Het was koningin Beatrix die na haar aantreden de traditie doorbrak om als contraprestatie altijd een diner te geven. Dat betekende in de praktijk namelijk dat bij staatsbezoeken op twee achtereenvolgende avonden met dezelfde mensen moest worden gegeten. Zonde van de tijd en moeite vond Beatrix, die wat beters bedacht: een cultureel evenement, in combinatie met een ontvangst.

Op die manier konden veel meer mensen worden uitgenodigd, was netwerken mogelijk en kregen de genodigden nog iets mee van Nederlandse kunst in de vorm van muziek, dans of een tentoonstelling. De koningin en prins Claus introduceerden de nieuwe aanpak meteen bij hun eerste staatsbezoek in 1981, niet geheel toevallig in Luxemburg. Precies 37 jaar later is deze contraprestatie nauwelijks weg te denken van Nederlandse staatsbezoeken. Het is een zeer succesvolle formule gebleken.

Koning Willem-Alexander heeft het culturele evenement bij zijn twaalf voorgaande bezoeken wel wat afgeslankt en bekort, maar ook hij brengt bewindslieden, zakenmensen, politici, en anderen die een relatie met Nederland hebben samen voor een fraai aangekleed feest.

De Luxemburgers zullen echter een voor hen bij ontvangsten en recepties gebruikelijke lekkernij moeten missen. Het Nederlandse hof serveert geen foie gras. Dat moest bij het vorige staatsbezoek in 2012 nadrukkelijk worden bedongen bij de traiteur en daar wordt ook donderdagavond op gelet.