Leden van Christus
1 Korinthe 6:15a
„Weet gij niet dat uw lichamen leden van Christus zijn?”
Indien iemand wedergeboren is, dan zondigt hij niet. Eenieder die uit God geboren is, die doet de zonde niet. Hij is hervormd en al de leden van zijn lichaam schikken zich naar de soevereiniteit en regel der genade. Ja, zijn lichaam wordt onberispelijk, heilig en Gode welbehaaglijk bewaard. Het is een lidmaat van Christus en een tempel van de Heilige Geest.
Hoe gelukkig is de mens die met dit lichaam gezegend is! Gewis, die zo wedergeboren is, zal het Koninkrijk Gods zien. Zoals het lichaam, moet ook de ziel van deze mens door genade vernieuwd worden. Verheerlijkt dan God in uw lichaam en in uw Geest, zegt de heilige Paulus. Het lichaam en de geest moeten beide God verheerlijken. Zoals al de delen van het lichaam, zo moeten ook al de krachten van de ziel daarop gericht zijn.
Het verstand dat in de oude mens blind en onkundig omtrent hemelse zaken is, of hoe kundig dat het ook in vele dingen moge zijn, kan evenwel nooit tot de zaligmakende kennis geraken. Het moet in de nieuwe mens gezalfd worden met de ogenzalf van de Geest, begaafd zijn met de kennis van de goddelijke waarheden, inzonderheid met die heilige en zaligmakende verborgenheden die het Koninkrijk Gods betreffen.
Isaac Ambrosius, predikant te Preston (”Leer der wedergeboorte”, 1660)