Kerken Japan tegen zingen van volkslied
De Nationale Raad van Kerken van Japan heeft zich op zijn 35e algemene vergadering uitgesproken tegen het verplicht stellen van de groet aan de vlag en het zingen van het Japanse volkslied bij publieke activiteiten in het onderwijs.
Dat meldt het persbureau Kerknet-Vlaanderen. De beslissing van de Japanse Raad van Kerken is een reactie op een bepaling die in 1999 werd doorgevoerd. De kerken spraken zich daar toen tegen uit omdat dit volgens hen strijdig was met principes van geweldloosheid, democratie en de fundamentele mensenrechten die in de grondwet van Japan zijn vast gelegd.
In april werden leerkrachten gestraft omdat ze weigerden om het volkslied te zingen en het op de piano te begeleiden tijdens de eindejaarsplechtigheid in scholen in Tokio. Volgens de Nationale Raad van Kerken is dat strijdig met de toezeggingen van de vorige premier, Obuchi. Die stelde destijds dat men de regel niet met alle middelen zou afdwingen.
Volgens de Raad van Kerken is dit ook strijdig met artikel 14 over de vrijheid van denken, geweten en godsdienst van de Conventie van de Rechten van het Kind. „Wij christenen van Japan, evenals aanhangers van andere godsdiensten die zich inzetten voor vrede, zijn erg ongerust over deze situatie. We stellen vast dat leerkrachten hiermee moeilijkheden hebben wegens hun geloof.”
Het ongenoegen en protest van de Nationale Raad van Kerken en andere kerkelijke organisaties in Japan moet gezien worden tegen de historische achtergrond en het oorlogsverleden van Japan. Zowel de vlag als het volkslied waren het symbool bij uitstek van het imperiale militarisme, dat niet zelden ontspoorde in agressieve oorlogen. „Wij Japanners vielen omringende landen binnen en brachten er onschuldige burgers om het leven terwijl het volkslied onder de vlag gezongen werd. Wij werden gedwongen om de keizer boven God te stellen en we accepteerden om de keizer in de Shinto-heiligdommen te vereren.”
Volgens de raad mag men deze fase uit de geschiedenis niet vergeten. Hij wijst er ook op dat na de Tweede Wereldoorlog lidkerken en organisaties van de Nationale Raad van Kerken van Japan deze vergissingen toegaven en vergiffenis vroegen aan God en aan de omringende landen. „We hebben getracht om het Evangelie van de verzoening te beleven met onze broeders en zusters in andere Aziatische landen. Nu zwijgen over deze daden van de regering van Tokio Stad zou deze schuldbekentenissen oneer aandoen”, aldus de organisatie.