Jordaanse koningspaar op bezoek
De Jordaanse koning Abdullah II en zijn vrouw koningin Rania beginnen dinsdag aan een tweedaags officieel bezoek aan Nederland. Met vertraging. Niet voor het eerst.
Het koningspaar zou eigenlijk al afgelopen november op visite komen, maar dan voor een –protocollair hoger aangeschreven– staatsbezoek. Enkele weken voor hun geplande komst werd het bezoek „in goed overleg” uitgesteld. Een reden werd niet gegeven, maar uiteindelijk is er een nieuwe datum gevonden voor een verblijf dat zich bijna geheel afspeelt in Den Haag.
Koning Abdullah (56) was al eens op staatsbezoek in ons land: in 2006 bezocht hij samen met koningin Rania (nu 47) koningin Beatrix. Dat was een uitgebreider bezoek dan nu is geprogrammeerd, en ook toen moest de Jordaanse koning een keer afzeggen alvorens hij de reis naar Amsterdam kon ondernemen.
Aanslag
Reden voor uitstel was destijds een bloedige terroristische aanslag in Amman, waardoor Abdullah thuis de handen vol had. In Jordanië is het namelijk de koning zelf die alle belangrijke beslissingen neemt.
Dat verklaart ook de flexibele agenda. Vorig jaar september stond koning Abdullah bijvoorbeeld hoog op de sprekerslijst bij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York. Maar hij sloeg zijn beurt onverwacht over omdat hij in de wandelgangen meer zaken kon doen. Kroonprins Hussein mocht enkele dagen later de toespraak van zijn vader uitspreken. In het Midden-Oosten zijn het de heersers zelf die aan de knoppen zitten en in rechtstreekse contacten, zeker met elkaar, tot overeenkomsten komen.
Plotseling koning
Koning Abdullah heeft het daarbij niet gemakkelijk. Hij was eigenlijk voorbestemd voor een militaire loopbaan in de schaduw van de troon toen zijn vader, koning Hussein, eind januari 1999 plotseling besloot hem aan te wijzen tot troonopvolger. Twee weken later was Abdullah door het overlijden van Hussein opeens koning, en dat viel niet mee.
Hij was het gewend dat bevelen meteen werden opgevolgd, maar dat werkte voor de koning anders. „Ja” betekende niet meteen dat er ook iets gebeurde. En aan alle kanten werd er aan de poten van de troon gezaagd. Bij zijn tienjarig regeringsjubileum wilde Abdullah eigenlijk de handdoek in de ring gooien. „Ik heb er geen zin meer in, ik wil dit niet meer doen”, zei hij achter gesloten deuren. „Ik was zo teneergeslagen door alle krachten waarmee ik moest afrekenen. Ik heb nooit beseft in welke mate ik werd tegengewerkt.”
Rumoer bij de buren
De grootste problemen moesten toen echter nog komen: de Arabische lente en de burgeroorlog in buurland Syrië, waardoor miljoenen Syriërs op de vlucht sloegen en naar Jordanië uitweken. Later kwam daar de staat van IS in zowel Syrië als Irak bij, terwijl de koning al te maken had met weinig inschikkelijke buren zoals Palestina, Israël en Saudi-Arabië. Het leverde hem regelmatig barstende hoofdpijn op, zo bekende hij enkele jaren geleden in een opmerkelijk openhartig vraaggesprek met The Atlantic Magazine.
Abdullah dacht na over hervormingen in eigen land. Hij wil van Jordanië eigenlijk een constitutionele monarchie maken, maar tegelijk wil hij niet dat islamisten de macht grijpen en zijn familie wil haar positie ook niet opgeven. „Nee, mijn familie heeft niet door dat we moeten veranderen. Dat er anders over vijftig jaar geen monarchie meer is”, aldus Abdullah in 2013. Niettemin staan de plannen in de ijskast, al heeft Jordanië een parlement en een regering met een premier, die door de koning wordt aangewezen.
Weerstand
Verzet was er ook tegen koningin Rania, met 10 miljoen volgers op Twitter en 16 miljoen op Facebook een van de invloedrijkste vrouwen in de Arabische wereld. De in Koeweit geboren Palestijnse trouwde 25 jaar geleden met Abdullah, met wie ze vier kinderen kreeg. Ze kreeg een vooruitgeschoven positie binnen het koningshuis, hamerde op rechten voor vrouwen en pleitte voor modernisering van de samenleving.
Zoals te verwachten was, kwam daar uit traditioneel ingestelde hoek kritiek op, en die kritiek zwol aan toen zeven jaar geleden de Arabische lente de machtsverhoudingen in het Midden-Oosten aan de orde stelde. Rania moest het rustiger aan doen. „In goede tijden zijn mensen eerder bereid om je het voordeel van de twijfel te geven. In moeilijke tijden weet je dat mensen zelfs twijfelen wanneer je de waarheid zegt. Mensen zijn niet genereus. Ze geven je niet het voordeel van de twijfel”, aldus de koningin daarover in 2013.