Nederlandse garantieregeling geen staatssteun
De Nederlandse garantieregeling voor snelgroeiende middelgrote en grote ondernemingen (bekend onder de naam GO) is geen staatssteun. Dat oordeelt de Europese Commissie na een onderzoek naar mogelijke overtreding van de EU-wetgeving.
Met de GO-regeling verstrekt de Nederlandse staat garanties van 50 procent op nieuwe leningen aan ondernemingen voor maximaal acht jaar. De GO-regeling loopt tot eind 2023, waarbij voor leninggaranties jaarlijks maximaal 400 miljoen euro wordt uitgetrokken, aldus Brussel. De leningen kunnen variëren van 1,5 tot 150 miljoen euro.
De commissie stelt vast dat de regeling zichzelf financiert omdat de Nederlandse staat voor de garanties ‘een passende vergoeding ontvangt, bestaande uit administratieve kosten en een vergoeding van virtueel kapitaal’, licht ze toe. Dat is het kapitaal dat een onderneming die volgens marktvoorwaarden opereert bij het verstrekken van een dergelijke garantie uit voorzorg zou reserveren.
De Commissie heeft dan ook geconcludeerd dat de garantieregeling van de Nederlandse staat geen staatssteun vormt aan banken en ook niet aan ondernemingen die een lening aangaan.
Economische Zaken voerde maatregelen als de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) in om ervoor te zorgen dat gezonde bedrijven voldoende kunnen lenen om te blijven draaien en groeien in crisistijden. Vooral het midden- en kleinbedrijf en innovatieve start-ups hadden en hebben nog steeds last van de terughoudendheid bij sommige banken om geld uit te lenen.