Kritisch rapport over mensenrechten Syrië
De Syrische autoriteiten maken zich in steeds grotere mate schuldig aan schendingen van de mensenrechten door willekeurige arrestatie, stelselmatige marteling en vervolging van de Koerdische minderheid. Het in Londen gevestigde Syrische Comité voor Mensenrechten zegt dit in zijn zondag gepubliceerde jaarverslag.
De organisatie verwijt de regering van president Bashar Assad dat zij in de vier jaar die zijn verstreken sinds haar aantreden haar belofte niet is nagekomen hervormingen door te voeren. Vooral het afgelopen jaar -het rapport heeft betrekking op de periode van 1 juli 2003 tot 20 juni 2004- zou de situatie aanzienlijk zijn verslechterd. Er wordt melding gemaakt van restrictie van de vrijheid van meningsuiting en het recht op vergadering en demonstratie. Mensen die dergelijke rechten opeisen worden hard vervolgd.
Marteling komt onder meer veelvuldig voor in de vorm van slaan met stok, zweep of kabel, elektrische schokken, dreigen met verkrachting en slaapontzegging. Er zouden het afgelopen jaar ten minste zeven gevangenen zijn gestorven aan de gevolgen van marteling of door gebrek aan medische zorg.
Het comité noemt met name de vervolging van afgelopen maart van Syrische Koerden naar aanleiding van etnisch geweld rond een voetbalwedstrijd tussen Arabische en Koerdische voetbalteams in de noordelijke stad Qamishli. Het officiële dodencijfer bedroeg 25, maar anonieme Koerdische bronnen spreken van ruim honderd doden, honderden gewonden en ongeveer 6000 arrestanten. Er zouden nog 400 tot 500 Koerden gevangenzitten. De Koerdische minderheid -ongeveer 1,5 miljoen mensen- klaagt vanouds over discriminatie door de Arabische meerderheid.