Beiaardier Bob van der Linde schept sfeer in Arnhem
Een droombaan. Zo typeert Bob van der Linde (23) zijn job. Sinds januari is hij beiaardier van de Eusebiuskerk in Arnhem en daarmee de jongste beiaardier van Nederland. „Het heeft iets magisch: niemand ziet je spelen en toch hoort iedereen wat ik doe. Het maakt mensen gelukkiger als ik een vrolijk lentelied speel terwijl ze op de markt hun kaas kopen.”
Het is zaterdagmorgen tien uur. Bob van der Linde doet zijn speelschoenen aan en schuift op de bank achter het beiaardklavier in de toren van de Eusebiuskerk. Even later waaieren carillonklanken uit over de Arnhemmers die zo’n 65 meter beneden de beiaardier hun inkopen doen op de markt. De wekelijkse bespeling is begonnen. Een uur lang trakteert Van der Linde voorbijgangers op beiaardklanken. „Ik vind het geweldig om een bijdrage te leveren aan de sfeer in de stad. Op blijde en droevige momenten.”
Wat zet de twintiger zoal op zijn menu? „Ik stel meestal drie blokken van zo’n twintig minuten samen. Daarin zitten bewerkingen van klassieke stukken, muziek die specifiek voor de beiaard is geschreven en improvisaties over volksliederen en popsongs. Met name popliedjes roepen herkenning op. Ik hoop dat mensen daardoor ook naar de andere muziek luisteren. De beiaard is een eeuwenoud instrument dat respect verdient. Ik ga daarom niet de populaire jongen uithangen door allerlei rariteiten uit te halen.”
Twaalf mensen reageerden op de advertentie voor een stadsbeiaardier in Arnhem. Die vacature was ontstaan na het overlijden van Joke Brandsma in april 2017. De Stichting Eusebius Arnhem nodigde vier sollicitanten uit om in november 2017 een proefspel van een halfuur te verzorgen. De driekoppige jury vond Van der Linde uit Amersfoort de juiste man voor de beiaard van de Eusebius. Daarmee is hij de jongste beiaardier van Nederland. Hij had op het moment van zijn benoeming slechts enkele maanden zijn bachelordiploma beiaard, orgel en kerkmuziek op zak. Op dit moment doet hij de masteropleiding voor deze vakken aan het Utrechts conservatorium en de beiaardschool in Amersfoort.
Van der Linde kreeg muziek met de paplepel ingegoten. Zijn vader speelt gitaar en zijn moeder piano. „Het was sowieso fijn dat er thuis muziekinstrumenten voorhanden waren. Al jong kroop ik achter de piano, vooral om uit te proberen wat wel en niet klonk. Improviseren vond ik het leukste. Daar heb ik als kerkorganist en beiaardier nog altijd profijt van.”
Kiezen voor een conservatoriumstudie gaat veel verder dan in je vrije tijd muziek maken.
„Ik ben de juiste mensen tegenkomen. Dat begon al met mijn pianojuf, Noor Slump uit Hattem. Zij deelde haar liefde voor muziek. Ze liet mij naast het klassieke repertoire ook kinderliedjes spelen én ze bracht mij op een speelse manier de nodige theoretische kennis bij.
Tijdens de diensten in de Nederlands gereformeerde Zuiderkerk in Zwolle mocht ik onder andere kinderliederen begeleiden op de piano. Toen ik een jaar of twaalf was, stimuleerden kerkmensen mij om achter het kerkorgel te kruipen. Geweldig was dat, zo’n instrument dat luider dan een piano kan klinken en waar veel knoppen op zitten. Daarom ben ik vanaf mijn dertiende orgelles gaan nemen bij Roy Kroezen uit Zwolle. Ik kreeg les op het Quellhorstorgel in de Bethlehemkerk in Zwolle. Daarnaast studeerde ik in verschillende kerken. Regelmatig dacht ik: „Als dit toch eens mijn werk zou kunnen zijn.” Ik moest op z’n minst een poging wagen om dat te bereiken en besloot auditie bij het Utrechts conservatorium te doen.”
Hoe raakt een puber verliefd op de beiaard?
„Roy Kroezen was onder andere beiaardier in Zwolle. Hij nam me mee naar de toren van de Peperbus en liet me de beiaard zien. Ik ging met hem mee als hij elders in het land concerten gaf. Ook tijdens een concertreis door Polen was ik van de partij. Ik beleefde dergelijke trips als één groot avontuur. Het leek mij geweldig om mijn dagen in te kunnen vullen zoals Roy dat deed. Als zestienjarige had ik natuurlijk een te romantisch beeld van zijn bestaan, alsof ook hij niet te maken had met administratieve taken.
Toen ik aan mijn conservatoriumstudie begon, was de liefde voor de beiaard wat bekoeld. Tijdens het eerste jaar zocht ik een weg om mijn studie meer diepgang te geven. Zelf dacht ik aan muziekwetenschap, maar mijn orgeldocent Reitze Smits zette mij op het spoor van de beiaard. Na een proefles op de beiaardschool in Amersfoort was ik verkocht. Alle lof voor het Utrechts conservatorium dat ik de mogelijkheid kreeg om beiaard als tweede hoofdvak te doen.”
Twee hoofdvakken, dat is hard werken.
„Ja, de eerste jaren heb ik grotendeels als een monnik geleefd. Ik ben voor de beiaardstudie van Utrecht naar Amersfoort verhuisd om veel uren achter de studiebeiaarden in de beiaardschool te kunnen doorbrengen.”
Wat typeert beiaardiers?
„Ze zijn hartelijk en gastvrij. Ik ging vaak met hen mee de toren op om de kunst af te kijken. Ze gaven mij de kans ook wat te spelen en gaven aanwijzingen over wat wel en niet paste bij hun beiaard.”
Wat kenmerkt de Arnhemse beiaard?
Het gaat om een zogeheten ”grand carillon”. Dit instrument telt 53 klokken en is in de jaren 1958 en 1961 door de Nederlandse klokkengieters Petit & Fritsen gemaakt naar Amerikaans model. Tijdens de restauratie in 1994 zijn vier basklokken toegevoegd. De zwaarste weegt 9100 kilo. De klank van de beiaard is rond en warm. Werken van Amerikaanse componisten zoals Ronald Barnes en Roy Hamlin Johnson klinken hier als en klok.”
Welke plannen heeft u met deze beiaard?
„In samenspraak met de muziekcommissie van de Eusebiuskerk, waar stadsorganist Johan Luijmes ook in zit, wil ik beiaardconcerten op gaan zetten. Daarnaast kun je denken aan duoconcerten, waarbij ik via een videoverbinding zichtbaar ben in de kerk. Verder wil ik na de bespeling op zaterdag rondleidingen gaan geven, omdat het voor veel mensen onduidelijk is hoe een beiaard wordt bespeeld.”
Heeft u nog vrije tijd?
„Nauwelijks, eigenlijk zou een week acht dagen moeten tellen. Op zondag speel ik tijdens diensten in onder andere de oudkatholieke Sint-Vitus in Hilversum en de Anglican Church in Zwolle. Daarnaast vervang ik Gildas Delaporte, de stadsbeiaardier van Oudewater, en verzorg ik iedere woensdag een bespeling in Oudewater. Ondertussen ben ik natuurlijk bezig met mijn masterstudie. Tot begin dit jaar had ik op zaterdag vrij, maar tegenwoordig ben ik die dag in Arnhem te vinden.”
Hoe bevalt het in Arnhem?
„Uitstekend. Ik geniet hier elke week en kan nog groeien. Het bespelen van dit instrument voelt als een ontdekkingsreis: hoe vertel ik mijn verhaal aan mensen die 80 meter verderop staan te luisteren? Om nuances over te laten komen, moet ik overdrijven. Als ik dat te veel doe, klinkt het als kitsch. Ik moet dus de juiste balans zien te vinden.
Ik vind het leuk als mensen mij na een bespeling opwachten om een reactie te geven. Arnhemmers beschouwen deze beiaard als hún instrument, merk ik. Af en toe vragen mensen op de Facebookpagina Carillon Arnhem een verzoeknummer aan vanwege een verjaardag of huwelijksjubileum. Als beiaardier ben je natuurlijk geen jukebox, maar ik vind het wel leuk om dergelijke verzoeken zo veel mogelijk te honoreren.”
>>rd.nl/bobvanderlinde voor een video.