Ds. K. van den Broeke: Het gaat niet om de kerk, maar om de boodschap
Ze werd vijf jaar geleden door de Protestantse Kerk weggeroepen uit het Zeeuwse Wissenkerke om de voorzittershamer van de generale synode op te pakken. Ds. K. van den Broeke (54) vond het niet makkelijk te beslissen, maar wist zich uiteindelijk geroepen, zoals ze het zegt. Per 1 april wordt ze weer gemeentepredikant in Wissenkerke. „Het waren prachtige jaren. Ik zal alleen de lange reistijd van Zeeland naar Utrecht niet echt missen.”
Karin van den Broeke groeide op in een randkerkelijk gezin. „Ik ben wel hervormd gedoopt, maar verder waren we niet echt bij de kerk betrokken.” Haar geestelijke opvoeding kwam grotendeels van haar Zeeuwse oma. „Met haar las ik de Bijbelse prentenboeken en zij leerde mij de bekende kinderliedjes.”
Ds. Van den Broeke kent ze nog en noemt ze „bevindelijke kinderliedjes.” Ze kijkt uit het raam en zegt zacht de woorden: „Er gaat door alle landen, een trouwe Kindervriend.” „Als ik die woorden hoor, ben ik direct terug bij dat warme, geborgen gevoel dat ik destijds had.”
Geboren in Rotterdam koos ze aanvankelijk voor een rechtenstudie in Leiden. „Ik vond de begrippen waarheid en recht erg belangrijk. En ik dacht met een studie rechten daar het dichtst bij te komen. Later kwam ik er achter dat ik het juist moest zoeken in de hoek van de godgeleerdheid.”
Haar toenmalige vriend nam haar mee naar de catechisatielessen van ds. Carel ter Linden in Oegstgeest. „Bij hem heb ik ook belijdenis gedaan.”
Eenmaal predikant werd ds. Van den Broeke beroepen in het Zeeuwse Kruiningen. „Zeeland gaf me een gevoel van veiligheid. En hoewel ik nu best wel veel over de grens gekeken heb, is dat gevoel zeker niet weg. Het is prachtig om hier te wonen.”
Na Kruiningen werd ds. Van den Broeke studentenpastor in Leiden. „Ik ging leidinggeven aan de gemeente waar ik zelf als student ook kwam. Dat was even wennen maar vooral ook erg mooi.”
Na tien jaar voelde ds. Van den Broeke zich toch iets te oud worden voor het werk als studentenpastor. „In die zin dat het echte werk door een studentenpastor pas in de avond of zelfs ’s nachts gedaan moet worden. Dat begon me op te breken.”
Ze nam een beroep uit Wissenkerke-Geersdijk aan en werkte met veel vreugde in de kleine dorpskernen op Noord-Beveland. „Juist toen er vanuit Utrecht gepolst werd of ik eventueel preses zou willen worden, zaten we hier in een traject van samensmelting van verschillende gemeenten. Daarom vond ik het moeilijk om dat los te laten, maar mijn vervanger heeft hier uitstekend werk gedaan. Als preses bleef ik voor 10 procent van m’n werktijd aan mijn gemeente verbonden, vooral om er te preken. Per 1 april ga ik weer voor 100 procent aan de slag in de samenwerkingsgemeente Wissenkerke, Geersdijk, Kats en Kortgene.
En ik blijf als lid van het uitvoerend comité van de Wereldraad van Kerken verbonden aan die organisatie. Ook dat is schitterend werk, vooral omdat je ziet dat het er in andere delen van de wereld heel anders voorstaat met het christendom dan in ons land. Neem bijvoorbeeld de groei van de groep eerstegeneratiechristenen in Japan. Ik sprak daar met een Japanner die als kind geen christen was maar een christelijke voetbaltrainer had. Het viel hem op dat die alle leden van de club met respect behandelde. Toen de jongen aan z’n trainer vroeg waarom hij dat deed, vertelde hij dat het Evangelie dat vraagt. Mede door zijn voetbaltrainer is deze Japanner christen geworden. En nu is hij hoogleraar Nieuwe Testament.”
Hoe staat de Protestantse Kerk in Nederland er voor?
„We zitten in een belangrijk veranderingstraject. Ik geloof echt dat Kerk 2025 goed is voor de kerk. Daarbij moet het gesprek niet al te lang gaan over het organisatorische proces. Dat wilden we als moderamen ook voorkomen. Het gaat niet om de vorm van de kerk, het gaat om de boodschap die de kerk heeft. We merkten dat steeds meer gemeenten in de overlevingsstand gingen. Zo van: hoe overleven we als kerk de krimp en de neergang? En hoe begrijpelijk ook: dat is toch een verkeerde vraag. We moeten niet bezorgd zijn over het overleven van de kerk, maar over hoe we onze boodschap kunnen blijven uitdragen.”
De klacht vanuit de kerk is dat de veranderingen wel erg snel gaan.
„Begrijpelijk. Natuurlijk moeten veranderingen zorgvuldig worden doorgevoerd. Maar er moet ook niet te lang onzekerheid zijn. Dan krijg je dat het ene deel van de kerk zich al gaat gedragen alsof de veranderingen reeds zijn doorgevoerd terwijl een ander deel niets doet in afwachting van de veranderingen. Dat geeft een ongelijktijdigheid die je niet moet willen. Maar zorgvuldigheid blijft geboden.”
Het terugbrengen van het aantal classes naar 11 vinden tegenstanders niet zorgvuldig omdat straks niet meer iedere gemeente een afvaardiging heeft in de classis.
„Ook dat begrijp ik. Daar hebben we natuurlijk ook heel veel over gediscussieerd. Het is inderdaad zo dat niet meer iedere gemeente straks direct vertegenwoordigd is in de nieuwe classis, maar iedere gemeente heeft wel degelijk invloed op het benoemen van afgevaardigden. Daarbij kan een nieuwe classis straks ook besluiten voor een bepaald onderwerp wel alle gemeenten bijeen te roepen. Tegelijk zagen nogal wat afgevaardigden de classis als een noodzakelijk kwaad. Er was weinig animo, weinig enthousiasme. Nu zaken veranderen, wordt er ook wel eens te rooskleurig naar het verleden gekeken.”
Hoe was het om preses te zijn van een kerk met zoveel stromingen?
„Soms best spannend. Eerst omdat je er toch in moet komen. Ik was gelukkig al synodelid geweest, maar preses zijn, vergt ook veel kennis van procedures. Daarbij zag ik het ook als mijn taak ervoor te waken dat de synode beslissingen zou nemen in de emotie van het moment.”
Hebt u voorbeelden?
„We hebben als synodebestuur heel nadrukkelijk geen beslissing willen nemen over de aanduiding van de classispredikant toen er stemmen opgingen om hem bisschop te noemen. Toen hebben we gezegd: nee, nu niet, dit moeten we eerst overdenken en laten bezinken. Hadden we toen wél gestemd over de naam bisschop, die ik zelf trouwens erg mooi vind, dan was de aanduiding waarschijnlijk bisschop geworden. Bij de uiteindelijke beslissing haalde die term het niet. Dat maakt duidelijk dat je soms meer tijd moet nemen.
Zelf vond ik de synodevergadering in november, waar gesproken werd over de kerkordeartikelen die gaan over het huwelijk en onder andere homorelaties, de meest emotionele die ik heb meegemaakt. Maar ook dan is het de taak van de preses ervoor te zorgen dat de zaken ordelijk blijven verlopen. Vandaar dat we als synodebestuur staande de vergadering ons voorstel om de ordinanties over deze kwestie niet te herschrijven, hebben teruggetrokken.”
Wat die homorelaties betreft: vooral in kringen van de Gereformeerde Bond is er het gevoel dat er nu gemorreld gaat worden aan een destijds zorgvuldig genomen compromisbesluit.
„Zelf vind ik dat homoseksuelen in maatschappij en kerk dezelfde rechten moeten hebben als hetero’s. Daar maak ik geen geheim van. Tegelijk vind ik dat we als kerk elkaar moeten proberen vast te houden. En een kerk moet in haar besluitvorming ook betrouwbaar zijn. Daarom zoekt het moderamen nu heel breed het gesprek. Dat gesprek is het belangrijkste, vóór je eventueel in een juridische discussie over de tekst van ordinanties terecht komt.”
U was de eerste vrouwelijke preses van de Protestantse Kerk. In de rechtervleugel zijn er principiële bezwaren tegen vrouwelijke ambtsdragers. Hoe hebt u dat ervaren?
„Ik heb het bij mijn aantreden bijzonder gewaardeerd dat de voorzitter van de Gereformeerde Bond, ds. A. J. Mensink, direct aangaf die principiële bezwaren tegen vrouwelijke ambtsdragers niet op de persoon te willen spelen. Dat is zeer kerkelijk denken en ook respectvol.
Maar die opstelling vroeg ook respect van mij. Ik heb geprobeerd dat te tonen door bij de Bond geen pleidooi te voeren voor vrouwelijke ambtsdragers.
Wat de modaliteiten in de kerk betreft: er was enige tijd geleden hier en daar de angst dat de orthodoxe invloed in de kerk te groot werd. Nu zou ik echter juist Gereformeerde Bondspredikanten willen vragen hun roeping te verstaan als het gaat om het werk in de synode. Juist om met elkaar in gesprek te blijven, hebben we ze nodig.”
Heeft het voorzitterschap u veranderd?
„Je zou mij in de kerk kunnen situeren aan de linkerkant van de midden-orthodoxie, met een sterke focus op recht en vrede als kernboodschap van de Bijbel. Micha 6:8 is voor mij een bijzonder belangrijke tekst. We moeten récht doen. Juist mijn tijd als synodepreses heeft me ook weer zaken leren waarderen uit de meer bevindelijke vleugel van onze kerk. De horizontale as van het kruis is heel belangrijk, maar er is ook een verticale. Sommige formules die ik al jaren uitspreek bijvoorbeeld, zijn voor mij de laatste jaren inhoudelijk meer gaan leven. Dat een mens zich geborgen mag weten in Gods hand is zo’n uitspraak.”
Ds. K. van den Broeke
Karin van den Broeke was de afgelopen vijf jaar preses van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland. Zij groeide op in een randkerkelijk gezin en kwam pas in haar studententijd tot geloof, zoals ze het zelf omschrijft. Na haar studie werd ze in 1992 predikant in de hervormde gemeente van Kruiningen. Deze gemeente federeerde in december 1996 met de gereformeerde kerk in Kruiningen. Van 1997 tot 2008 was ze studentenpredikant in Leiden. Voor een beperkt deel van haar werktijd had ze een aanstelling als academiepastor voor studenten theologie, aanvankelijk bij het Hervormd Theologisch Wetenschappelijk Instituut, later bij de Protestantse Theologische Universiteit. In 2008 aanvaardde ze opnieuw een beroep naar Zeeland en werd ze gemeentepredikant in Wissenkerke en Geersdijk. Kort voor ze gekozen werd tot preses federeerde de protestantse gemeente te Wissenkerke en Geersdijk met de protestantse gemeente te Kats en Kortgene.
Ds. Van den Broeke is sinds 1992 getrouwd met Kees Blok. Zij hebben twee kinderen: Elisabet (1994) en Bas (1997).
Lees ook in Digibron:
Preses PKN in kernbestuur Wereldraad (Reformatorisch Dagblad, 28-06-2016)
Op de stoep bij Karin van den Broeke uit Wissenkerke (Kerkinformatie, 01-08-2015)
Preses wil vooral ontzorgen - interview (Reformatorisch Dagblad, 25-04-2013)
‘Een beetje fierheid mag wel weer’ - Ds. Karin van den Broeke synodevoorzitter (Kerkinformatie, 01-03-2013)
Voorzitter met randkerkelijke achtergrond (Reformatorisch Dagblad, 18-01-2013)
PKN krijgt voor het eerst vrouw als preses (Reformatorisch Dagblad, 18-01-2013)