Rauw verhaal over onrecht, uitbuiting en vertrouwen op God
„Ik weet dat gij waar en wanneer ge maar wilt afgronden kunt openen. Hij sterkt mijn ziel, richt om zijn naam mijn treden in een effen spoor van zijn gerechtigheden.” Een citaat dat het boek ”De weg van de slang” van de Zweedse auteur Torgny Lindgren typeert. Daarin vertelt Johan Johansson zijn verhaal, dat veel weg heeft van de geschiedenis van Job. Lindgren schreef het boek in 1982, maar uitgeverij Cactus gaf het opnieuw uit.
Aan het begin van het verhaal zit Johan, of Jani de Pocher, bij de afgrond waarin zijn boerderij, zijn vrouw en kinderen en de verpachter van zijn boerderij zijn verdwenen. Hij is alles kwijt, heel zijn leven staat op zijn kop en dat brengt hem bij God. „Ik zal u alles vertellen, Heer, van a tot z, en daarna zal ik u alles vragen wat ik niet begrijp.”
Dan volgt een droevig relaas over een boerenfamilie die uitgebuit en misbruikt wordt door de pachtheer en zijn zoon. Omdat Jani’s vader in het gesticht zit en zijn moeder geen geld heeft, moet de pacht op een andere manier voldaan worden. En dat onrecht gaat jaren door. Het verhaal roept afkeer, verdriet en medelijden op en het eindigt in een verschrikkelijke climax.
”De weg van de slang” is een rauw verhaal dat doorspekt is met Bijbelteksten, maar ook erg expliciete bewoordingen bevat. Enerzijds onderstreept dat de ernst van de gebeurtenissen, anderzijds zorgt het voor een ongemakkelijk gevoel tijdens het lezen. Jani wordt niet opstandig, maar hij gaat naar God. Dit houdt de lezer een spiegel voor: wat doen wij in tegenspoed?
Boekgegevens
De weg van de slang, Torgny Lindgren; uitg. Cactus, Kampen, 2018; ISBN 978 94 925 0412 8; 118 blz.; € 15,-.