Beschermd wonen in de ggz: genieten van kleine parels
Een eigen appartement, met begeleiders én een werkplek om de hoek. In Kruiningen vonden twaalf jonge mensen met een ernstige psychiatrische ziekte onderdak op een nieuwe locatie voor beschermd wonen. „Ik heb hier beter leren omgaan met emoties en conflicten.”
Koffie en thee, soep van de dag, diverse belegde broodjes. In Het Melkmeisje, een sfeervol maatschappelijk restaurant in Kruiningen, serveren de medewerkers voor een schappelijke prijs lunchgerechten. „Daar waar liefde de tafel dekt, smaakt het eten het best”, luidt een spreuk die in grote, sierlijke letters aan de wand hangt. Bij de ingang staat een bord: „Ga zitten, geniet, doe of je thuis bent.”
In de keuken en de bediening werken bewoners van de naastgelegen locatie voor beschermd wonen van ggz-instelling Zeeuwse Gronden. De woonvorm, die vorig jaar de deuren opende, telt twaalf bewoners die elk een appartement hebben. Een van hen is Fleur Visch (18). Als haar werk erop zit, schuift ze in het restaurant aan tafel om haar ervaringen te delen.
Visch vertelt dat ze al op de lagere school kampte met psychische problemen. Ze wordt als kind gepest en krijgt last van anorexia nervosa. „Ik wilde niet afvallen omdat ik te dik was, maar door spanning kreeg ik vaak geen eten door m’n keel.” Als ze dertien is, overlijdt haar vader. Een paar maanden later gaat ze het huis uit. Ze woont in een pleeggezin, een jeugdzorginstelling en „op heel veel andere plekken.”
Emoties uiten
Visch volgt een vmbo-kaderopleiding theater. Een vervolgopleiding op de Theaterschool rondt ze niet af, hoewel de studie haar aanspreekt. „Theater helpt me op mijn eigen emoties te uiten, in de rol van een ander.”
Vlak voor haar achttiende verjaardag, tien maanden geleden, verhuist ze van een jeugdzorginstelling naar de nieuwe locatie voor beschermd wonen in Kruiningen. Ze heeft er een eigen appartement, maar kan ook terecht in een gezamenlijke woonkamer. Per dag kiest ze of ze thuis eet, of samen met andere bewoners.
Het contact met haar buren en lotgenoten ervaart Visch als wisselend. „Als je in de woonkamer ziet dat iemand down is, vraag je of er iets aan de hand is. Een gesprek met een medebewoner van dezelfde leeftijd helpt je soms beter dan met een begeleider. Maar ik merk ook weleens dat mensen denken dat ze me begrijpen, terwijl dat niet zo is.”
In de beschermende woonvorm krijgt ze behandeling en begeleiding, onder meer voor zaken die met haar psychiatrische ziekte te maken hebben. „Ik heb ADHD en trekken van borderline. Soms heb ik paniekaanvallen. En bij stress word ik misselijk. Daar heb ik wekelijks, soms dagelijks mee te maken. Als dat hier tijdens m’n werk gebeurt, neem ik een time-out. Ik kan me dan altijd even terugtrekken in het woongedeelte. En m’n woonbegeleider is beschikbaar om tips te geven.”
Visch’ dagbesteding is divers. Een dag per week is gereserveerd voor therapie, een andere voor huishoudelijk werk en overige bezigheden. De overige dagen werkt ze in het restaurant bij Equicentrum de Kraaghoeve in Terneuzen, een dagbestedingslocatie van Zeeuwse Gronden waar ook paardentherapie wordt gegeven, of in Het Melkmeisje. De laatste werkplek vindt ze het fijnst. „Bij Equi voel ik me kantinejuf. Hier zijn minder prikkels en ben ik meer een gastvrouw voor de bezoekers.”
Naast haar dagprogramma houdt Visch tijd over voor hobby’s, zoals winkelen of bezig zijn met make-up en visagie. „Dat laatste doe ik veel in m’n vrije tijd. Ik vind dat rustgevend. Sommigen hebben dat met tekenen, ik heb het hiermee.”
Schizofrenie
„Het nieuwe beschermd wonen”, zo typeert Jan van Blarikom, voorzitter van de raad van bestuur van Zeeuwse Gronden, de woonvormen van zijn instelling. De eerste ontstond in 2005 in Terneuzen. Kruiningen opende vorig jaar als negende locatie de deuren en heeft overwegend jonge bewoners, van 18 tot 23 jaar.
In het verleden betekende beschermd wonen dat mensen leefden in een groep en alleen een eigen slaapkamer hadden, schetst Van Blarikom. Alle andere ruimtes waren gemeenschappelijk. In het nieuwe beschermd wonen beschikt iedereen over een eigen appartement met woonkamer, slaapkamer, douche, toilet en keuken.
Daarnaast is er een gezamenlijke woonruimte. „Er is altijd de mogelijkheid voor ontmoeting. Doordat mensen bij elkaar wonen, worden ze geregeld aangesproken door andere bewoners of medewerkers. Maar ze kunnen zich wanneer ze dat willen ook terugtrekken in hun appartement. Die behoefte is er. Het leven in een groep is voor een flink aantal kwetsbare mensen te druk.”
Alle bewoners hebben een ernstige psychiatrische ziekte. Ongeveer de helft lijdt aan schizofrenie. Ook ernstige depressiviteit en manische depressiviteit komen veel voor. Behandeling en begeleiding hebben plaats op de locatie voor beschermd wonen. „Er is toezicht op het medicijngebruik. Naast vaste behandelmomenten door een psychiater of psycholoog zijn er spontane contacten tussen bewoners en begeleiders. Als Marie of Piet de voordeur uit komt, zien medewerkers hoe ze erbij lopen. Daar spelen ze op in.”
Op de locatie in Kruiningen is 24-uursbegeleiding aanwezig. „Dat komt doordat we ook een logeerplek hebben voor mensen met wie het thuis even niet zo goed gaat en die hier op elk moment bij iemand kunnen aankloppen. Op locaties zonder logeeradres is er vanaf het tweede deel van de avond tot de ochtend geen personeel aanwezig.”
Medewerkers zijn alert of bewoners zich niet te veel isoleren, zegt senior begeleider Reinier de Feijter. „Als dat gebeurt, proberen we erachter te komen wat er speelt en hoe we iemand kunnen motiveren om dingen te doen die hij leuk vindt. Soms is het nodig daarvoor een-op-een met een bewoner op te trekken, door bijvoorbeeld een terrasje te pakken of een rondje te fietsen.”
Drugsvrij
Kenmerk van alle locaties is dat ze drugsvrij zijn. Van Blarikom: „Bewoners stemmen daarmee in. Als we merken dat ze toch drugs gebruiken, krijgen ze één waarschuwing. Bij een tweede keer moeten ze vertrekken. Dat is de afgelopen jaren in totaal drie, vier keer voorgekomen.”
Zeeuwse Gronden benadrukt het belang van lichamelijke beweging en dagbesteding. Een deel van de bewoners volgt een opleiding. Anderen werken binnen of buiten de instelling. Zo is er behalve in Kruiningen ook in Terneuzen een maatschappelijk restaurant en kunnen patiënten op de manege in Terneuzen of in een pluktuin nabij Kortgene aan de slag.
Het wonen op de diverse locaties kent geen maximumtermijn. „Dat is voor onze doelgroep belangrijk. In het verleden moesten mensen vaak verhuizen. Ouders constateerden daarna geregeld een terugval bij hun kinderen. Ze gingen zich isoleren, lieten niemand binnen, verwaarloosden hun huis en kregen een huurschuld.”
Contact familie
Sociaal psychiatrisch verpleegkundige Sofie Jamers werkt sinds de opening in de locatie Kruiningen. „Het begin was pittig”, zegt ze. „Dat heeft ermee te maken dat we hier vooral jongeren hebben. Een belangrijke vraag is: hoe gaan we om met regels, zoals doordeweeks voor tien uur ’s avonds thuis zijn en in het weekend voor één uur. We proberen daar samen met de bewoners zo goed mogelijk uit te komen.”
Fleur Visch herkent dat. „Bij de vorige instelling waar ik verbleef, werd alles voor je bepaald. Hier bespreken we de zaken met elkaar. Als iets niet werkt, zoeken we samen naar een oplossing. Onze eigen inbreng wordt gewaardeerd, bijvoorbeeld als het gaat om de inrichting van de gezamenlijke woonkamer.”
Elke bewoner heeft persoonlijke doelen waaraan hij werkt, zegt Jamers. „Voor de een is dat het zoeken van passend werk, voor een ander het herstellen van contact met familie.” Betrokkenheid van ouders of andere verwanten heeft Zeeuwse Gronden hoog in het vaandel staan. „Als we met bewoners een behandelplan hebben opgesteld, nodigen we de ouders uit om dit met hen te bespreken. En onlangs hadden we een drukbezochte familiedag die vooral in het teken stond van gezelligheid en ontmoeting.”
De jongeren hebben de ruimte om eigen bezigheden op te pakken. Zo houden sommigen een huisdier. Enkele bewoners zijn betrokken bij een kerkelijke gemeente in de buurt en bezoeken daar op zondag een dienst. Ook biedt Zeeuwse Gronden de mogelijkheid gezamenlijk deel te nemen aan sportactiviteiten of cursussen.
Het contact met de buurt is goed, mede door het maatschappelijk restaurant, zegt senior begeleider De Feijter. Het restaurant trekt onder andere bezoekers van een naburig zorgcentrum. „Mensen in het dorp herkennen ons als we een boodschap doen bij de bakker of de supermarkt. Ze maken graag een praatje.”
„We hebben leuk contact met een buurvrouw, die we ”buufje” noemen”, zegt Fleur Visch. „Ze komt bijna dagelijks in het restaurant om koffie te drinken en een praatje te maken.”
Trakteren
Hoewel Visch het op haar huidige adres goed naar haar zin heeft, kijkt ze ook verder. „Sinds ik hier woon, heb ik beter leren omgaan met emoties en conflicten. Het is mijn plan om over twee jaar op mezelf te wonen, met af en toe begeleiding aan huis. Daar werk ik naartoe. Ook wil ik een baan vinden met een normaal inkomen, maar ik moet nog uitzoeken in welke richting dat precies zal zijn.”
Intussen geniet Visch van kleine dingen. „Als ik een week heb gewerkt, krijg ik een bon om gratis in Het Melkmeisje te eten. Daardoor kan ik hier af en toe m’n moeder of een vriendin trakteren. Dat zijn kleine pareltjes waar ik gelukkig van word.”
Zeeuwse Gronden
Ggz-instelling Zeeuwse Gronden werd in 2003 opgericht op initiatief van de Zeeuwse afdeling van familievereniging Ypsilon en enkele hulpverleners. Zij richt zich op mensen met een ernstige psychiatrische ziekte. Deze kunnen onder meer terecht op negen kleinschalige locaties –meestal twaalf appartementen– voor beschermd wonen, in plaatsen als Kruiningen, Middelburg en Terneuzen. In Koudekerke, Yerseke en Goes worden komend jaar nieuwe locaties geopend. In totaal krijgen zo’n 450 patiënten (ambulante) zorg van Zeeuwse Gronden, dat 160 medewerkers telt.
Donderdag belegt de ggz-instelling in samenwerking met familievereniging Ypsilon het symposium ”Het nieuwe beschermd wonen”. De bijeenkomst in Dordrecht richt zich op cliënten, familieleden, beleidsmakers en medewerkers van woningbouwcorporaties, ggz-instellingen en gemeenten.