„Meeste stroomstoringen ontstaan door menselijke fouten”
Een medewerker knipte de verkeerde kabel door. Het gevolg: een groot deel van Amsterdam zat begin deze maand een dag zonder stroom. De meeste stroomstoringen in Nederland ontstaan nog steeds door een menselijke fout.
Stroomstoringen hebben vaak grote gevolgen: bij de storing in Amsterdam moest zelfs het Rijksmuseum de deuren sluiten. De Technische Universiteit Delft lag eind vorig jaar nog plat nadat kabels beschadigd waren bij grondwerkzaamheden. „Na elke grote stroomstoring laten wij onafhankelijke experts onderzoek doen”, zegt Jelle Wils, woordvoerder van Liander. „We willen precies weten wat er is gebeurd, want van elke storing kunnen wij weer leren.”
Liander is met meer dan drie miljoen aansluitingen de grootste netbeheerder van Nederland. In het werkgebied van de beheerder hadden de afgelopen twee maanden drie grote storingen plaats. Behalve Amsterdam werd het Mediapark in Hilversum getroffen en lag ook de regio Arnhem bijna een dag plat. „Dat zijn opvallende storingen, maar er zit geen verband tussen”, verzekert Wils.
Netbeheer Nederland, de brancheorganisatie voor elektriciteits- en gasbeheerders in Nederland, bevestigt dat beeld. Vorig jaar zaten Nederlandse huishoudens gemiddeld 24 minuten zonder stroom. Dat wil niet zeggen dat elk huishouden in 2017 even geen stroom heeft gehad, want gemiddeld wordt een adres eens in de vier jaar getroffen, blijkt uit de cijfers van Netbeheer. Het aantal storingen is in de laatste vijf jaar iets afgenomen.
Haperende techniek
In 2017 waren er in totaal 20.172 stroomstoringen. Die waren meestal binnen anderhalf uur verholpen. Het Nederlandse energienet is volgens de netbeheerders het betrouwbaarste ter wereld en werkt 99,9 procent van de tijd.
Het net is tegenwoordig ook zo ontworpen dat er bij een storing snel bijgeschakeld kan worden vanuit een ander gebied. De oorzaak van de storing is dan nog niet verholpen, maar de klanten hebben wel weer stroom.
Een tweede belangrijke oorzaak van storingen is volgens Netbeheer Nederland haperende techniek. Dat kan uiteenlopen van versleten kabels in de grond tot aan een fout in de software die de energieleverantie regelt. Alle netbeheerders samen investeren jaarlijks ruim 2 miljard euro in het vernieuwen van kabels, leidingen en ICT, aldus Netbeheer Nederland.
De Raad voor de leefomgeving in infrastructuur (Rli) waarschuwt al geruime tijd dat het elektriciteitsnet kwetsbaarder wordt door digitalisering. Zelfregulerende computersystemen kunnen op hol slaan en de hele energieleverantie in de war sturen.
„Daarom werken we daar hard aan”, aldus Liander. „Ons net is ontworpen in een tijd dat het om simpel eenrichtingsverkeer ging: stroomcentrales stuurden stroom naar de eindgebruiker. Maar inmiddels is er veel veranderd. Niet alleen door digitale besturing van het systeem, ook door allerlei vormen van energieopwekking. Duurzame energie via zonnepanelen en windmolens; lokale gemeenschappen die hun eigen stroom opwekken. Mensen die hun eigen energie opwekken, leveren de stroom die ze zelf niet nodig hebben terug aan het net. Er is als het ware tweerichtingsverkeer ontstaan, en daar moet het systeem op berekend zijn.”
Technici nodig
Het elektriciteitsverbruik zal de komende decennia flink toenemen, onder meer omdat Nederland afscheid neemt van aardgas en olie. Daarnaast zullen steeds meer mensen elektrisch gaan rijden. Volgens netwerkbedrijf Alliander nog een reden voortdurend te blijven werken aan optimalisering van het stroomnet.
Maar, stelt het bedrijf, dan moeten er wel vakmensen zijn. Er zijn honderden openstaande vacatures, terwijl er de komende tien jaar nog duizenden extra techneuten nodig zijn. Netbeheerders en bedrijven werken al intensief samen met scholen voor beroepsonderwijs om meer vakmensen op te leiden.
„Als we onvoldoende technici hebben, zullen stroomstoringen langer gaan duren. Eenvoudigweg omdat je met te weinig mensen niet sneller kan werken. Het nijpende tekort is nu al te merken”, aldus het netwerkbedrijf.