Column (Jan van Klinken): Slangenvenijn
Eens dronk ik in de tuin van een Amsterdamse grachtenpandbewoner een kop koffie toen de man me ineens olijk aankeek en zei: „Dus jij bent een otegentak’er?” Ik keek hem met een verwonderde blik aan. Otegentak’er? Nooit van gehoord. De man zei „een gereformeerde opvoeding” te hebben gehad, waarbij hem op school was geleerd dat wij mensen Ongeschikt zijn Tot Enig Goed En Neigend Tot Alle Kwaad. Ik vergat hem helaas te vragen of hij dat bewaarheid had zien worden in zijn leven.
Het antwoord kan eigenlijk niet missen. Wie dagelijks de media volgt, kan nauwelijks tot een andere conclusie komen dan dat wij mensen met z’n allen echte otegentak’ers zijn. Moord en doodslag zijn in eigen land aan de orde van de dag en als ik er de buitenlandse berichten over oorlogen en terreuraanslagen bij betrek, is iedere verdere discussie overbodig. Je moet echt je hoofd langdurig in het zand hebben gestoken om te beweren dat het allemaal wel meevalt.
Overigens zijn velen, ook onder ons, het er roerend mee eens dat we een verdorven aard hebben, zolang ze daar slechts collectief op worden aangesproken. Anders wordt het als man en paard worden genoemd. Stel dat uw predikant zondag iemand zou aanwijzen en zeggen: „Het is in u te prijzen dat u al tien jaar lang bejaarde mensen uit de gemeente bezoekt, maar niettemin bent u melaats van de hoofdschedel tot de voetzool toe.” Dan wordt het toch een ander verhaal. Maar dat terzijde.
We hebben de jaarlijkse lintjesregen weer achter de rug en die viel ook dit keer velen ten deel. Meer dan 2900 mensen zelfs. Tel daar degenen bij op die de afgelopen pakweg 25 jaar werden onderscheiden, en je komt tot gigantische aantallen mensen die veelal onbaatzuchtig goede werken doen. Hoe kan dan de Bijbel zeggen dat wij geen van allen deugen? „Er is niemand, die goed doet, er is ook niet tot één toe”, staat er letterlijk in Romeinen 3. Het vervolg gaat nog een stapje verder: „Hun keel is een geopend graf; met hun tongen plegen zij bedrog; slangenvenijn is onder hun lippen.” Is dat toch niet wat overdreven?
Ik moest eraan denken toen ik op Twitter de uitbraaksels las over prinses Amalia naar aanleiding van haar optreden in Groningen op Koningsdag. Het ging alle perken te buiten. Ze zou doen denken aan de Hamsterweken van AH, een papperige indruk maken en meer van dat soort grove beledigingen. Ik zal ze u verder besparen, maar neem van mij aan dat de typering uit Romeinen er niet ver naast zit.