Koninklijk Huis

Filips Willem, de geroofde zoon van Willem van Oranje

Dertien jaar was Filips Willem, oudste zoon van Willem van Oranje, toen de Spaanse koning Filips II hem liet ontvoeren. Het duurde bijna veertig jaar voordat hij in de Nederlanden terugkeerde. Daar bleef hij een vreemdeling.

L. Vogelaar
23 February 2018 11:35Gewijzigd op 16 November 2020 12:41
Het Hof van Nassau, waar Filips Willem als heer van Diest (nu in België) resideerde. beeld P. J. Schipperus
Het Hof van Nassau, waar Filips Willem als heer van Diest (nu in België) resideerde. beeld P. J. Schipperus

Volgende week, 400 jaar na Filips Willems sterfdag, publiceert de 90-jarige mr. P. J. Schipperus een lijvig boek over ”Philips Willem” –zoals hij de naam spelt–, ”De verloren zoon van Willem van Oranje”. Schipperus, voorheen advocaat en gemeenteraadslid in Beverwijk, deed meer dan twaalf jaar onderzoek voor dit boek. Ooit werkte hij bij het Weeshuis in Buren, gesticht door Filips Willems zus. Hoe meer literatuur hij verzamelde, hoe meer hij zich erover verbaasde hoe Willem van Oranje met zijn visie om de vrijheid van geweten het had durven opnemen tegen Filips II, „hoofd van de grootste wereldmacht in zijn tijd, en landsheer van de Nederlanden.” De koning trof zijn tegenstander hard: in zijn gezin. Willem de Zwijger heeft zijn oudste zoon nooit teruggezien.

Een ontvoering is niet minder dan een kind verliezen, wellicht nog zwaarder, overweegt Schipperus. Wat hield Willem van Oranje staande? Volgens de auteur is dat zijn geloofsovertuiging, vanaf zijn vroegste jeugd ingegeven door moeder Juliana van Stolberg, in combinatie met „de van vaderskant geërfde ongekende moed en geestkracht om rechtdoorzee te gaan.”

Halfwees

Filips Willem was op 19 december 1554 in het kasteel van Buren geboren. Drieënhalf jaar eerder waren zijn ouders in de St.-Lambertuskerk in het stadje getrouwd: Willem van Oranje en Anna van Buren. Daarmee vervulden ze een wens van Anna’s vader, graaf Maximiliaan. Die had dat in zijn testament vastgelegd, maar maakte het zelf niet mee: hij was in de kerstnacht van 1548 overleden.

Filips Willem heeft zijn moeder nauwelijks gekend: ze overleed in maart 1558. Hij was zeven jaar toen hij Eerste Edele van Zeeland werd en elf toen zijn vader hem inschreef aan de universiteit in Leuven. Er werd zelfs al over een toekomstig huwelijk nagedacht.

Op aanraden van kardinaal Granvelle beval koning Filips II dat zijn petekind Filips Willem uit Leuven moest worden weggehaald om „zijn opvoeding in Spanje te voltooien.” Dat Willem van Oranje zijn oudste zoon naar de Spaanse koning had genoemd, stemde de vorst niet milder. Willems bezittingen waren inmiddels verbeurd verklaard en hij was wegens hoogverraad voor de Bloedraad gedaagd, waar hij wijselijk niet kwam opdagen. Nu werd zijn zoon ontvoerd. Helemaal onverwacht kwam dat niet: Willem was er door zijn broer Jan van Nassau voor gewaarschuwd.

De secretaris van hertog Alva, vergezeld van vier edellieden en twaalf hellebaardiers, haalde de jonge graaf van Buren in februari 1568 op. Toen ze bij de universiteit kwamen om de student gevangen te nemen, stonden bestuurders, rector en hoogleraren bij de ingang om de gijzeling te voorkomen. Het zou de rechten van de universiteit schenden: alleen de rector mocht volgens de privileges een student aanhouden. Het mocht niet baten; Filips Willem werd meegenomen naar Antwerpen en vervolgens via Middelburg naar Spanje.

De ontvoering had plaats om het verzet van zijn vader te breken. Die opzet mislukte; 1568 wordt ook beschouwd als het jaar waarin de Tachtigjarige Oorlog begon.

Wantrouwen

Filips II gaf Filips Willem opdracht naar Leuven te schrijven hoe goed hij het in Spanje wel had. „U zult nauwelijks geloven hoe blij ik ben”, schreef de gijzelaar. Dat zal door de ontvangers inderdaad nauwelijks geloofd zijn.

De jonge student werd rooms opgevoed en dat miste zijn uitwerking niet: rooms is hij tot zijn overlijden gebleven. Tijdens zijn universitaire opleiding zat hij niet opgesloten, maar er waren wel altijd bewakers in de buurt. Toen werd ontdekt dat hij in het geheim met zijn vader correspondeerde, werd hij gevangengezet in het kasteel van Arévalo.

Bij de dood van zijn vader in 1584 erfde Filips Willem het vorstendom Oranje en het graafschap Buren. Pas in januari 1596 mocht hij weer naar de Nederlanden. Daar werd hij echter niet vertrouwd, omdat hij rooms was en zo lang in Spanje was geweest. „De Spaansche prins van Oranje”, noemde een schrijver hem. Filips Willem kreeg slechts beperkte bewegingsvrijheid. In 1599 werd hij lid van de Raad van State en ridder van het Gulden Vlies. Pas in 1608 was hij geheel vrij man.

Ondertussen voerde hij een bittere strijd met zijn halfbroers Maurits en Frederik Hendrik over de erfenis van hun vader. Toen de nalatenschap eindelijk was verdeeld, werd hij in 1609 op het kasteel van Breda plechtig als heer ingehaald.

Hij was al bijna 52 toen hij in 1606 trouwde met de 19-jarige Eleonora de Bourbon-Condé. Zij was een nicht van de Franse koning Hendrik IV, die acht jaar eerder met het Edict van Nantes een eind had gemaakt aan de vervolging van de hugenoten.

Vergeten prins

Filips Willem is wel de vergeten prins genoemd. Door zijn levensloop bleef hij in de schaduw staan van zijn vader en zijn halfbroers. Zij gaven leiding aan de Nederlanden. Wel voerde Filips Willem tot zijn dood het bewind over het prinsdom Oranje, al had de gouverneur, die tot de hugenoten behoorde, er feitelijk meer te zeggen.

De dood van Filips Willem was net zo dramatisch als zijn leven. Hij overleed op 20 of 21 februari 1618 in Brussel op 63-jarige leeftijd doordat tijdens een klysmabehandeling de darmwand werd beschadigd.

Al zijn bezittingen en de titel Prins van Oranje liet hij na aan zijn halfbroer Maurits. Zijn vrouw kreeg niets. Lang heeft ze hem overigens niet overleefd: ze stierf op 20 januari 1619, 31 jaar oud.

In zijn testament noemde Filips Willem vier steden waar hij begraven wilde worden. Het werd Diest, dat het dichtst bij Brussel was. Zijn graftombe bevindt zich daar nog altijd in de Sint-Sulpitiuskerk.

Toen het testament na vele jaren weer eens werd bestudeerd, bleek dat Filips Willem een grote som geld aan de parochie van deze kerk had nagelaten met als doel dat daar voor hem jaarlijks een requiem zou worden opgedragen. Die traditie is toen in ere hersteld.

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

Philips Willem. De verloren zoon van Willem van Oranje, P. J. Schipperus, uitg. Omniboek, Utrecht 2018; ISBN 9789401910705; 494 blz.; € 29,99.

Boreling in Buren

De biografie van Filips Willem wordt op 20 februari in zijn geboorteplaats Buren gepresenteerd in de St.-Lambertuskerk. Burgemeester J. A. de Boer ontvangt het eerste exemplaar. De bijeenkomst begint om 19.00 uur en is gratis toegankelijk. A. J. G. Hogendoorn vertelt over Buren in het midden van de 16e eeuw. De sprekers worden afgewisseld door liederen van Adriaen Valerius, afkomstig uit de ”Nederlandtsche gedenck-clanck” (1626).

In het Museum Buren en Oranje, het stadhuis waar Filips Willem in 1608 ingehuldigd is, is gedurende het museumseizoen 2018 een tentoonstelling over hem te zien.

Buren startte het Filips Willemjaar tijdens de Gelredag op 27 januari. Het Betuwse stadje herdenkt daarmee de 400e sterfdag van de enige Oranje die in Gelderland werd geboren. Buren was toen een zelfstandig graafschap, ingesloten in het hertogdom Gelre. Het kasteel is in de 19e eeuw afgebroken. De Oranjeprinsen zijn nog steeds graaf van Buren. En toen prins Willem-Alexander aan de Elfstedentocht deelnam, deed hij dat onder de naam W. A. van Buren.

Oranjelezingen

Tijdens de Gelredag waren de musea van het stadje gratis toegankelijk. Ook de Grote Kerk, waar de ouders van Filips Willem trouwden, en molen Prins van Oranje waren geopend. Op de Prins van Oranje was van oktober 1891 tot mei 1892 Pieter van Woerden (1866-1946) molenaar. Hij kwam uit Delft, een andere Oranjestad. In beide plaatsen kan zijn belangstelling voor de historie van het koningshuis ontstaan of aangewakkerd zijn. In de jaren daarna hield hij in Rotterdam lezingen voor watergeuzenvereniging Pro Patria, die als doel had de daden van het Oranjehuis in het verleden in herinnering te houden.

Op 1 april 1897 sprak Van Woerden kort na middernacht „een kort en krachtig woord” bij het vrijheidsmonument in Rotterdam tijdens de 1 aprilherdenking, 325 jaar na de inname van Den Briel. Een andere krant noemde het „eene korte en van vaderlandsliefde tintelende toespraak.” „In gloedvolle woorden herinnerde hij aan den strijd onzer vaderen, aan den heldenmoed der watergeuzen, die den strijd om de vrijheid aanvaardden in den naam van God, met de leuze ”God, Oranje en Nederland”, om te besluiten met een heilgroet aan Neerland’s Koninginnen. Het laatste woord was nog niet gesproken of alle hoeden en petten vlogen af onder een driewerf „Oranje boven!””

Nog weer later was Van Woerden predikant in Amerika. Daar sprak hij op 28 mei 1909 voor het Roseland Ziekenfonds over ”Willem I, Prins van Oranje, vader des vaderlands”. Dezelfde lezing hield hij enige tijd later ook voor de afdeling Chicago van een Nederlands-Amerikaanse vereniging.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer