Abe onder vuur in zaak over grondverkoop
De Japanse premier Shinzo Abe en zijn minister van Financiën Taro Aso staan onder toenemende druk in verband met een vermeend schandaal over de verkoop van grond van de staat. De grond zou voor een vriendenprijsje zijn verkocht aan een school die banden heeft met Abes echtgenote, Akie. Deze week werd bekend dat het ministerie passages uit documenten met betrekking tot de verkoop had verwijderd.
Maar Abe bleef woensdag volhouden dat hij en zijn vrouw niet betrokken zijn bij een deal over grondverkoop tegen scherpe korting. „Als je naar de documenten kijkt nog voor ze werden gewijzigd, is het duidelijk dat mijn vrouw en ik er niet bij betrokken waren”, zei Abe tegen een begrotingscommissie van het hogerhuis. Abe heeft gezegd dat hij zou aftreden als er bewijsmateriaal zou zijn gevonden. Het vermeende schandaal was voor de oppositie aanleiding om het aftreden te eisen van Aso.
De affaire dreigt de 63-jarige Abe in de ernstigste politieke crisis te trekken sinds zijn aantreden in 2012 en zijn kans op een derde termijn als leider van de Liberaal-Democratische Partij (LDP) kunnen schaden. Als hij in september opnieuw als leider van de LDP wordt verkozen, zou hem dat op het spoor zetten om de langst regerende premier van Japan te worden.
Kopieën van documenten die maandag door het ministerie van Financiën waren vrijgegeven, laten zien dat verwijzingen naar Abe, zijn vrouw en Aso over de grondverkoop aan de school waren verwijderd. In de documenten zou een opmerking staan waarin Akie Abe wordt aangehaald als: „Dit is goed land, dus ga alsjeblieft verder”. Yasunori Kagoike, het voormalige hoofd van de school en zijn vrouw blijven in hechtenis sinds ze afgelopen juli werden gearresteerd tijdens de deal.
Inmiddels heeft het schandaal een patstelling in het parlement veroorzaakt, waarbij oppositiepartijen het debat over de begroting van volgend jaar boycotten.