De bewoners moeten de kosten betalen die gemaakt moeten worden om van het recreatiepark een gewone woonwijk te maken. Die kosten zijn voorlopig geraamd op 3 miljoen euro. De raad gaat in tegen de wens van de provincie Gelderland, die nog steeds niet voor permanente bewoning van vakantievilla’s is. Lingemeer is het eerste vakantiewoningenpark in Nederland dat uiteindelijk een gewone wijk wordt.

In de jaren negentig rezen luxe villaparken voor vakantiegangers overal in het land als paddenstoelen uit de grond. Gemeenten lieten oogluikend toe dat kopers van de woningen zich definitief vestigden in de recreatieparken. De bewoners betaalden gemeentelijke lasten, mochten zich bij de gemeente inschrijven en kregen een postadres.

Vanaf 1997 trok de provincie Gelderland, met de meeste vakantieparken binnen de grenzen, echter als eerste ten strijde tegen de permanente bewoning. Volgens de provincie is het niet eerlijk dat de bewoners „voor relatief weinig geld op de mooiste plekjes wonen, waar normaal gesproken beslist geen woonwijk zou zijn gebouwd.” Inmiddels is de permanente bewoning een landelijk probleem.

De Raad van State bepaalde in september dat 23 gezinnen op Lingemeer hun woning moesten verlaten op straffe van een dwangsom van maximaal 90.000 euro per gezin. Daarmee was de jarenlange juridische strijd beslecht. Minister Dekker van VROM, die enkele weken later Lingemeer bezocht, noemde de permanente bewoning echter „een lastige kwestie.” Zij besloot dat provincies en gemeenten tot eind dit jaar de tijd zouden krijgen om zelf een oplossing te zoeken.

De Burense raad erkent dat de bewoners van Lingemeer de dupe zijn van het mistige gedoogbeleid van jaren. Daarom wil de gemeente het bestemmingsplan zodanig wijzigen dat Lingemeer een gewone wijk kan worden. De bewoners moeten zelf een verzoek om bestemmingsplanwijziging indienen.

De bewoners moeten ook een bankgarantie overleggen aan de gemeente waaruit blijkt dat zij de kosten van legalisering kunnen dragen. Er zijn maatregelen als het plaatsen van lantaarnpalen nodig, maar ook moeten talrijke externe adviseurs worden betaald.

Bovendien komen er mogelijk planschadeclaims, terwijl een hernieuwd juridisch gevecht, bijvoorbeeld vanuit het provinciebestuur, niet ondenkbaar is. De raad vindt echter dat de bewoners die kosten moeten opbrengen, omdat zij goedkoop aan een luxueuze woning zijn gekomen. In de raad stemde alleen Gemeentebelangen tegen.