Overblijvende diplomaten moeten relatie met Rusland zo snel mogelijk herstellen
Wat je ook verzint, met Moskou is het altijd hommeles. Wie op een rijtje zet wat er de afgelopen tien jaar tussen Europa en Rusland is voorgevallen, krijgt vanzelf dat gevoel.
Het Russische nieuwsmedium RT publiceerde woensdagmorgen dia’s uit een interne presentatie van de Britse regering. Daarin staan twaalf ernstige incidenten, van de moord op de Russische oud-spion Litvinenko eind 2006, de annexatie van de Krim tot de moordaanslag op vader en dochter Skripal op 4 maart.
Nederland kan daar, naast de ramp met de MH17, het mislukte Ruslandjaar 2013 aan toevoegen. In plaats van een uitbundige viering van de betrekkingen, liep dat vriendschapsjaar uit op een reeks van schijnbaar toevallige vervelende criminele incidenten, zoals de mishandeling van een Nederlandse diplomaat.
Het Kremlin speelt rond deze voorvallen steevast de vermoorde onschuld. Ook nu weet Moskou van niets rond de moordaanslag op de oud-spion Sergej Skripal en zijn dochter Joelia. Deze ontkenning klinkt zo oprecht en consequent dat je die haast zou geloven. Intussen liggen de Skripals wel in coma, en is de vrouw van Litvinenko al jaren weduwe. Iemand moet dat hebben gedaan.
De Britse regering heeft geen enkele twijfel. Het middel novitsjok is alleen in Rusland gemaakt en daarom staat het „buiten twijfel dat Rusland verantwoordelijk is”, zegt premier May. „Er is geen plausibele alternatieve verklaring.” De EU-leiders namen die laatste zin vorige week over. Wie dat ziet, mag blij zijn dat politici geen rechters zijn. De vaststelling dat we „geen plausibel alternatief” hebben, is in een strafzaak natuurlijk belachelijk. Een aanklager die zoiets tegen een rechter zegt, krijgt te horen: „Dan komt u later maar terug zodra u wel echt bewijs hebt – we leven niet in Rusland.”
Niettemin is de tegenstelling compleet; één partij ontkent in alle toonaarden, maar de andere partij weet de dader al aan te wijzen.
Volgens de Britse minister van Buitenlandse Zaken, Boris Johnson, heeft president Poetin zelfs persoonlijk opdracht gegeven voor de aanslag. Die uitspraak toont de typische preoccupatie met de persoon van Poetin. Alsof de lagere echelons van de Russische staat niet zelf weten hoe ze ‘vijanden van het moederland’ moeten uitschakelen. Zo bezien is het heel best mogelijk dat het Kremlin inderdaad van niets weet.
Intussen is de frustratie in het Westen groot. In 25 landen –meest NAVO-lidstaten– zijn inmiddels 140 diplomaten weggestuurd. Dat is een manier om terug te slaan zonder zelf naar de wapens te grijpen.
Deze uitzettingen zijn niet zonder risico. Rusland vecht altijd veel roekelozer dan het Westen en is lang niet zo bang voor die gevreesde escalatieladder. Voor de overblijvende diplomaten is er daarom volop werk aan de winkel: zo snel mogelijk herstel van de relatie. En dan op zo’n manier dat Rusland zich ook gerespecteerd voelt.