Defensie kiest „duidelijk voor personeel”
Defensie kiest „duidelijk voor het personeel” de komende jaren. Dat zei minister Ank Bijleveld maandag bij de presentatie van haar plannen. Behalve op personeel richt ze zich vooral op achterstallig onderhoud.
Bijleveld hoopt met haar Defensienota de militairen een „nieuw perspectief” te bieden. Ze wil dat bereiken door opleidingen te verbeteren, de arbeidsvoorwaarden te moderniseren, meer te oefenen en door mensen meer zekerheid geven.
Het herstel van het vertrouwen van de mensen is „misschien wel de belangrijkste uitdaging de komende jaren”, aldus Bijleveld. Ze presenteerde de nota in de Generaal-Majoor Kootkazerne in Stroe op de Veluwe.
Defensie kampt met een flink personeelstekort. Dat wil ze ook wegwerken door deeltijdarbeid toe te staan. Ook moeten militairen makkelijker tijdelijk elders kunnen werken, maar ze hoeven ook minder vaak te rouleren.
Oud en versleten materieel wordt vervangen of vernieuwd. De fregatten, mijnenjagers en onderzeeboten worden vervangen. Ook worden de Apache-gevechtshelikopters gemoderniseerd. Defensie gaat flink in cyberdefensie en ICT te investeren.
Verder gaat Defensie de verdediging tegen chemische, biologische, radiologische en nucleaire dreigingen versterken. „De tegenstander op dit vlak staat niet stil”, zei Bijleveld.
Ook blijft een aantal kazernes open. Het gaat onder meer om de Korporaal van Oudheusdenkazerne in Hilversum en de Koningin Wilhelminakazerne in Ossendrecht. En misschien blijven meer locaties open, voegde de minister eraan toe.
De komende jaren is er structureel 1,5 miljard euro extra voor Defensie beschikbaar. In 2020 wordt opnieuw gekeken of de nota nog voldoet. Dat is het moment om te kijken naar mogelijk extra geld van het kabinet, zei de minister.
In de NAVO is in 2014 afgesproken dat de lidstaten 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp) besteden aan Defensie. Die norm wordt niet gehaald. Bijleveld noemt de 1,5 miljard „een belangrijke eerste stap”.
Defensie richt zich in de eerste plaats op het beschermen het koninkrijk en haar bondgenoten, aldus de bewindsvrouw. „We kunnen niet alles doen.” Het woordje ‘ambitieniveau’ komt daarom niet voor in de nota.