Nieuw hart
Romeinen 6:19
„Gelijk gij uw leden gesteld hebt om dienstbaar te zijn der onreinheid en der ongerechtigheid tot ongerechtigheid, alzo stelt nu uw leden om dienstbaar te zijn der gerechtigheid tot heiligmaking.”
Het hart in de oude mens is vol van boze bedenkingen, doodslagen, overspelen, hoererijen, dieverijen, valse getuigenissen en lasteringen. In de nieuwe mens is het hart het eerste lid dat vernieuwd moet worden. Hier is het dat genade zich eerst neerzet en naderhand wordt hij overal verspreid. Zoals in de natuurlijke geboorte het hart eerst geformeerd wordt, zo wordt in de geestelijke wedergeboorte het hart ook eerst gereformeerd. Sommigen noemen het de beweegster van alle daden der mensen. Want zoals de eerste beweger al de cirkels des hemels met zich omdraait, zo draait het hart met zich om al de leden van het lichaam.
Het oog in de oude mens is de makelaar. Het is de middelaar tussen het hart en het voorwerp om de zondige koop te maken, dat onze Zaligmaker een boos oog noemt. Petrus noemt het een overspelig oog. Het oog moet nu in de nieuwe mens omtrent andere voorwerpen bezig zijn. Ik heb een verbond gemaakt met mijn ogen, zegt Job, hoe zou ik dan acht geven op een maagd? „Ik hef mijn ogen op naar de bergen” (Psalm 121:1).
Isaac Ambrosius, predikant te Preston (”Leer der wedergeboorte”, 1660)