Amerikaanse beurzen hoger de week uit
De Amerikaanse beurzen zijn vrijdag met overwegend kleine plussen gesloten. Op Wall Street raakten de aanhoudende zorgen over de politieke onrust in het Witte Huis wat naar de achtergrond, na de publicatie van gunstige macro-economische cijfers over de industrie en het consumentenvertrouwen in de Verenigde Staten.
De Dow-Jonesindex eindigde 0,3 procent hoger op 24.946,51 punten. De brede S&P 500 steeg 0,2 procent tot 2752,01 punten en technologiegraadmeter Nasdaq eindigde vlak op 7481,99 punten.
De industriële productie in de VS is vorige maand een stuk harder gestegen dan economen in doorsnee hadden voorzien. Dat blijkt uit cijfers van de Federal Reserve. Daarnaast ligt het Amerikaanse consumentenvertrouwen volgens onderzoekers van de Universiteit van Michigan deze maand hoger dan alom gedacht.
In Washington is het evenwel al dagen erg onrustig. President Donald Trump zou nu zelfs zijn nationale veiligheidsadviseur aan de kant willen zetten, in dezelfde week dat minister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson de laan uit werd gestuurd. Wat ook voor reuring zorgt is het bericht dat speciaal aanklager Robert Mueller naar verluidt documenten heeft opgevraagd die verband houden met de Russische zakelijke belangen van president Trump.
Beleggers verwerkten ook overnamenieuws. Voormalig Qualcomm-topman Paul Jacobs zou bezig zijn investeerders te ronselen die hem willen helpen de chipfabrikant van de beurs te halen. Het aandeel noteerde 1,2 procent in de plus.
Qualcomm vocht de afgelopen tijd nog tegen een vijandige overname door branchegenoot Broadcom, dat bereid was 117 miljard dollar op tafel te leggen. Dat in Singapore gevestigde technologiebedrijf is nu met kwartaalcijfers gekomen. Broadcom leverde op de beurs bijna 5 procent in.
Ook Tiffany gaf een kijkje in de boeken. De Amerikaanse juweliersketen lijkt niet aan de verwachtingen van beleggers te hebben voldaan. Het aandeel zakte een kleine 5 procent. Softwarebedrijf Adobe wist met zijn resultaten wel te overtuigen en won 3 procent.
De euro was 1,2285 dollar waard, tegen 1,2289 dollar bij het Europese beursslot eerder op de dag. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 1,8 procent tot 62,26 dollar en Brentolie werd 1,6 procent duurder op 66,15 dollar per vat.