EU-landen: Rusland achter aanslag zenuwgas
De Europese Unie roept haar ambassadeur terug uit Moskou voor overleg. De maatregel volgt op de vaststelling van de EU-regeringsleiders donderdagavond dat Rusland hoogstwaarschijnlijk achter de aanslag met zenuwgas in Salisbury op oud-dubbelspion Sergej Skripal zit. Volgens hen is dat de enige plausibele verklaring.
Onder druk van de Britse premier May, de Duitse bondskanselier Merkel en de Franse president Macron scherpten de lidstaten hun veroordeling van de aanslag aan. Zij wijzen nu nadrukkelijk naar Moskou. Enkele landen, waaronder Litouwen, hebben zich al bereid getoond om in navolging van het Verenigd Koninkrijk Russische diplomaten uit te wijzen.
„Je ziet dat de Europese Unie nog verder achter het Verenigd Koninkrijk gaat staan”, zei premier Rutte over de aanscherping. Die is volgens hem van grote politieke betekenis en wordt „zeer gewaardeerd” door Theresa May. Zij heeft geen extra bewijzen op tafel gelegd dat de Russen achter de aanslag zouden zitten, vervolgde de premier. „We moeten scherper laten zien dat de EU dit onacceptabel vindt en wij achter Engeland staan”, vatte Rutte de discussie van de afgelopen tijd samen.
„Niemand denkt nu na over extra sancties, maar welke maatregelen er worden getroffen is iets wat we de komende tijd moeten besluiten als dat aan de orde zou zijn”, zei Rutte verder. Nederland gaat dus met de andere landen kijken wat „logische vervolgstappen” zijn. Over de EU-ambassadeur zei Rutte dat die niet wordt teruggetrokken, maar „voor consultatie teruggeroepen naar Brussel”.
Ook Merkel acht verdere maatregelen tegen Moskou mogelijk. „We zijn vastberaden gezamenlijk te reageren.” De lidstaten gaan nu samen bekijken voor maatregelen er moeten volgen, waarbij rekening wordt gehouden met antwoorden die Rusland geeft op de vragen die met name de Britten hebben gesteld. Extra economische sancties zijn in elk geval nu niet aan de orde.
De leiders besloten verder dat de EU zich beter moet kunnen verdedigen tegen chemische, biologische en nucleaire risico’s, in samenwerking met de NAVO. Ook moet meer werk worden gemaakt van contraspionage en het afweren van dreigingen als cyberaanvallen. De Europese Commissie krijgt de opdracht dit uit te werken.