Striktere controle op biolandbouw
Om zeker te weten dat vlees, groente of fruit met een biologisch label dat ook echt is, krijgen producenten, maar ook verwerkers, vervoerders en verkopers in de EU vanaf 2021 minstens een keer per jaar controle. Als geen fraude wordt geconstateerd, wordt dat tweejaarlijks.
Voor producten van buiten de EU, nu goed voor de helft van de verkoop in Europa, gelden nu nog relatief soepele regels, maar die worden gelijkgetrokken. Het Europees Parlement heeft ingestemd (466 tegen 124) met deze aanscherping van de verordening voor biologische landbouw.
Bioboeren moeten besmetting met gifresten en kunstmest zo veel mogelijk vermijden. Als er toch ongeoorloofde sporen van bestrijdingsmiddelen van de buren op bijvoorbeeld fruit zit, mag dat niet als biologisch worden verkocht. Als uit onderzoek blijkt dat een biologische teler er bewust mee heeft gespoten, verliest hij zijn status.
Lidstaten kunnen strengere waarden voor gifrestanten hanteren dan de EU-norm, maar mogen biologische producten uit minder strikte EU-landen niet langer weren, mits die producten de EU-norm niet overschrijden. De Europese Commissie bekijkt in 2025 of de normen in alle EU-landen moeten worden gelijkgeschakeld.
Boeren die zowel gewoon als organisch voedsel telen mogen dat doen, mits die twee activiteiten duidelijk gescheiden zijn. Voor kleinere boeren wordt het makkelijker om een biologisch groepscertificaat voor hun producten te krijgen.
De markt voor organische producten in Europa is de afgelopen vier jaar met de helft gegroeid naar zo’n 30 miljard euro per jaar. Slechts 7 procent van het landbouwareaal wordt gebruikt voor biologische landbouw.