China beperkt godsdienstvrijheid voor christen uit buitenland
Iedere buitenlander die een kerk bezoekt, moet zijn paspoortnummer doorgeven. De maatregel is een nieuwe stap in de godsdienstpolitiek van president Xi. Hij wil China beschermen tegen de „vijandige macht van het Westen.”
Het Chinese staatshoofd heeft sinds zijn aantreden in 2013 meermalen gewaarschuwd voor de gevaren van het „importeren” van het christendom uit het Westen. Nu hij onbeperkt herkozen kan worden, staat niets president Xi Jinping meer in de weg om zijn strenge godsdienstpolitiek door te voeren.
Tot nu toe hadden de godsdienstwetten van Xi voornamelijk gevolgen voor Chinese staatsburgers. De nieuwe wetsbepalingen, die op 7 mei zijn ingegaan, hebben grote invloed op de religieuze activiteiten door buitenlanders in China. Daarmee is de godsdienstpolitiek van de communistische regering een nieuwe fase ingegaan.
Concreet gelden de nieuwe regels voor religieuze bijeenkomsten van meer dan vijftig personen die worden georganiseerd en bezocht door buitenlanders.
Certificaat
Sinds 1991 was het al zo dat alleen organisaties die door de overheid zijn goedgekeurd, religieuze bijeenkomsten mogen beleggen. Het is in veel gevallen noodzakelijk om het certificaat van goedkeuring jaarlijks opnieuw aan te vragen bij de autoriteiten.
Volgens de nieuwe regelgeving moeten nu ook bezoekers van de bijeenkomsten aan voorwaarden voldoen. Buitenlanders die religieuze bijeenkomsten willen bezoeken, moeten hun persoonlijke gegevens, paspoortnummer en verblijfplaats in China aan de autoriteiten doorgeven. Voor Chinezen blijft het verboden om religieuze bijeenkomsten met buitenlanders te bezoeken.
Ook voor zendelingen uit het buitenland is de situatie in China verslechterd. Zij kunnen er niet zonder meer van uitgaan dat ze in het land mogen verblijven. In februari werd een groep Zuid-Koreaanse zendingswerkers nog zonder pardon op het vliegtuig naar Kazachstan gezet.
Wie wel in China mag blijven, krijgt te maken met strenge regels. Zo is het verboden om te preken of les te geven bij insti- tuten die niet door de staat zijn goedgekeurd.
Boeken
Ook de productie en verkoop van religieuze boeken en andere materialen is aan banden gelegd. „Zendelingen mogen absoluut geen propagandadocumenten uitgeven of andere vormen van missionaire activiteiten uitoefenen”, zo luidt de nieuwe wet. De Chinese overheid schortte vorige maand al de onlineverkoop van Bijbels op. De regering werkt aan een nieuwe vertaling die past bij het communistische land.
Volgens het ministerie van Religieuze Zaken is de Bijbelvertaling een van de grootste opgaven voor de komende vijf jaar. De vertaling en interpretatie moeten „beter passen bij de Chinese context, het socialisme en de Chinese traditie.” Christenen vrezen dat er net als in het verleden alleen Bijbels te koop zullen zijn die de overheid heeft gecensureerd. Behalve de Bijbel werd ook een aantal andere christelijke boeken uit de verkoop gehaald.
Vervolging
Dat de overheid veel aandacht heeft voor christenen uit het buitenland betekent niet dat de vervolging van Chinese christenen minder hevig wordt. Bij de Amerikaanse organisatie ChinaAid komen dagelijks berichten binnen van christenen die worden gearresteerd of veroordeeld vanwege hun geloof.
Zo is afgelopen maandag voorganger Su Tianfu in de zuidelijke provincie Guizhou veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar. Daarnaast kreeg hij zes maanden huisarrest. De afgelopen twee jaar was Su noodgedwongen ook al aan huis gekluisterd.
Volgens ChinaAid werd Su tijdens de zitting veroordeeld vanwege „opzettelijke onthulling van staatsgeheimen” bij het doorsturen van een gebedsbrief in een groepschat voor de kerk in Huoshi, waar hij predikant was. De rechtbank oordeelde echter dat de predikant geen ernstige schade had veroorzaakt.
Het kerkgebouw van de gemeente van Su is afgelopen januari door de autoriteiten gesloten en verkocht aan een beleggingsmaatschappij.