Orgelpark verrijkt met ingenieus barokorgel
Feest in het Orgelpark, woensdagavond. De Amsterdamse concertzaal is wéér een orgel rijker. Nu een barokorgel waarop muziek van Bach en tijdgenoten kan worden uitgevoerd én waarop nieuwe muziek kan klinken. Het is voorlopig het laatste instrument dat het Orgelpark laat bouwen.
In de voormalige Parkkerk aan het Amsterdamse Vondelpark fungeert het nieuwe Utopa Barokorgel direct als blikvanger. Op de galerij waar zich eerst een Van Leeuwenorgel uit 1954 bevond, staat nu een stralend en robuust barokinstrument dat zo lijkt weggelopen uit het 18e-eeuwse Duitsland van Bach.
Zo’n orgel had het Orgelpark nog niet. Die lacune werd duidelijk toen in 2012 het Van Stratenorgel, op de galerij tegenover het barokinstrument, in gebruik werd genomen. Dat is een replica van een orgel uit 1479 waarop renaissancemuziek gespeeld moet worden. De instrumenten op de galerijen rechts en links, van Verschueren en Sauer, representeren het Franse en het Duitse romantische orgeltype uit de 19e en de vroege 20e eeuw.
Het gat tussen de 15e en de 19e eeuw moest opgevuld worden, aldus Loek Dijkman woensdagmiddag tijdens de perspresentatie. Dijkman, die fortuin maakte in de verpakkingsindustrie en het geld van zijn onderneming onder andere in het Orgelpark stopt, is voorzitter van de stichting Utopa, de initiatiefnemer van het Orgelpark.
Vanaf 2012 is een projectteam bezig geweest met het ontwikkelen van het barokorgel. Kosten noch moeiten werden gespaard. Maar liefst vier bedrijven, waaronder de Nederlandse orgelbouwer Elbertse uit Soest, werden erbij betrokken. In totaal heeft het project zo’n 2,3 miljoen euro gekost, aldus Dijkman. En dan zijn allerlei bijkomende kosten nog niet meegerekend.
Het Orgelpark wilde dan ook niet zomaar een reconstructie van een orgel uit de tijd van Bach. Nee, het nieuwe instrument moest zowel écht barok als écht nieuw zijn. De orgelbouwprincipes uit de 17e en de 18e eeuw moesten worden gecombineerd met 21e-eeuwse technologie. Want het Orgelpark wil juist ook nieuwe muziek stimuleren.
Poëzie
Prof. dr. Hans Fidom, onderzoeker van het Orgelpark, laat zien hoe het team te werk is gegaan. Tijdens vijf orgelreizen naar Duitsland kwam men niet uit bij de instrumenten van beroemde namen als Schnitger of Silbermann, maar bij Zacharias Hildebrandt (1688-1757). Deze woonde en werkte in de streek waar Bach leefde. „En we weten dat Bach van de klank van zijn orgels hield”, aldus Fidom.
Die klank is te typeren met de termen ”gravität”, ”brilliance” en ”poëzie”. „Een relaxte, open sound.” Het onderzoeksteam was vooral onder de indruk gekomen van het orgel dat Hildebrandt in 1746 in Naumburg bouwde en dat door Bach werd gekeurd. „Dat vonden we zo mooi”, aldus Fidom. „Daarom wilden we dat instrument voor de klank als referentie nemen.”
Daarnaast dienden orgels van Hildebrandt in onder andere Langhennersdorf, Sangerhausen en Hettstedt als inspiratiebron voor de omvang van de kas, de kleuren en ornamentiek en samenstelling van de dispositie.
De Duitse organist David Franke, die sinds 2008 de vaste bespeler is van het Hildebrandtorgel in Naumburg, mag de verzamelde pers als eerste het nieuwe barokorgel presenteren. Met een geïmproviseerde partita over een Duits gezang laat hij alle klankkleuren van het tweeklaviers instrument (33 stemmen) horen.
Inderdaad ”gravität”, grondtonigheid, bijvoorbeeld als de Fagott 16’ van het hoofdwerk en de Quint bass 12’ van het pedaal klinken. En de poëzie komt heel mooi naar voren in het middendeel van Bachs Concerto in a (BWV 593), dat Franke op verzoek nog ‘even’ speelt.
Hammond
Jacob Lekkerkerker is als improvisator en componist al jaren bezig om de brug te slaan tussen het klassieke orgel en de elektronische muziek. Hij presenteert deze woensdagmiddag de nieuwe kant van het Utopa Barokorgel. Dat doet hij beneden in de zaal, aan een tweede speeltafel.
Bij de bouw zijn in het orgel voor elke pijp elektromagneten aangebracht. Daardoor ontstond een digitale toegang tot de klank, waarmee eindeloos kan worden geëxperimenteerd. Doordat via de digitale speeltafel tevens het Sauerorgel bespeeld kan worden, kunnen beide instrumenten ook nog eens tegelijkertijd klinken.
Lekkerkerker laat horen wat er gebeurt als je met de elektronica de traditionele en ambachtelijke klank manipuleert. Bijvoorbeeld door de aanspraak van de pijpen uit te stellen, de aanslag van de toetsen te versterken, de windtoevoer te veranderen of allerlei losse tonen van registers die normaal gesproken niet tegelijkertijd kunnen klinken te combineren.
Via het digitale vernuft is het zelfs mogelijk om het orgel te laten spelen zonder dat de organist nog een toets aanraakt. Gelach in de zaal als Lekkerkerker beide handen in de lucht steekt terwijl het orgel gewoon doorgaat. Een Hammondorgel is er niks bij.
Ingebruikname
Tijdens het ingebruiknameconcert ’s avonds is de digitale speeltafel letterlijk weer terzijdegeschoven. Aan het ‘echte’ klavier zit Marcel Verheggen, organist van de Sint-Servaasbasiliek in Maastricht. Aan hem de eer om, samen met het vocaal ensemble Studium Chorale uit Maastricht onder leiding van Hans Leenders, het Orgelparkpubliek –de zaal is uitverkocht– te overtuigen.
Op het programma staat een deel van Bachs zogenoemde Grote Orgelmis: een reeks orgelkoralen, omlijst door het virtuoze Preludium en Fuga in G (BWV 541). Maar Verheggen speelt niet alle orgelkoralen van de reeks. Bovendien worden bewerkingen als ”Allein Gott in der Höh” en ”Wir glauben all’ an einen Gott” ‘beantwoord’ met vocale zettingen van onder anderen Michael Praetorius en Johann Walter.
Opvallend is de manier waarop Bachs uitgebreide orgelpartita ”Sei gegrüsset, Jesu gütig” (BWV 768) wordt uitgevoerd. De verschillende onderdelen worden afgewisseld door het koor, dat de diverse strofen van het Duitse lied vertolkt.
Hoge tempi
Niet iedereen is ervan overtuigd dat de wijze waarop Verheggen Bachs orgelwerken vertolkt de beste manier is om het nieuwe orgel te presenteren. Met name de hoge tempi die de organist kiest, maken dat er weinig ruimte is om de poëtische kracht van de verschillende registers helemaal tot zijn recht te laten komen.
Het samenspel tussen organist en vocaal ensemble bereikt intussen een hoogtepunt in de uitvoering van Bachs motet ”Jesu, meine Freude” (BWV 768). Het koor blinkt uit in helderheid en zuiverheid, terwijl Verheggen als continuospeler op het nieuwe barokorgel naadloos aansluit.
Met de Fuga uit BWV 541 –eveneens in hoog tempo uitgevoerd– sluit Verheggen af. Aan het eind wacht nog een allerlaatste foefje: de tinkelende belletjes van de Cymbelster boven in het orgel.
De aanwinst van het Orgelpark kan haar sporen in orgelland gaan trekken.
Ingebruikname
Het concert woensdagavond in het Orgelpark vormde het begin van een reeks uitvoeringen waarmee de ingebruikname van het nieuwe barokorgel wordt gevierd. Donderdagavond brengen organist Jan Willem Jansen en het gambaconsort The Spirit of Gambo onder andere Bachs Die Kunst der Fuge. Vrijdagavond spelen de Duitse organisten David Franke (Naumburg) en Ansgar Wallenhorst (Ratingen) muziek van Bach en improvisaties. Zaterdag is het Digital Organ Day en wordt overdag in vier concerten de digitale technologie van het nieuwe Utopa Barokorgel gedemonstreerd. ’s Avonds speelt Jan Hage (Utrecht) de première van vier composities die speciaal op de technologische mogelijkheden van het nieuwe instrument zijn geschreven. Zondagmiddag ten slotte voeren Cappella Amsterdam en Holland Baroque de cantate ”Himmelskönig, sei willkommen” (BWV 182) van Bach en het Stabat Mater van de Italiaanse componist Pergolesi uit.
Boek en cd
Ter gelegenheid van de ingebruikname van het barokorgel in het Amsterdamse Orgelpark verscheen een Engelstalig boek waarin de bouw van het orgel wordt beschreven: ”The Utopia Baroque Organ at the Orgelpark” (uitg. VU University Press; 192 blz.). De bundel (Orgelpark Research Report 5/2) bevat bijdragen van Hans Fidom, Ibo Ortgies, Randall Harlow en Peter Williams.
Naast het boek is deze maand ook een cd geproduceerd waarop ”De klankwereld van Johann Sebastian Bach” is te horen. Vier organisten –Jan Willem Jansen, Marcel Verheggen, David Franke en Ansgar Wallenhorst– spelen op het nieuwe barokorgel muziek van Bach en improvisaties.