Rente in VS gaat vrijwel zeker omhoog
De dag van woensdag gaat vrijwel zeker de monetaire geschiedenis in als een keerpunt in de renteontwikkeling in de Verenigde Staten. Analisten verwachten dat het stelsel van Amerikaanse centrale banken, de Federal Reserve (Fed), voor het eerst in ruim vier jaar besluit de rente te verhogen.
Het belangrijkste rentetarief, de ”federal funds rate”, staat sinds vorig jaar juni op 1 procent. Dat is het laagste peil sinds 1958. De golfbeweging in de ontwikkeling van de rente, die samenhangt met pieken en dalen in de economische groei en de inflatie, bereikte in de VS in mei 2000 haar meest recente hoogtepunt. Toen schroefde de Fed de federal funds rate voor de zesde keer op rij omhoog. Het tarief kwam op 6,5 procent, het hoogste peil in meer dan negen jaar.
De topman van het bankenbestuur, de inmiddels 78-jarige Alan Greenspan, liet bij die gelegenheid weten nog steeds een risico van oplopende inflatie te zien, maar een verdere verhoging bleek uiteindelijk niet nodig. Eind 2000 was het tij gekeerd. De Fed stelde in december vast dat het belangrijkste risico niet meer de geldontwaarding was, maar zwakte van de economie. Dat was voor de financiële wereld het signaal dat een renteverlaging niet lang meer zou uitblijven. Op 3 januari ging de federal funds rate toch nog onverwacht snel omlaag met 0,5 procentpunt.
Daarna volgden nog twaalf verlagingen, waarvan de laatste in juni 2003 tot 1 procent. In één uitzonderlijk geval ging de rente omlaag buiten een reguliere vergadering van de centrale banken om, zes dagen na de terreuraanslagen van 11 september 2001. De Fed wilde daarmee vooral een psychologisch signaal geven aan de financiële markten, waar grote bezorgdheid was ontstaan over de economische gevolgen van de aanslagen.
De forse daling van de rente heeft ongetwijfeld sterk bijgedragen aan het herstel van de Amerikaanse economie. Die groeit de laatste tijd met zo’n 4 procent op jaarbasis, een tempo waaraan Europa en Japan niet kunnen tippen. Lange tijd leverde de expansie nog weinig extra arbeidsplaatsen op. Dat weerhield de Fed ervan op de renterem te trappen. Nu het ook met de werkgelegenheid duidelijk beter gaat, is zwakte van de economie niet meer het grootste probleem.
Greenspan heeft de financiële markten de laatste tijd net als eind 2000 keurig voorbereid op de koerswijziging. Zo liet hij weten dat het gevaar van deflatie (daling van de prijzen) was geweken. Daarmee wilde de bankpresident niet zeggen dat het inflatiespook weer in vol ornaat op het toneel verschijnt, maar een renteverhoging kwam wel dichterbij. De vrees dat die fors zal zijn, heeft de Fed inmiddels weggenomen.
Analisten verwachten woensdag een beperkte verhoging van de federal funds rate van 1 tot 1,25 procent. De periodieke Fed-vergadering begon dinsdag al. Doorgaans blijven de bijeenkomsten tot die dag beperkt, maar een paar keer per jaar zijn ze tweedaags.
Greenspan is al sinds 1987 voorzitter van de vergaderingen. Hij werd toen benoemd door president Reagan. Eerder deze maand kreeg hij een vijfde termijn. President Bush heeft er met het oog op de presidentsverkiezingen van november alle belang bij de Fed-topman nog even te laten zitten om onrust op de financiële markten te voorkomen. De kans dat Greenspan de volle termijn uitzit, lijkt mede gezien zijn leeftijd niet groot.