Wanders (40) sprak woensdag tijdens een bijeenkomst van Siemens in Hoofddorp. De ontwerper, in verscheidene internationale vakbladen genomineerd of onderscheiden tot ”Designer of the Year” en hoofdredacteur van het Design Year Book, werkt niet voor dit bedrijf. Maar de trends bij industriële ontwerpen zijn volgens hem ook niet gebonden aan bepaalde producten of een sector. Een product mag wel gelijkenis vertonen, maar moet steeds net weer anders zijn, meent Wanders.

Zelf werkt hij dat in verschillende collecties uit. Zo heeft de ontwerper recent aardewerk gedecoreerd, bepaald niet op een standaard manier. „Net een rommelmarkt op industriële schaal, maar wel een feestelijke.” Bij het bakken van borden voor een kasteeleigenaar in de Elzas gebruikte hij verschillende hoeveelheden klei, waardoor geen enkel exemplaar hetzelfde was. „Dat kun je zo op grote schaal toepassen.”

In telefoonland wordt deze trend al met gretigheid opgepakt. De grote mobiele toestellen maakten de afgelopen jaren niet alleen plaats voor kleinere modellen, ook met kleurschakering, verschillende functies en met het ontwerp wordt volop gespeeld.

Pascale Noyens, business manager van Siemans Mobile, vergelijkt mobiele telefoons met auto’s. „De opmerking van Henri Ford over zijn T-modellen -„als-ie maar zwart is”- heeft plaatsgemaakt voor een veelheid aan varianten. „Dat leidt tot productsegmentatie en soms zelfs -fragmentatie”, aldus Noyens. Zo kent één auto soms wel tienduizenden varianten, in kleur, materialen en opties.

Design is volgens haar bepalend voor de merkbeleving én voor de prijs. „Het is de sleutel tot aankoopbeslissingen”, vindt de Siemens-manager, die een voorbeeld -alweer uit de auto-industrie- aanhaalt. „Neem een Skoda, VW of Audi. Verschillende types hebben dezelfde prestaties, dezelfde motor, maar het besluit om een bepaald merk te kopen is afhankelijk van het uiterlijk.”

Noyens maakte haar opmerkingen waar door woensdag bekend te maken dat haar bedrijf dit najaar maar liefst zes verschillende soorten mobiele telefoons in de markt zet. Vooral bedoeld voor de particulieren, want bedrijven accepteren wel een kleurenscherm, maar willen geen ingebouwde camera’s, om maar eens wat te noemen.

”Schelpmodellen” zijn geliefd, maar ook mobieltjes met schuifmechanismen behoren tot de mogelijkheden. Ze kennen grote kleurendisplays en ingebouwde VGA-camera’s (tot wel 1,3 megapixel). Een van de modellen verandert van kleur al naar gelang de lichtinval verandert, een ander model heeft de mogelijkheid voor video-messaging, een derde bevat zelfs een videospeler en GPRS voor snelle gegevensuitwisseling.

Verder doet een mobieltje vervaardigd van rubber en metaal zijn intrede. Het apparaat is bestand tegen spatwater, schokken en stof. Navigatie op de fiets is mogelijk met de zogenaamde bike-o-meter (met navigatie) en carkit. Er zijn talloze accessoires en de covers maken de mobiel nog meer tot een individueel bezit met subtiele details als slangenleder, hout, spiegel of swarovski-steentjes.

Dat trends in de markt voor de mobiele telefonie van belang zijn, weet het Finse Nokia inmiddels als geen ander. Het bedrijf is sinds 1998 ’s werelds grootste maker van mobiele telefoons. Het concern verloor dit jaar in rap tempo marktaandeel. Een belangrijke reden daarvoor was dat het bedrijf enkele trends onder consumenten heeft gemist. Zo kwam Nokia pas in maart voor het eerst met een schelpmodel, terwijl concurrenten Motorola, Samsung, Siemens en Sony Ericsson al jaren met uitklaptoestellen werken.

Nokia, waarvan het marktaandeel kelderde van ruim 44 naar rond de 28 procent, doet er inmiddels alles aan om het tij te keren. De prijzen van de als duur bekendstaande fabrikant zijn verlaagd. En wellicht gaat het bedrijf zelfs merkjes van mobiele aanbieders toestaan op zijn toestellen. Maar, wellicht de belangrijkste stap: Dit jaar verschijnen maar liefst veertig nieuwe modellen. De concurrenten zullen hier ongetwijfeld op inspelen. De stortvloed aan modellen en variaties is voorlopig nog niet ten einde.