Bij de RCN hadden de ICT-systemen en ook de verbindingen met netwerken van andere rijksdiensten zoveel kwetsbaarheden, „dat het risico van inbraak en ontvreemding en manipulatie van informatie aanwezig was”. President Arno Visser van de Rekenkamer omschrijft het als een „achterdeur” die openstond, een probleem dat in april werd ontdekt. Er zijn geen aanwijzingen dat kwaadwillenden gebruik hebben gemaakt van het lek.

Op aandringen van de Rekenkamer heeft het ministerie direct maatregelen getroffen, een maand na het aantreffen van de open achterdeur was deze gesloten. Het aanpakken van de overige zwakke plekken in de informatiebeveiliging bij de RCN gaat nog zeker tot 2019 duren.

Ook bij de Tweede Kamer en DUO, de organisatie die onderwijswetten en -regelingen uitvoert, was de ICT-beveiliging onvoldoende. Alleen de ministeries van Algemene Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hadden de beveiliging op orde. Volgens Visser is sprake van een „structureel probleem’. We moeten dit veel beter op orde hebben.”

Minister van Financiën Wopke Hoekstra erkent dat cyberveiligheid een vraagstuk is dat de volle aandacht van het kabinet verdient. „Het is een probleem dat nog wel even bij ons zal zijn en waar we ons als overheid tegen zullen moeten wapenen.” Hij benadrukt dat verspreid over meerdere ministeries al „significant extra geld” is vrijgemaakt om de beveiliging beter op orde te brengen.

De Rekenkamer haalt verder uit naar het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, waar de verlening van subsidies nog steeds rammelt. Het is ernstig dat er onvoldoende verbetering is bereikt bij het aanpakken van misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies, stelt de waakhond. Met die subsidies was vorig jaar 1,36 miljard euro gemoeid.