Woede en onbegrip over uitzetting Pakistanen uit Epe
Op een vroege ochtend werden ze in Epe onverwachts van hun bed gelicht. Het christelijke Pakistaanse gezin Israël belandde in vreemdelingendetentie. Maandag zijn ze uitgezet naar Polen. In Epe heersen woede en onbegrip. „Regels gaan boven barmhartigheid. Dat pikken we hier niet.”
Zwaar aangeslagen, teleurgesteld en angstig. Zo trof Erdwin Stomphorst, ouderling in de hervormde gemeente (Grote Kerk) van Epe, het gezin Israël ruim een week geleden aan in Kamp Zeist. „Ze waren in shock.” Sinds woensdag 21 februari verbleven ze in vreemdelingenbewaring. Afgelopen maandag volgde uitzetting naar Polen, waar ze in 2016 vanuit Pakistan Europa binnenkwamen.
In zijn woonkamer in Epe zit Stomphorst samen met Paul Burghardt, lid van de steungroep familie Israël, aan tafel. Naast een thermoskan koffie staat een opengeklapte laptop. Diverse documenten –een brief aan de burgemeester, een schrijven aan alle Tweede Kamerfracties– ondersteunen het verhaal van de Eper gemeenschap die tevergeefs op de bres stond voor de protestantse Pakistaanse christenen die ruim een jaar in het Veluwse dorp verbleven. „Ze zijn een van ons”, zegt Stomphorst. Burghardt: „Wie aan hen komt, komt aan onze mensen, onze vrienden, onze buren.”
Vogelvrij
In 2016 ontvluchten vader Rodnay (51), moeder Nighat (49) en hun zonen Sumain (21) en Enan (16) hun land. Ze maken gebruik van een visum om in Polen een bijeenkomst met de paus bij te wonen. De ouders zouden in Pakistan zijn beschuldigd van blasfemie –een doodzonde– omdat ze als christenen op hun werk in een ziekenhuis openlijk over hun christelijk geloof spraken. Over bewijzen beschikt de Eper steungroep niet. „We hebben voor kennisgeving aangenomen dat dit de feiten zijn”, zegt Burghardt.
Stomphorst: „Als er een fatwa wordt uitgesproken, krijg je dat niet op een briefje met een stempel erop. Zo werkt dat niet in Pakistan. Maar deze mensen zijn wel vogelvrij verklaard.” Een oom en een destijds 8-jarige dochter zijn naar verluidt gedood. De details zijn niet breed bekend. „Dat ligt zo gevoelig. Ik heb daar niet veel met hen over gesproken. Dat konden ze ook niet”, zegt Stomphorst.
Vanuit Polen gaan ze in 2016 via Hongarije naar Nederland, waar ze asiel aanvragen. Hun verzoek wordt hier niet inhoudelijk beoordeeld, omdat de IND hen op basis van het zogeheten Dublinakkoord wil laten terugkeren naar Polen. Daar zouden ze hun asielverzoek moeten indienen.
Vakantiepark
Contacten met Nederlanders leiden ertoe dat het gezin vanaf december 2016 opvang krijgt in een woning op een vakantiepark in Epe. Stomphorst is er vanaf het begin nauw bij betrokken, niet alleen als ouderling, maar ook als bestuurslid van de Stichting Veluws Fundament, die hulp biedt aan mensen in nood. Het was, zegt hij, geen lastige afweging of het gezin Israël voor opvang in aanmerking kwam. „We verlenen hulp aan mensen die geen helper hebben.”
Tijdens hun verblijf in Epe bezoeken de beide zonen een school in Apeldoorn. De ouders –vader kampt met gehoor- en evenwichtsproblemen– doen tegen een kleine vergoeding vrijwilligerswerk bij particulieren en bedrijven in de omgeving. Het gezin leeft mee met de hervormde Goede Herderkerk in Epe, terwijl een van de zonen de diensten van christelijke gemeente de Basis in Apeldoorn bezoekt. Ook hebben ze contact met de Pakistaanse Urdukerk in Nederland.
De opvang zou duren tot 7 maart. Dan zou het gezin achttien maanden hier zijn, waarmee de Dublinclaim vervalt. Daarna kunnen de Pakistanen alsnog asiel aanvragen. Op woensdagochtend 21 februari wordt het gezin echter om half zeven door een team van tien politiemensen van het bed gelicht. „Zonder waarschuwing vooraf.” Via het politiebureau in Apeldoorn belanden ze in Kamp Zeist.
Betrokkenen noemen het onbegrijpelijk dat het zover is gekomen. „Al die tijd is gedoogd dat dit gezin door kerken, scholen en de burgerij is opgevangen. Deze mensen waren goed geïntegreerd. Het is schokkend dat ze na zeventienenhalve maand zijn opgepakt, vlak voor het vervallen van de Dublinclaim.”
Twee weken later liggen woede en onbegrip nog steeds dicht onder de oppervlakte. Burghardt schroomt niet om woorden als „razzia” en „Gestapoachtige praktijken” in de mond te nemen als het gaat over de manier waarop de mensen van hun bed zijn gelicht en meegenomen. „Er is geen respect voor mensen en hun rechten. Ze worden gecriminaliseerd en als boeven behandeld.”
Bijzonder noemt Burghardt het dat de zorg rond het gezin Israël Epenaren van uiteenlopende achtergronden verbindt. „We gaan uit van hetzelfde: als jij zou vluchten met een legitiem verhaal, hoe zou je dan behandeld willen worden?” zegt Burghardt geëmotioneerd. Stomphorst: „De nood zien, je erdoor durven laten raken en dan in beweging komen, dat is voor mij barmhartigheid.”
Nergens veilig
Met nadruk wijst Burghardt, die zich vanuit humanistische motieven voor de zaak inzet, erop dat Nederland op grond van het Dublinakkoord het gezin niet zonder meer naar Polen hoeft te sturen. „Nederland kán de Dublinclaim bij Polen neerleggen, maar is dat niet verplicht.”
Voor Burghardt is het duidelijk dat het gezin in Nederland een kans van 90 procent heeft op een verblijfsvergunning. In Polen is het risico aanmerkelijk groter dat het wordt teruggestuurd naar Pakistan. „Dat is onverantwoord. Het is daar nergens veilig voor hen.”
Nadat het gezin Israël in vreemdelingebewaring is gezet, voeren Epenaren actie om het gedwongen vertrek naar Polen alsnog te verhinderen. De steungroep wijst onder meer op een AIDA-rapport (Asylum Information Database) uit februari 2017 dat stelt dat het asielbeleid in Polen „very harsh” (zeer streng) is.
Burgemeester Van der Hoeve (VVD) dient uiteindelijk een verzoek in bij staatssecretaris Harbers (Justitie/VVD) om gebruik te maken van zijn discretionaire bevoegdheid, zodat het gezin hier kan blijven om een asielaanvraag in te dienen. Op 27 februari wijst Harbers dit verzoek af.
Risico
De reden die de steungroep via de gemeentesecretaris te horen krijgt, is dat het „geen bijzonder geval” is. Onbegrijpelijk, oordeelt Burghardt. „Als dit geen bijzonder geval is en alle volgende zaken op dezelfde manier worden behandeld, is er kennelijk sprake van een stelselmatig hard uitzettingsbeleid. Door dit gezin naar Polen te sturen, neemt de staatssecretaris een onverantwoord risico dat het misgaat met deze mensen.”
Ondanks protesten –demonstraties bij het gemeentehuis in Epe, een wake bij Kamp Zeist– gaat het gedwongen vertrek naar Polen door. Op de dag van de uitzetting reist Burghardt in alle vroegte naar Den Haag. Bij het ministerie van Justitie dient hij een door dan 2700 mensen ondertekende petitie aan tegen de uitzetting van het gezin. Maandagavond krijgt de steungroep echter –na herhaald vragen– bevestigd dat het vertrek een feit is. Onder begeleiding van naar verluidt elf beveiligingsbeambten is het gezin in Polen gearriveerd.
De kritiek van de steungroep richt zich vooral op Van der Hoeve, die niet al zijn mogelijkheden zou hebben benut om uitzetting tegen te gaan. De burgemeester zelf geeft aan dat hij alles heeft gedaan wat binnen zijn mogelijkheden lag om te bewerkstelligen dat de familie in Nederland asiel kon aanvragen. „In Den Haag is helaas anders beslist.”
„We horen steeds dat de regels ordentelijk zijn uitgevoerd”, zegt Burghardt. „Regels gaan boven barmhartigheid”, concludeert Stomphorst. „Dat wordt in Epe niet gepikt. We zijn hier gezagsgetrouw, maar als regels worden verabsoluteerd en boven barmhartigheid staan, sluiten we de rijen en komen we in de benen. Zeker vanuit de kerken hebben we daarin een lange traditie.”
Op 5 maart stuurt de steungroep de casus naar alle fracties in de Tweede Kamer, mede met het oog op andere Pakistaanse christenen die in Nederland verblijven. „Als het beleid richting hen wordt verhard, snappen wij dat niet”, zegt Burghardt. Met het CDA en de ChristenUnie in het kabinet mag dat zijns inziens niet gebeuren. Hij wijst daarbij op een motie van CU-Kamerlid Voordewind uit 2014, waarin Pakistaanse christenen als risicogroep worden aangemerkt.
Warschau
Het gezin Israël verblijft nu in een asielzoekerscentrum in Warschau en gaat daar de asielprocedure in. De Epenaren volgen de ontwikkelingen met zorg, wijzend op het lage percentage –minder dan 20– van de asielaanvragen die Polen honoreert. Daarbij valt aan te tekenen dat de grootste groepen asielzoekers afkomstig zijn uit Rusland en Oekraïne. Van de Syriërs en Irakezen die in 2017 in Polen asiel aanvroegen, ontvingen velen een status; respectievelijk 3,3 en 16 procent werd afgewezen. Pakistan komt in het overzicht niet voor.
De cijfers stellen Burghardt allerminst gerust. Hij wijst erop dat Polen nauwelijks ervaring heeft met Pakistaanse asielzoekers en daarom weinig zou weten van de achtergronden, zeker waar het christenen –een kleine minderheid– betreft. „Dat verkleint hun kansen.”
De Nederlandse overheid monitort vluchtelingen die elders terechtkomen niet. Burghardt, stellig: „Maar wij blijven dit gezin volgen. We laten hen niet los.”
Voordewind: Uitzetting naar Polen zuur
ChristenUnie-Kamerlid Voordewind is teleurgesteld dat staatssecretaris Harbers (Justitie) geen gebruik heeft gemaakt van zijn discretionaire bevoegdheid in de zaak van het Pakistaanse gezin Israël, zodat dit in Nederland asiel had kunnen aanvragen. „Nederland is gebonden aan het Dublinverdrag. Waar men zich als eerste registreert in Europa zou men asiel moeten aanvragen. Dit gezin is via een visum aangekomen in Polen, stond daar geregistreerd en is doorgereisd naar Nederland. Dat maakt het problematisch. Tegelijk zaten ze hier anderhalf jaar met medeweten van de Dienst Terugkeer & Vertrek en zijn ze op de valreep van hun bed gelicht en drie dagen voordat ze hier een asielprocedure konden beginnen alsnog uitgezet. Dat maakt het zuur.”
In een debat met Harbers wees Voordewind woensdag op een rapport van AIDA (Asylum Information Database) dat „constateert dat Polen zich schuldig maakt aan het terugsturen van asielzoekers naar niet veilige landen. Ik heb er bij de staatssecretaris voor gepleit terugplaatsing naar Polen in het kader van Dublin te herzien, zoals er op dit moment ook niet mag worden teruggeplaatst naar Griekenland en Hongarije. Op dit moment heb ik extra zorgen over Polen.”
Juridisch gezien waren er geen mogelijkheden om overdracht aan Polen te voorkomen, zegt asieladvocaat mr. S. T. C. Rebergen uit Arnhem. „Het is een EU-land waarbij er van wordt uitgegaan dat mensen daar een normale asielprocedure kunnen doorlopen.” Ze kent de zorgen die er zijn over de uitvoering van het asielbeleid in Polen, maar „de situatie is niet zo erg dat mensen daar niet naartoe kunnen.”
De afgelopen jaren maakte Rebergen het eenmaal mee dat een cliënt vanwege de Dublinregeling terug moest naar Polen. „Met deze Iraanse vrouw is het goed gekomen. Zij heeft een verblijfsvergunning gekregen.”
Kamerlid Voordewind zegt dat de ChristenUnie via contacten in Polen de ontwikkelingen rond het gezin Israël op de voet blijft volgen. „Ik heb begrepen dat ze in de officiële asielopvang zijn opgenomen en hoop dat ze asiel krijgen, omdat Pakistan voor christenen een zeer gevaarlijk land is.”
„Gezin Israël had pech”
In de zomer van 2016 kwamen zeker twintig Pakistaanse christenen via Polen naar Nederland om hier asiel aan te vragen. Voor zover bekend is het gezin Israël het enige dat is opgepakt en teruggestuurd naar Polen. „Ze hebben gewoon pech gehad”, zegt secretaris Johnson Williams van de Pakistaanse Urdukerk in Nederland.
De Pakistaanse christenen benutten allen de mogelijkheid om met een visum naar Polen te reizen om daar in juli 2016 een bijeenkomst met de paus bij te wonen. Via de Urdukerk kwam Williams kort daarna in contact met twintig tot dertig Pakistanen die naar Nederland waren doorgereisd om hier asiel aan te vragen. Hun asielverzoek zou hier pas na achttien maanden inhoudelijk kunnen worden beoordeeld, na het vervallen van de Dublinclaim.
De Pakistanen vonden tijdelijk onderdak bij onder meer particulieren. Deze week verviel de Dublinclaim, waardoor de Pakistaanse christenen nu asiel kunnen aanvragen. „Ze zijn enorm opgelucht, want ze waren heel bang ook naar Polen te worden teruggestuurd”, zegt Williams. Het gezin Israël werd voor zover hij weet als enige opgepakt en maandag –twee dagen voor het vervallen van de Dublinclaim– op het vliegtuig naar Warschau gezet.
Williams is bezorgd dat het gezin vanuit Polen naar Pakistan wordt teruggestuurd. „Ik ben bezorgd, maar niet zonder hoop. Gods wegen zijn soms anders dan onze plannen. De familie Israël kan ook in Polen een verblijfsvergunning krijgen. Op Hem mogen we vertrouwen.”