Tussen 2013 en 2016 zouden de Limburgers hebben gefraudeerd en meerdere zorgverzekeraars opgelicht. Zij deden dat volgens het OM door preferente medicijnen in rekening te brengen, terwijl de cliënten van de apotheek niet-preferente medicijnen ontvingen. Dat gebeurde automatisch in het systeem. Preferente medicijnen worden door de zorgverzekeraars volledig vergoed, niet-preferente medicijnen worden niet of deels vergoed.

Vader (76) en zoon (46) hebben tientallen apotheken, vooral in het zuiden van Nederland. De mannen ontkennen iedere vorm van fraude. De Limburgers hebben nooit financieel gewin gehad, benadrukken ze. „De verzekeraar heeft geen cent te veel betaald, het heeft ons geen cent opgeleverd”, aldus vader Jef. Het gaat om boekhoudkundige handelingen. Vader noemt de bedragen die het OM ten laste heeft gelegd „absurd”.

Vader Jef spreekt van een „onschuldige handeling”. „De cliënten waren tevreden, ik heb altijd in hun belang gehandeld.” Jef vertelt de rechter dat hij destijds „ten volle” overtuigd was dat hij het juiste deed. „Met de kennis van nu zou ik het heel anders hebben gedaan. Tegenwoordig ben ik roomser dan de paus.”

Zoon Jaap was pas laat op de hoogte, vertelt hij. Hij was nauwelijks nog in het zuiden, werkte vooral bij een softwarebedrijf vanuit Utrecht. Volgens Jef heeft zijn zoon hem direct achter de broek gezeten om de computersystemen aan te passen, toen bleek dat het fout zat. De rechter vroeg zich af of dat echt waar is, of dat vader Jef zijn zoon misschien probeert te beschermen. Maar vader en zoon ontkennen dat alle twee met klem.

De rechtbank in Rotterdam heeft drie dagen uitgetrokken voor deze omvangrijke zaak. Dinsdag formuleert het Openbaar Ministerie de strafeis tegen vader en zoon. Wanneer de rechtbank uitspraak doet, is nog niet duidelijk.