Handels- en rentezorgen drukken Wall Street
De aandelenbeurzen in New York zijn vrijdag lager gesloten. De oplaaiende handelsspanningen tussen de Verenigde Staten en China bleven het sentiment op Wall Street bepalen.
Beleggers verwerkten verder het belangrijke banenrapport van de Amerikaanse overheid, dat slechter uitviel dan verwacht en opmerkingen van Fed-president Jerome Powell daarover. Die wakkerden de angst voor rentestijgingen aan.
De Dow-Jonesindex sloot 2,3 procent lager op 23.932,76 punten. De brede S&P 500 verloor 2,2 procent tot 2604,47 punten en technologiebeurs Nasdaq zakte 2,3 procent en eindigde op 6915,11 punten.
President Donald Trump dreigde om heffingen op te leggen op nog eens 100 miljard dollar aan Chinese importproducten. Daarmee reageert hij op de in zijn ogen „oneerlijke vergelding” van China op eerdere Amerikaanse heffingen. Bedrijven die hinder kunnen ondervinden van een handelsconflict stonden onder druk. Dat gold voor onder meer vliegtuigbouwer Boeing, autofabrikant General Motors (GM) en de machinebouwers Caterpillar en Deere. Zij verloren tot 4 procent.
Behalve de Chinezen werd ook Amazon (min 3,2 procent) weer eens onder vuur genomen door Trump. Hij zei dat het webwinkelbedrijf serieus onder de loep wordt genomen vanwege oneerlijke concurrentie.
Een bericht dat Amazon betalingen tussen personen mogelijk wil maken via zijn virtuele assistent Alexa, zorgde dan weer voor koersdalingen bij betalingsbedrijven PayPal en Square. De twee leverden tot 4,5 procent in.
Verfmaker Axalta won 2,5 procent. Het zou volgens bronnen goed kunnen dat het bedrijf een nieuwe poging waagt om tot een fusie met branchegenoot AkzoNobel te komen. PPG Industries (min 2,1 procent) zou op zijn beurt mogelijk weer in de markt zijn voor een overname van de Nederlandse verfreus.
Supermarktketen Supervalu overweegt zichzelf in de etalage te zetten en werd door beleggers 9,3 procent hoger gezet. Het bedrijf wordt belaagd door activistische investeerder Blackwells Capital.
Uit het banenrapport bleek dat de werkgelegenheid in de VS in maart minder hard is toegenomen dan alom werd verwacht. Verder bleek dat de lonen in de VS sterker stijgen. De hogere lonen kunnen de inflatie aanjagen wat een snellere renteverhoging tot gevolg kan hebben.
De euro was 1,2285 dollar waard, tegen 1,2275 bij het sluiten van de Europese beurzen. Amerikaanse olie ging voor 61,97 dollar per vat van de hand, een daling van 2,5 procent. Brent-olie werd 1,9 procent minder waard en kostte 67,06 dollar per vat.