Duizenden verlaten Oost-Ghouta
Een konvooi met bijna 7000 leden van een rebellengroep, hun familieleden en andere burgers, is vertrokken uit een belegerd stuk van Oost-Ghouta bij Damascus. Zij reizen naar het noordwesten van Syrië. Dat meldt het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten.
De uittocht is tot stand gekomen na Russische onderhandelingen om de enclave over te dragen aan de Syrische overheid. Het observatorium zegt dat dinsdagochtend vroeg zo‘n honderd bussen het gebied rond de steden Arbin, Ain Tarma en Zamalka hebben verlaten. De meeste mensen die op dit moment het gebied verlaten behoren tot de militie van het al-Rahman Legioen.
Sinds donderdag verlaten de rebellen geleidelijk Oost-Ghouta en aanvaarden ze voor zichzelf en hun familie een veilige doorgang naar Idlib in het noordwesten van Syrië, waar de strijdgroepen nog de dienst uitmaken.
De rebellen in Oost-Ghouta zijn de afgelopen weken verslagen tijdens zware aanvallen door het door Rusland gesteunde Syrische leger.
Het Russische persbureau Tass meldt dat bijna 6800 rebellen en hun families zijn geëvacueerd uit Oost-Ghouta naar een deel van de noordwestelijke provincie Idlib. Dat brengt het totale aantal rebellen dat de laatste drie dagen het gebied verlaten op ruim 13.000.
Het laatste overgebleven gebied in Oost-Ghouta dat nog door rebellen wordt gecontroleerd, is de stad Douma. Daar schuilen tienduizenden burgers voor het geweld.
Behalve in het noordwesten, hebben de anti-Assad rebellen nog een stuk grondgebied aan de grens met Jordanië en Israël en kleine enclaves in de buurt van de steden Damascus, Homs en Hama.