„De SP wil er zijn voor iedereen”
Onvermoeibaar trokken de lokale vertegenwoordigers van de SP tijdens de campagne de volkswijken in. Deur na deur klopten ze aan, toch liet bijna een kwart van hun kiezers het op 21 maart afweten. „We moeten ons niet laten aanleunen dat we een partij van en voor losers zijn.”
Of hij de toekomst voor de SP somber inziet? Theo de la Haye, voorzitter van de SP-afdeling in Purmerend, moet eigenlijk lachen om die vraag. „Natuurlijk niet”, klinkt het gedecideerd.
De la Haye is in een goede luim en dat is te begrijpen. Moest de SP in Purmerend in 2014 wegens onderbezetting afzien van verkiezingsdeelname, vorige week keerde de partij er met drie zetels terug in de raad. „Eén meer nog dan we er in 2006 haalden”, glundert hij.
De SP-speerpunten voor de campagne waren klip-en-klaar, zegt de voorzitter. Kort samengevat: geen hoogbouw in de historische binnenstad. Geen Van der Valkhotel in het Beusebos, de groene enclave tussen de A7 en de Oude Provincialeweg, en meer sociale woningbouw. De achtergrond van die keuze? De la Haye: „We zijn gewoon weer gaan doen waar de SP vanouds goed in is. Langs de deuren gaan en luisteren naar het volk.”
Nieuwkomer
In nog twaalf andere gemeenten kon de SP vorige week hetzelfde kunststukje herhalen als in Purmerend: voor het eerst of na een periode van afwezigheid weer meedoen met de stembusstrijd en jezelf als nieuwkomer profileren. Samen haalden ze er bijna 20.000 stemmen, omgerekend 22 zetels, op. Voor de partij was dat een opsteker. Alhoewel, in 2014 wist de SP ruim twintig nieuwe lokale afdelingen klaar te stomen voor verkiezingsdeelname. Bij elkaar leverde dat de partij toen ruim 43.000 stemmen en 57 zetels op.
Behalve dat het uitbreiden van de partij dus moeizamer verloopt, lukt het de SP ook niet goed de nieuwe kiezers uit 2014 aan de partij te binden. Slechts in een van de groeigemeenten, Schouwen-Duiveland, was er vorige week stemmenwinst, die overigens te mager bleek voor zetelwinst. Van de 57 in 2014 nieuwverworven zetels raakte de SP er vorige week weer 15 kwijt. Het totaalplaatje nadat de SP op 21 maart in 109 gemeenten meedeed aan de verkiezingen is somber: de partij verloor bijna een kwart van de in 2014 in deze plaatsen behaalde stemmen en zetels: om precies te zijn 23 procent.
Vervolgmaatregelen
„Het verlies voor ons zat deze keer onder andere in de grote steden”, stelt SP-partijvoorzitter Ron Meyer. In Arnhem daalde het zetelaantal van acht naar drie, in Eindhoven van zeven naar vier, in Amsterdam van zes naar drie en in Rotterdam en Zwolle van vijf naar twee. Deze zaterdag bespreekt hij in partijbureau De Moed in Amersfoort met partijgenoten welke vervolgmaatregelen de SP aan het verkiezingsresultaat verbindt.
Wie daar al volop ideeën over heeft, is Leo de Kleijn, twaalf jaar lang de kopman van de SP in Rotterdam. Om de nieuwe, tot twee zetels geslonken fractie de kans te geven op een zo goed mogelijke doorstart stapte hij deze week uit de gemeenteraad. „Ons sociaal-economisch profiel is helder”, analyseert De Kleijn, „maar over thema’s zoals racisme en integratie is de SP te lang te vaag gebleven. Mede daardoor zijn we in de grote steden de band met kiezers met een migratieachtergrond kwijtgeraakt.”
In Rotterdam raakten deze kiezers verder van de SP vervreemd toen het samenwerkingsverband dat De Kleijn was aangegaan met PvdA, GroenLinks en NIDA tweeënhalve week voor de verkiezingen klapte, denkt de oud-fractievoorzitter. „Velen van hen vertelden me op straat dat wij voor hen beslist nog steeds de tweede keuze waren, na DENK of NIDA. Het punt is dat je daar niks aan hebt.”
Kiezers van onder de dertig die vier jaar terug nog op De Kleijn stemden, switchten dit jaar naar GroenLinks, vermoedt de SP’er. „Hun imago in de Randstad en de grote steden is eigentijds en fris. Net als het onze tien jaar geleden, toen wij overal doorbraken. Wij zijn nu te veel de partij van de oudere, witte man die moppert over de zorg en de uitkeringen.”
De Kleijn wil wel gezegd hebben dat de SP herkenbaar moet blijven als de partij die strijdt voor de maatschappelijke onderklasse. „We moeten nu niet op een geforceerde manier gaan roepen dat we er ook voor de middenklasse willen zijn.”
Meebesturen
Wat naast het grotestedenverlies misschien wel de ergste pijn veroorzaakt binnen de SP is dat de aanhang bovengemiddeld fors terugliep in diverse gemeenten waar de socialisten de afgelopen jaren meebestuurden. In 42 van de 44 gemeenten waar de partij wethouders leverde, waren er vorige week verkiezingen. In deze gemeenten raakte de SP in totaal 34 procent van de stemmen en 37 procent van de zetels kwijt. Vier jaar terug waren de uitslagen in gemeenten met SP’ers in het college juist nog bovengemiddeld goed. „Het idee dat je als je meebestuurt een pak voor je broek krijgt, is door ons echt ontkracht”, merkte de partijtop in het SP-blad Tribune destijds tevreden op.
Zetelwinst boekte de SP vorige week behalve in de dertien nieuwe gemeenten, waaronder Purmerend, slechts in Oss. Dat is van oudsher de thuisbasis van de partij en tevens de woonplaats van de landelijke lijsttrekker, Lilian Marijnissen, die in Oss jarenlang in de gemeenteraad zat. In 24 gemeenten bleef het beeld stabiel. Voorzitter Meyer benadrukt dat een betere uitslag in die plaatsen mogelijk was geweest als meer kiezers die de SP een warm hart toedragen de moeite zouden hebben genomen om te gaan stemmen. „Ook de concurrentie met lokale partijen heeft daar zeker nadelig voor ons uitgepakt.”
Veranderaar
Net als in Rotterdam ging vorige week ook in het Limburgse Gennep de vlag bij de SP niet uit. Vier jaar geleden deed de partij er voor het eerst mee en veroverde ze 30 procent van de stemmen. Vorige week haakte een kwart van de kiezers af. Of de SP daar te snel transformeerde van een oppositiebeweging naar een bestuurderspartij? „Als je gelijk gaat meeregeren, moet je je positie als veranderaar gaan waarmaken op bestuursniveau. Dat klopt”, zegt lijsttrekker Rob Janssen. Toch is hij tevreden met wat de SP in Gennep bereikte. „De continuïteit van de zorg is in onze gemeente nooit in gevaar geweest, ondanks alle taken die het Rijk heeft overgeheveld. We hebben dat voortdurend gemonitord en ook de lokale rekenkamer heeft dat vastgesteld.”
Al ruim voordat in de Limburgse gemeente de campagne begon, kondigde de lokale medecollegepartij KERN aan te moeten afhaken wegens gebrek aan kandidaten. Tijdens de herschikking van het politieke krachtenveld dat volgde, belandde de SP in een nek-aan-nekrace met het CDA om de eerste plaats. „Het CDA straalde uit: wij kunnen besturen. Maar wij deden dat natuurlijk ook”, blikt Janssen terug. „Allebei zijn we geworteld in de samenleving. Het CDA meer in het verenigingsleven, wij meer in de volksbuurten. Uiteindelijk hebben zij hun kiezers net wat beter weten te mobiliseren dan wij.”
Ook in Enkhuizen deed de SP bestuurservaring op en wel vanaf 2012, na een breuk in het college dat in 2010 aantrad. SP-wethouder was Marcel Olierook. In 2014 kwam in het voormalige vissersdorpje een vierpartijencoalitie tot stand met onder meer ChristenUnie/SGP. „Dienstbaar willen zijn aan de burger en de verbinding zoeken met de samenleving; dat stond voor het college voorop”, blikt Olierook terug. „Onze coalitiepartners hebben loyaal uitvoering gegeven aan het mede door de SP vormgegeven sociaal beleid.”
Meebesturen vraagt van de SP behendigheid en tact, stelt Olierook. „In een ondernemerscafé greep een succesvolle zakenman me onthutst bij de arm. U van de SP? Dan bent u dus tegen de rijken? Ik zei: Nee meneer, wij zijn tegen armoede. Dat is een verschil.” Bewust gaf de SP in Enkhuizen steun aan plannen om de huizenmarkt aantrekkelijk te houden voor hogeropgeleiden. Olierook: „We moeten ons niet laten aanleunen dat we een partij van en voor losers zijn. We komen op voor de zwakkeren, zeker, maar we willen er zijn voor iedereen. Ook voor degenen die zich vanuit de onderklasse naar de middenklasse hebben opgewerkt.”
Een jaar voor de verkiezingen bracht de oppositie van Enkhuizen onder aanvoering van D66 de coalitie ten val. Olierook moest aftreden. „Een politiek spelletje”, blikt hij terug, „maar de kiezer heeft dat doorzien. D66 verloor bijna 30 procent van de stemmen. De oude coalitiepartijen, waaronder de SP, bleven stabiel.”
Beloond
Hoe de partijtop ook zal reageren op de teleurstellende landelijke cijfers; bang dat meebesturen ontmoedigd gaat worden, is Olierook niet. „Zo’n benadering zou bovendien onverstandig zijn, want verstandig meebesturen wordt beloond. Dat zie je hier.”
Terecht bekeek het landelijk bestuur van de SP vooraf welke afdelingen wel in staat waren aan de verkiezingen mee te doen en welke niet, stelt Olierook. „Sommige fracties moesten zich van de partijleiding terugtrekken. Wat mij betreft terecht; een team moet er gewoon klaar voor zijn.” De partij legde de lat deze keer zo hoog dat alle SP-fracties volgens Olierook de rit kunnen uitzingen. „Of dat nu in de oppositie of in de coalitie is.” Of het voor de SP in Enkhuizen meeregeren of opponeren wordt, laat hij nog even in het midden. Diplomatiek: „We gaan aftasten welke mogelijkheden er zijn.”
In Gennep heeft Rob Janssen zijn keus al gemaakt. „Nu we weten hoe onze deelname kan uitpakken voor de minder draagkrachtigen, doen we graag weer een periode mee.” Theo de la Haye, de winnaar van Purmerend, is het om het even. „Maar”, zegt hij, „als de grote partijen hier zich aan hun verkiezingsprogramma houden, gaan wij zeker meebesturen. Dan kunnen ze gewoon niet om ons heen.”
Kiezen tussen raad en straat
Ht is goed voorstelbaar dat de SP in reactie op de verkiezingsnederlaag meer gaat investeren in buitenparlementaire acties, net als voor de eeuwwisseling. Dat zegt partijhistoricus en SP-kenner prof. dr. Gerrit Voerman.
Tot pakweg 2000 was de partij volgens hem onvervalst populistisch. „Denk maar aan leuzen, zoals: Geen fractie zonder actie en geen raad zonder straat. Vanaf 2000 zijn raad en fractie onmiskenbaar belangrijker geworden. Lokaal en provinciaal meebesturen, moest de opmaat zijn voor deelname aan het landsbestuur. Ook Emile Roemer, van maart 2010 tot december 2017 SP-lijsttrekker, zat duidelijk op die lijn.”
Landelijk verloor de SP bijna een kwart van haar kiezers, in de gemeenten waar ze meebestuurde 37 procent. Voerman: „Het lijkt er sterk op dat ook de SP nu is beland in het rijtje partijen dat door de achterban wordt afgestraft voor regeringsdeelname. Meebesturen wordt door een substantieel deel van de SP-kiezers duidelijk niet geapprecieerd. Een heroverweging van de strategie zou dus niet onlogisch zijn.”
Waar ook de PVV meedeed, kelderde de aanhang van de SP nog harder, namelijk met 32 procent. In gemeenten waar ook DENK een kieslijst had met 44 procent. „Het lijkt er dus op dat de komst van nieuwe partijen ook de achterban van de SP kan doen splijten, net zoals dat bij de PvdA is gebeurd”, stelt Voerman. „De populistische anti-establishmentstem gaat naar de PVV, de migrantenstem naar DENK.”