Ketchupgooiers nog tien dagen in de cel
De twee vrouwen die vorige week minister Verdonk van Vreemdelingenzaken met ketchup besmeurden, zitten weer vast. De Tweede Kamer is daar tevreden over, maar heeft wel zware kritiek op het optreden van het openbaar ministerie in deze zaak.
De vrouwen, van wie de berechting woensdag tot 23 juli werd uitgesteld, kwamen een dag nadat ze Verdonk hadden belaagd weer op vrije voeten. Het openbaar ministerie ging hiertegen in beroep. De Amsterdamse rechtbank gaf het OM in zoverre gelijk dat de verdachten opnieuw moeten worden vastgezet. Wel zullen ze over tien dagen vrij komen.
Officier van justitie H. Biemond stelde dat de strafzaak een norm moet stellen: „Blijf met je handen van politici af.” De officier wilde gevangenhouding van de twee vrouwen tot de voortzetting van de zaak over een maand. Toch meende rechter J. Knol dat de duur van zo’n hechtenis niet in verhouding zou staan tot de uiteindelijke straf voor het incident.
De advocaten van de ketchupgooisters pleitten voor onmiddellijke vrijlating. Ze gaven in hun pleidooi aan dat het gevaar dat de verdachten op de vlucht slaan klein is, aangezien zij zich dinsdag vrijwillig bij de raadkamer hebben gemeld en woensdag ook uit zichzelf naar de zitting van de politierechter kwamen.
De raadslieden vinden het bovendien onbegrijpelijk dat iemand die met ketchup gooit, wat geen gevaar oplevert voor de gezondheid, vervolgens wordt aangemerkt als staatsgevaarlijk.
De Amsterdamse raadkamer oordeelde evenwel dat de vrouwen met hun actie een gevoel van angst bij de minister hebben gewekt en voor onrust en gevoelens van onveiligheid in de samenleving hebben opgeroepen. De politierechter voegde daar woensdagavond aan toe dat er kans op herhaling bestaat en dat nog nader onderzoek moet worden gedaan naar de identiteit van de verdachten. Ze bleven woensdag bij hun besluit hun naam, adres en woonplaats niet op te geven.
In een brief aan de Tweede Kamer hebben de verantwoordelijke bewindslieden Donner (Justitie) en Remkes (Binnenlandse Zaken) inmiddels geschreven dat volgens hen alle betrokken organisaties adequaat hebben gehandeld. De beveiliging was op niveau en heeft geleid tot de aanhouding van de actievoerders, vinden de ministers. Het openbaar ministerie heeft volgens hen correct gehandeld door opsluiting van de verdachten te eisen.
Tijdens een spoeddebat dat de Tweede Kamer vanochtend aan de kwestie wijdde, bleken de meeste fracties anders over het optreden van het OM te denken. Tevredenheid was er over het feit dat de verdachten weer vastzitten maar tegelijk was er zware kritiek. Het OM had volgens de Kamer de mogelijkheid om na de aanhouding de inverzekeringstelling van de verdachten te verlengen en daarvan is ten onrechte geen gebruikgemaakt, aldus een grote meerderheid in de Kamer.
SGP’er Van der Staaij stelde voor de mogelijkheid van strafverzwaring door te voeren voor geweld dat gericht is tegen vertegenwoordigers van het openbaar gezag. Volgens hem is dat een leemte in de wetgeving.