De regeringspartijen kwamen tijdens de kabinetsformatie overeen een eind te maken aan de belasting op de winstuitkering voor aandeelhouders, in de hoop Nederland aantrekkelijk te maken voor grote bedrijven. Omdat bewijs voor die veronderstelling ontbreekt, wilden de oppositiepartijen weten of er nog geheime stukken waren die bij het besluit een rol hadden gespeeld. Ze vragen zich af of multinationals het kabinet misschien met dreigementen onder druk hebben gezet. Ook wilden ze weten of ambtenaren de maatregel niet hebben ontraden.

Maar Rutte antwoordde de aandringende oppositie een en andermaal dat hij niet van het bestaan van zulke documenten wist. De oppositie voelt zich nu om de tuin geleid. Volgens GroenLinks-voorman Jesse Klaver „lieg je als je dit zegt, of je hebt niet goed opgelet. Ik weet niet wat kwalijker is.”

De ministers Wouter Koolmees en Carola Schouten en waarschijnlijk ook toenmalig minister Halbe Zijlstra kenden de stukken waar de oppositie tevergeefs naar vroeg. Rutte vindt het niet gek dat deze drie, die secondant waren bij de coalitiebesprekingen, hem niet bijpraatten. Hij vond het ook „niet mijn rol om ernaar te vragen”.

Rutte vond en vindt de vraag of zulke stukken bestaan ook „niet zo’n relevante vraag”, want ze zijn vertrouwelijk. Het ministerie van Financiën, dat de memo’s opstelde, wil ze niet openbaren. Het kabinet blijft daarbij, ook al eist de oppositie ze nu opnieuw op. De rechter buigt zich binnenkort over de vraag of het kabinet in zijn recht staat.

Ook de partijleiders met wie Rutte onderhandelde over een nieuw kabinet houden vol dat zij van niets wisten, zegt de premier. Hij heeft dat nog eens bij Sybrand Buma (CDA), Alexander Pechtold (D66) en Gert-Jan Segers (ChristenUnie) nagevraagd.