Egyptische ex-moslima: Volgens artsen was ik geestelijk gestoord
Toen de Egyptische Mira (40) besloot om van moslim christen te worden, kon het volgens haar familie niet anders dan dat ze een psychische stoornis had. „Ze gaven me een injectie en ik raakte buiten kennis. Niet lang erna werd ik wakker in een psychiatrisch ziekenhuis waar ze me elektrische schokken toedienden.”
De ontmoeting met Mira* vindt plaats in een kerkgebouw in Egypte. Vanwege de veiligheid is het niet mogelijk om bij haar thuis af te spreken. Om de twee weken verhuist ze naar een andere plek om uit de handen van haar familie te blijven. Sinds haar vlucht een jaar geleden, wordt er voortdurend naar haar gezocht. Tijdens een openhartige ontmoeting deelt ze haar aangrijpende verhaal.
Mira groeit op in een toegewijd moslimgezin. Maar als jong kind heeft ze al veel vragen over de islam. „Er werd me geleerd dat je als vrouw de helft minder waard bent dan een man. Ook als je voor een rechtbank getuigt, is dat de helft minder waard. De man zou twee keer zoveel hersenen hebben als een vrouw.”
Tijdens haar jeugd kreeg Mira te horen dat er in de hel meer vrouwen zijn dan mannen. „Toen ik tien jaar was, werd ik besneden. Dat was een verschrikkelijke ervaring. Er zijn nog steeds momenten waarop ik weer aan deze gebeurtenis denk. Mijn familie dwong me als kind al om een gezichtsbedekkende sluier te dragen. Er werd gedreigd dat als een man je haar ziet, Allah je in de hel aan je haren ophangt, midden in het vuur.”
Vanwege deze ervaringen lukt het Mira niet om zich het islamitische geloof eigen te maken. Na haar schooltijd studeert ze Frans en gaat ze als vertaler bij een krant werken. Ze wordt uitgehuwelijkt en krijgt drie dochters. „Ik merkte dat ik steeds verder losgroeide van de islam en besloot uiteindelijk om te stoppen met geloven. Dit heb ik ook openlijk tegen mijn familie gezegd.”
De man van Mira was er ondersteboven van toen zij hem haar besluit meedeelde. „Maar hij heeft mijn keuze uiteindelijk wel geaccepteerd. Vanaf dat moment begon ik een zoektocht naar de ware God. Ik geloofde wel dat er een god moest zijn, maar dat kon in mijn beleving niet de god van de islam zijn. Ik bad graag, maar tegelijkertijd vond ik het moeilijk dat je als moslim niet persoonlijk met God kunt spreken. Bidden is voornamelijk het reciteren van vastgelegde teksten.”
Op zoek
Mira verdiept zich in allerlei religies: het hindoeïsme, het boeddhisme, het jodendom en ook het christelijk geloof. „Ik bekeek films over Jezus en ging informatie over Hem verzamelen. In Jezus vond ik het beeld van God waar ik heel mijn leven al naar op zoek was. Een God Die Mens werd om andere mensen te redden. Ik leerde Jezus kennen als een God vol glorie. Jezus is zo bescheiden, niet Iemand die Zichzelf opdringt. Een God die Zichzelf opoffert om ons van de zonde te redden heb ik in geen andere religie gevonden.”
Door de confrontatie met de liefde van Jezus komt Mira op een punt dat ze niet anders kan dan te besluiten om christen te worden en Hem te volgen. „Vanwege mijn blijdschap over het vinden van de ware God kon ik niet zwijgen en vertelde aan iedereen dat ik christen was geworden. Mijn man was helemaal in shock en wist niet hoe hij hierop moest reageren.”
Je bekeren tot het christendom was in zijn ogen nog erger dan helemaal niet meer te geloven. „Mijn man stuurde verschillende imams naar me toe die me moesten overtuigen om weer moslim te worden.”
Ondanks de druk vanuit haar familie houdt Mira voet bij stuk. „Ze sloten me op in een kamer en huilend probeerde ik mezelf te verdedigen. Ze gaven me een injectie waardoor ik buiten kennis raakte. Toen ik wakker werd, bleek ik in een psychiatrisch ziekenhuis te zijn beland. Er werd verteld dat ik psychisch gestoord was. Er stonden vier artsen rond mijn bed die vroegen waarom ik de islam had verlaten.”
De artsen vroegen Mira of ze van mening was dat de profeet Mohammed een leugenaar was. „Toen ik die vraag bevestigend beantwoordde, reageerden ze: „Je bent echt gek.” Mijn reactie was meteen: „Oké, dan zijn Albert Einstein, Marie Curie en andere grote wetenschappers die niet in Mohammed geloven ook gek?” Ik kreeg elektrische schokken en injecties toegediend. Ook moest ik medicijnen slikken waardoor ik in een comateuze situatie terecht kwam.”
Naar huis
De artsen vertellen Mira dat ze aan vier verschillende soorten psychische ziekten lijdt. Er is één arts die het voor haar opneemt en begrip toont voor haar situatie. „Het was de enige arts die zei dat ik niet gek was. Hij adviseerde me om te zeggen dat ik weer moslim wilde worden. Dat was de enige manier om uit de psychiatrische inrichting te komen. Hij fluisterde me toe: „Als je buiten bent, kun je weer geloven wat je wilt.” Ik heb zijn advies opgevolgd en begon weer tot Allah te bidden om daarmee iedereen ervan te overtuigen dat ik weer een echte moslim was geworden. Na enige tijd groeide het vertrouwen en mocht ik naar huis. Wel moest ik de rest van mijn leven medicijnen slikken om te voorkomen dat ik weer ‘vreemde’ gedachten zou krijgen.”
Mira –die inmiddels van haar man gescheiden is– gaat bij haar moeder wonen. „Mijn moeder maakte me helemaal kapot. Mijn telefoon en laptop werden afgepakt, waardoor ik niet met de buitenwereld kon communiceren. Ook moest ik de hele dag op mijn kamer blijven. Mijn ex-man zorgde voor de kinderen en ik mocht ze één keer per week zien. Ik lag de hele dag op bed en keek tv omdat ik niet in staat was om iets te doen. Ze controleerden ook of ik mijn medicijnen slikte. Er werd vaak gezegd: „Doe je mond open, we willen zien of de tablet echt op je tong ligt.” Vanwege de medicijnen had ik een verlaagd bewustzijn en raakte ik in een zware depressie. Ook moest ik veel huilen.”
Na drie jaar krijgen de moeder van Mira en de andere familieleden er meer vertrouwen in dat ze zelf haar medicijnen inneemt en wordt ze niet meer gecontroleerd. Vanaf dat moment stopt ze met slikken. Als Mira’s dochter een keer op bezoek komt, kan ze haar smartphone gebruiken en checkt ze na drie jaar voor het eerst haar Facebooktijdlijn. Veel mensen hadden berichten gestuurd en vroegen zich af wat er met Mira was gebeurd. „Ik zag verschillende berichten van de directeur van de krant waar ik werkte. Ik schreef wat er met me gebeurd was en hij bood meteen aan om te helpen.”
Mira bedenkt een plan. „Ik vertelde mijn moeder dat ik last van kiespijn had en graag naar de tandarts wilde, een stukje verderop bij ons in de straat. Ik mocht gaan, maar kreeg op het hart gedrukt dat ik snel weer moest thuiskomen. Dit moment heb ik aangegrepen om te vluchten. Ik nam een taxi en ging naar het huis van de directeur van de krant waar ik werkte.”
Verliefd
De werkgever van Mira regelt dat ze in hetzelfde huis als zijn vriendin kan wonen. Na korte tijd wordt de directeur verliefd op Mira en dat veroorzaakt jaloezie bij zijn vriendin. „Ik wilde helemaal geen relatie met de directeur en hield hem op afstand. Ik heb ontslag genomen en ben als tolk bij een reisbureau gaan werken. De directeur van dat reisbureau was een koptische christen. Hij ving me goed op. Uit boosheid heeft de vriendin van mijn voormalige directeur mijn moeder gebeld en gezegd waar ik woonde. Toen ik op die bewuste dag thuiskwam, voelde ik me heel ongerust, zonder te weten wat de reden daar voor was. Ik heb m’n spullen gepakt en ben vertrokken. Later hoorde ik dat kort na mijn vertrek mijn familie op de stoep stond. Het is Gods bescherming geweest dat ik op dat moment niet thuis was.”
De directeur van het reisbureau regelt een nieuw onderkomen voor Mira, maar het gevaar is nog niet geweken. „De vriendin van mijn oude baas had aan mijn familie ook het adres doorgegeven van het reisbureau waar ik werkte. Op de dag dat ze op kantoor langskwamen, voelde ik me niet lekker en om die reden was ik thuisgebleven. Mijn baas zei tegen mijn ouders dat ik sinds drie weken niet meer bij het reisbureau werkte. Om het verhaal geloofwaardig te laten klinken, voegde hij eraan toe: „Ze heeft de laptop van de zaak meegenomen, dus als u weet waar ze is, zou u mij dan willen informeren?” Het was het beste antwoord dat hij kon geven.”
Haar werk bij het reisbureau heeft ze uit veiligheidsoverwegingen moeten opzeggen. Mira heeft op dit moment geen andere baan. Ze leeft bij de dag en probeert niet te veel met de toekomst bezig te zijn, want die is onzeker. Maar ook onrustig, doordat ze regelmatig moet verhuizen. Af en toe heeft ze nog contact met haar kinderen. Ondanks haar wanhopige situatie ervaart ze haar leven echter niet als hopeloos. „Ik heb contact met een goede God, de enige echte God. Ik ervaar Hem binnenin mij. Alle momenten dat ik in gevaar was, scheen Hij met Zijn licht op mij. Hij liet me ontsnappen. Het leven met Jezus is beter dan wat dan ook. Ondanks al deze vervolging ervaar ik vreugde in Hem.”
Mira heet in werkelijkheid anders. Vanwege veiligheidsredenen is haar naam veranderd.
Richard Groenenboom is als journalist werkzaam bij SDOK (Stichting de Ondergrondse Kerk). Hij reisde naar Egypte om onderzoek te doen naar de situatie van christenen in het land.