Rotterdams Philharmonisch Orkest houdt van het avontuur
Hij is vol lof over ‘zijn’ Rotterdams Philharmonisch Orkest, dat dit jaar zijn eeuwfeest viert. En algemeen directeur George Wiegel meent wat hij zegt. „Dat grote dirigenten graag bij ons op de bok staan, is vooral te danken aan de musici. Zij zorgen voor een fantastische werksfeer en spelen op hoog niveau.”
Hij werkt bij een orkest dat zich kan meten met de wereldtop, stelt George Wiegel (61). „Ons spel kan zowel expressief als explosief zijn. Op saaiheid heb ik de musici nooit weten te betrappen.”
De Rotterdammer trad in 2015 aan bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest (RPhO). Wiegel is er niet alleen verantwoordelijk voor de algemene gang van zaken, maar hij beheert ook de artistieke portefeuille. De baan in de havenstad voelt voor hem als thuiskomen. Hij was van 1987 tot 1998 trombonist in het RPhO. Daarnaast werkte hij jarenlang als conservatoriumdocent en was hij directeur van het Rotterdams conservatorium.
In 2015 kreeg Wiegel de vraag of hij het directeurschap bij Het Gelders Orkest wilde inruilen voor de post in Rotterdam. Zijn voorganger, Hans Waege, zat toen al langere tijd thuis vanwege een intern conflict.
Geen makkelijke start. Ook vanwege teruglopende bezoekersaantallen.
„Omdat ik vrijwel alle orkestleden kende en wist wat er speelde, verkleinde dit de ontstane kloof tussen de musici en het management. Gelukkig beleefden we al snel mooie momenten. Neem de benoeming van de Israëlische dirigent Lahav Shani (28), die volgend seizoen Yannick Nézet-Séguin opvolgt. Hij bleek ook de absolute favoriet van de orkestmusici te zijn.”
Waarom viel de keus op Shani?
„Wie moet je benoemen na Valeri Gergiev en Yannick Nézet-Séguin? Geen kopie van deze sterke muzikale persoonlijkheden, maar iemand die iets toevoegt. Zo blijkt Shani ook een uitstekende pianist en dirigeerde hij het orkest al verschillende keren vanaf de pianokruk. Dat was een feest. De toekomstige chef eist veel van zijn mensen en stelt zich tegelijkertijd collegiaal op. Hij durft orkestleden tijdens concerten de vrijheid te geven, vanuit het streven om samen met hen een spannend verhaal te vertellen.”
Dat is het RPhO op het lijf geschreven?
„Kiezen voor het avontuur kenmerkt ons orkest. De musici nemen graag risico’s en houden van dirigenten die tijdens concerten net iets anders vragen dan tijdens repetities. Gergiev is daar een schoolvoorbeeld van. Door zo’n aanpak klinkt een stuk elk concert anders.”
In welk repertoire blinkt het orkest uit?
„Het Russische repertoire is de musici op het lijf geschreven, warmbloedige muziek, met soms een stroom aan ingewikkelde emoties. De orkestleden spelen dan op het scherp van de snede. Sommige recensenten beschouwen ons als het beste Russische orkest aan deze kant van de Oeral. Ook de symfonieën van Bruckner en Mahler behoren tot het erfgoed van het orkest.”
Zitten de bezoekersaantallen weer in de lift?
„Gelukkig wel. Ze zijn sinds 2015 gestegen van 80.000 naar 100.000 mensen per jaar. Vooral dankzij de inzet van ons marketingteam, dat nieuw publiek weet te verleiden om te komen luisteren. Daarnaast hebben we economisch het tij mee. We zoeken ook naar een goede manier om jongeren te bereiken. De nieuwe laagdrempelige formule ”Core Classics” slaat aan. Datzelfde geldt voor concerten die we combineren met film en musical. Nieuw publiek komt niet automatisch terug, want er zijn zo veel mogelijkheden om een avondje uit in te vullen.”
Verschillende Nederlandse orkesten moeten fuseren. Hoe staat het RPhO er financieel voor?
„Goed. Gelukkig kampen wij niet met teruglopende subsidies en blijven de gemeente Rotterdam en het Rijk ons steunen. Ze erkennen dat ons orkest belangrijk is voor de stad en –net als het Koninklijk Concertgebouworkest– voor de uitstraling van Nederland. Daarnaast stijgen onze eigen inkomsten. Op dit moment ligt dat percentage op 50 procent van de begroting van 17 miljoen.”
Waar maakt u zich zorgen over?
„Over de verhoging van de pensioenleeftijd. Ik vind dat daarbij onvoldoende rekening is gehouden met orkestmusici. Zij hebben een prachtig, maar ook pittig beroep. De fysieke belasting kan zwaar zijn. Daarnaast kunnen orkestmusici bij het ouder worden niet achteroverleunen. Ze moeten altijd voor de volle honderd procent gaan. Niet alleen 80 collega’s, maar ook een kleine 2000 bezoekers kijken op hun vingers.”
Waar kijkt u vooral naar uit in dit jubileumjaar?
„De uitvoering van de Achtste Symfonie van Mahler, een werk met een enorme bezetting, onder leiding van Nézet-Séguin. Ook de opening van het seizoen 2018-2019 wordt gedenkwaardig. De mentor van Shani, dirigent en pianist Daniël Barenboim, zal dan onder diens leiding soleren in het Derde Pianoconcert van Beethoven.”
Orkest in topvorm
Wie: Alexander Verbeek (44) uit Enschede.
Wat: Aanvoerder van de trombonegroep. Sinds 2000 in dienst bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest (RPhO). Daarnaast lid van het Nieuw Trombone Collectief en het Nederlands Blazers Ensemble en hoofdvakdocent trombone aan het Rotterdams conservatorium.
Speelt in het RPhO omdat: „Ik speelde eerder in het Nederlands Balletorkest. Toen er een plek vrijkwam in het RPhO heb ik auditie gedaan, omdat ik in Rotterdam heb gestudeerd en veel blazers van dit orkest kende. Spelen bij het RPhO voelde als thuiskomen.”
Wat kenmerkt het RPhO? „De orkestleden zijn energiek en hebben een enorme drive. We worden nog altijd beter. De onderlinge sfeer is open.”
Last van stress op het podium? „In mijn studietijd had ik soms veel last van stress voor een optreden. Omdat ik de muziek steeds beter leer kennen, speel ik tegenwoordig vrijer. Er is nu sprake van een gezonde werkspanning. Ik loop regelmatig hard. Dat maakt mijn hoofd lekker leeg en houdt me fit.”
Hoogtepunt uit de afgelopen jaren? „De Zesde Symfonie van Mahler in het Russische Sint-Petersburg onder leiding van Gergiev. Voor mijn gevoel viel toen alles op zijn plek. Een tweede hoogtepunt is de zinderende uitvoering van de opera ”Turandot” van Puccini met Nézet-Séguin in Amsterdam.”
Hoe lijkt u de toekomstige chef, Lahav Shani? „Net als zijn voorgangers bruist hij van energie. Hij is wat minder beweeglijk dan Nézet-Séguin. Shani kruipt soms zelf achter de piano als we een pianoconcert uitvoeren. Wanneer er een andere pianist meewerkt, speelt hij samen met hem vierhandig piano als toegift. Dat valt in de smaak bij het publiek.”
Enorme drive
Wie: Piet Baaijens (64) uit Ridderkerk.
Wat: Directeur van de Ds. G. H. Kerstenschool in de Zuid-Hollandse plaats. Hij gaat sinds zijn verhuizing naar Ridderkerk in 1989 regelmatig naar het Rotterdams Philharmonisch Orkest (RPhO) luisteren, zo’n acht à negen keer per jaar.
Favoriete repertoire? „Werken uit de tweede helft van de 19e eeuw en uit de eerste decennia van de 20e eeuw. Muziek van componisten als Bruckner, Mahler, Rachmaninov, Ravel en Richard Strauss.”
Wat kenmerkt het RPhO? „Het orkest heeft een transparante, flexibele, lenige en krachtige klank. Vooral de kleurrijke Franse muziek en het Russische repertoire zijn de musici op het lijf geschreven.”
Welke ontwikkeling maakte het orkest de afgelopen dertig jaar door? „Toen ik naar Ridderkerk verhuisde, werd Valeri Gergiev chef-dirigent in Rotterdam. Onder diens leiding en daarna met Yannick Nézet-Séguin als chef hebben vooral de strijkers zich sterk ontwikkeld. De blazers waren al fameus. Het orkest klinkt nu evenwichtiger. De Rotterdammers presenteren zich graag als een orkest met lef. Dit komt onder andere tot uiting in de benoeming van aanstormend talent als Nézet-Séguin destijds en nu Shani, die volgend seizoen begint. Beiden energieke, charismatische dirigenten, die hun enthousiasme voelbaar maken in de zaal. Shani mag overigens in zijn handen knijpen: Nézet-Séguin laat een ensemble in topvorm achter. Soms bekruipt mij het gevoel dat Rotterdammers dit onvoldoende beseffen en dat het orkest elders in het land en in het buitenland meer wordt gewaardeerd. ”
Zijn er buiten de concertzaal nog contacten met het orkest? „Er zijn verschillende orkestleden op school geweest om over hun instrument te vertellen en workshops te verzorgen. Daarnaast bezoeken we ook orkestrepetities.”