologische instelling. „Dat blijkt onder meer uit de benoeming van een Lutherse hoogleraar, Sabine Hiebsch.” Wel is volgens hem de toekomst van de instelling onzeker. „Overheidsregels nopen tot bezinning. De TUK is te klein om zelfstandig te bestaan. Betekent dat dat we op eigen kracht moeten groeien? In Kampen of elders? Of aansluiten bij een grotere instelling? De boekpresentatie van vandaag is een natuurlijk moment om het verleden af te sluiten. Maar welke kant het kwartje opvalt voor wat betreft de toekomst, is nog de vraag.”
Ds. Jeroen Sytsma (Zwolle) studeerde in Kampen tussen 1993 en 1999. In die tijd kwam er meer aandacht voor de persoonlijke vorming van studenten. „Dat leidde er ook toe dat soms mensen een bindend afwijzend studieadvies kregen, omdat ze op basis van hun persoonlijkheid niet geschikt geacht werden voor het ambt. Dat was wel even wennen.” Ds. Sytsma was naar eigen zeggen „een evangelische jongen” toen hij begon in Kampen. „Ik trof op de universiteit een nuchtere omgang met de Bijbel aan en een kritische houding ten opzichte van de kerkelijke traditie. En veel kritische studenten. Het duurde even voor ik lol had in het studeren in zo’n klimaat.”
Wim van der Schee, voormalig GKV-predikant en tegenwoordig beroepbaar proponent in de Protestantse Kerk in Nederland, studeerde van 1984 tot en met 1993 in Kampen. „Ik heb precies de overgangsjaren meegemaakt van een naar binnen gerichte domineesschool die na een onderwijsvisitatie in 1989 een flinke kwaliteitsslag moest maken. Dat kwam voor mij als een geschenk. Ik wilde theologie studeren, maar dat kon niet, je moest hier aanvankelijk herhalen wat je werd voorgezegd. Voor mij was dat heel moeilijk. Ik was een lastige student.”
Inmiddels kan ‘Kampen’ zich qua niveau volgens Van der Schee meten met andere universitaire theologieopleidingen. „Wat dat betreft ben ik blij dat de Gereformeerde Theologische Universiteit niet doorgaat. Vrijgemaakten en bevindelijken samen, dat is de dood in de pot voor een van beiden. Ik hoop dat de GKV uitgroeien naar een brede gereformeerde kerk zoals de Christian Reformed Churches in North-America, een kerkgenootschap dat wortels heeft in afgescheiden kerken in Nederland. Maar voor wat betreft de toekomst van Kampen vind ik het allereerst spannend of de universiteit de band met het kerkverband weet vast te houden.”
Onder druk
Ook Harinck signaleert dat de band tussen school en kerk onder druk staat. De jaarlijkse schooldag is afgeschaft, een magazine dat de TUK uitbrengt heeft volgens hem niet het gehoopte herstel van betrokkenheid opgeleverd. De alumnidag kan helpen de kloof te dichten, denkt hij. „We hebben oud-studenten nodig als ambassadeurs. De band met de universiteit is voor kerkleden niet meer vanzelfsprekend.”
GKV-emeritus predikant Piet Schelling studeerde tussen 1956 en 1965 in Kampen. Over de titel van het boek: „Het woord ”domineesfabriek” heeft voor mij een negatieve ondertoon. Een ‘fabrieksdominee’, dat stond in mijn studietijd voor iemand in wie het geloof niet leefde.” De predikant kijkt niet zo positief terug op zijn studietijd. „Het conflict tussen de hoogleraren waaruit de kerkscheuring volgde, tekende zich af. Docenten bestreden elkaar van achter de catheder.” Ds. Schelling heeft inmiddels meer zorgpunten dan de band tussen kerk en universiteit. „Ook de kerkelijke betrokkenheid onder GKV-leden neemt af. Er heerst een klimaat van onverbondenheid.” Glimlachend: „Maar ik blijf gehecht aan dit schooltje.