„Oostenrijk heeft voor miljarden aan roofkunst”
Oostenrijk heeft voor miljarden euro’s aan kunstwerken in bezit die toebehoren aan slachtoffers van de holocaust. Dat stelde de Amerikaanse advocaat Edward Fagan donderdag. Hij heeft Oostenrijk voor een rechtbank in New York gedaagd.
Vorige maand beschuldigde Fagan Duitsland al van het achterhouden van kunstschatten. Van Duitsland eist Fagan 18 miljard euro, van Oostenrijk 15 miljard. De Amerikaanse jurist werkt in opdracht van een vereniging van holocaustslachtoffers. De Oostenrijkse regering zou na de Tweede Wereldoorlog in ieder geval „tienduizenden” schilderijen hebben achtergehouden, aldus Fagan. Naast de Oostenrijkse overheid klaagt hij ook de Oostenrijkse centrale bank, musea en andere instellingen aan.
Tijdens het nazi-regime van Adolf Hitler werden huizen van Joden met grote regelmaat geplunderd en werden kunstvoorwerpen meegenomen. Na de oorlog heeft de Oostenrijkse regering getracht overlevenden te achterhalen, maar dat alleen is niet genoeg, aldus Fagan. Mochten er geen nazaten van de slachtoffers worden gevonden, zo stelde de jurist, dan moeten de werken worden verkocht en de opbrengst worden gedoneerd aan andere holocaustslachtoffers.
Fagan slaagde er in 1998 in de Union Bank of Switzerland en Crédit Suisse, de belangrijkste particuliere banken van Zwitserland, over te halen om 1 miljard euro schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers van de holocaust. Deze banken zouden het nazi-regime financieel hebben ondersteund.