Vereenzaming, een ernstig bijeffect van vergrijzing in Japan
De vergrijzing in Japan heeft grote gevolgen voor de kwaliteit van leven. Vooral vereenzaming van bejaarden is een probleem.
In eenzaamheid sterven, zonder iemand om je heen. Dat is de trieste werkelijkheid voor steeds meer Japanners. In de hoofdstad Tokio verdubbelde tussen 2003 en 2015 het aantal gevallen onder 65-plussers. Per week, zo meldde de The Japan Times eind vorig jaar, sterven 4000 Japanners in eenzaamheid.
Het is het gevolg van de ongekende vergrijzing van de Japanse samenleving. Die betekent in de eerste plaats dat het aantal sterfgevallen sowieso sterk toeneemt. Vorig jaar overleden in Japan 1,3 miljoen mensen, en dat is 35 procent meer dan vijftien jaar terug. De verwachting is dat dit aantal nog verder zal stijgen tot 1,7 miljoen per jaar in 2040.
Een ander aspect van die vergrijzing is dat mannen en vrouwen steeds ouder worden. Zo was ongeveer 37 procent van de vrouwen die vorig jaar overleden boven de 90 jaar. Op die leeftijd is de familie al aanzienlijk uitgedund en wordt de levensavond vaak alleen beleefd. Bij Japanse mannen speelt nog iets anders: van hen heeft bijna een vijfde geen partner – ze zijn nooit getrouwd geweest en ze hebben geen kinderen die hen in hun laatste levensuur bijstaan.
Wat dat allemaal concreet betekent wordt duidelijk uit het verhaal van Chieko Ito, dat ze in december vorig jaar aan een journalist van The New York Times vertelde. De 90-jarige Ito is sinds 1992 weduwe en in dat jaar overleed ook haar enige kind, dochter Chizuko.
Sindsdien slijt ze haar dagen in eenzaamheid. Ze bewoont een appartement dat deel uitmaakt van een gigantisch wooncomplex van 4500 appartementen, dat in een buitenwijk van Tokio is neergezet en de naam Tokiwadaira draagt. Het complex is qua voorkomen nog het meest met de flats van de Bijlmer te vergelijken. Alleen: hier wonen geen kinderrijke gezinnen, maar voornamelijk bejaarden. Bijna de helft van de bewoners is er 65-plus.
Dat is weleens anders geweest, want deze wooncomplexen, ”danchi” genoemd, werden tijdens de economische groei in de jaren 60 van de vorige eeuw, neergezet voor de ”salarymen” en hun gezinnen. Deze hardwerkende Japanse witteboordenmannen waren de motoren achter het economisch succes van Japan en verdienden daarom goede huisvesting.
In de jaren 90 van de vorige eeuw verloren de danchi’s hun aantrekkelijkheid voor gezinnen en bleven er vooral bejaarden en kinderloze echtparen achter.
Gordijnen
En daar zitten ze nu: oude bewoners van wie een groot aantal nauwelijks bezoek krijgt. Mevrouw Ito is een van hen. Met een buurvrouw aan de overkant heeft ze afgesproken dat die iedere dag even kijkt of de gordijnen bij haar open zijn: een teken dat ze nog leeft.
Vooral alleenstaande mannen zijn kwetsbaar, weet Ito. Die hebben de neiging zichzelf en hun woonruimte te verwaarlozen. De geur van zweet, urine, bedorven voedsel en afval walmt met enige regelmaat uit zo’n mannenwoning. De beheerder van het wooncomplex heeft daar wel een antwoord op: met tape worden de kieren van deuren en ramen dichtgeplakt om de stankoverlast naar buiten toe te beperken.
Zo af en toe hangt er een andere geur tussen de woningen, vertelt Ito. Die van een ontbindend lichaam. Dan blijkt een oudere zonder dat iemand het merkte te zijn overleden.
De commercie ruikt vooral geld en tal van bedrijven zijn in deze groeimarkt van ouderdom en sterfte gedoken. Zo is er een bedrijf dat zich specialiseerde in het leeghalen van zulke verwaarloosde woningen. Ook is er een ondernemer die het stroomverbruik van ouderen in de gaten houdt. Blijft dat bijvoorbeeld ’s nachts onverminderd hoog, dan kan dat een alarmerend signaal zijn en wordt de familie ingeseind.
Voor mevrouw Ito is de gordijnafspraak met haar buurvrouw vooralsnog voldoende, vindt ze zelf.
Voor dit verhaal zijn de volgende bronnen gebruikt: Asahi Shimbun, The Japan Times, TokyoReview, East Asia Review, The New York Times, The Economist, Pocket World Figures 2018, The Japanese Mind.
Steeds ouder
Met een percentage van 27,7 (op een bevolking van 126,6 miljoen) telt de Japanse bevolking de meeste 65-plussers ter wereld. Dat zijn er bijna 35 miljoen en daartegenover staan nog geen 16 miljoen kinderen. In 2060 zal dat percentage richting de 40 procent gaan. De levensverwachting voor mannen is 80,8 jaar, voor vrouwen is die 87,3 jaar.
Een ander aspect van die vergrijzing is het lage geboortecijfer. Dat ligt in Japan op 1,4. In 2016 dook het aantal geboorten onder de 1 miljoen – een historisch laag aantal.
Vanwege dat lage geboortecijfer zal het bevolkingsaantal nog verder dalen, tot 80 miljoen in 2060, is de verwachting.
Liever langer werken
De gevolgen van de vergrijzing voor de Japanse economie zijn niet positief. Zo slurpen pensioenen, ouderdomsvoorzieningen en gezondheidszorg grote sommen geld op dat door relatief steeds minder werkenden moet worden verdiend.
Verder is het vanwege de vergrijzing voor veel bedrijven lastig om aan personeel te komen, en dat zet een rem op het economisch herstel waar Japan na tientallen jaren van stagnatie hard aan toe is.
Zo af en toe laait de discussie op of Japan niet toe is aan het binnenlaten van migrant-arbeiders, die er dan permanent mogen komen wonen en werken. Uitermate gevoelig thema onder veel Japanners met hun nog altijd ietwat racistisch-nationalistische wijze van denken.
Dan maar liever langer werken: ruim 30 procent van de mannelijke 65-plussers en meer dan 15 procent van de vrouwen van die leeftijd werkt nog. Van hen werkt 25,8 procent zelfs fulltime.
De meeste ouderen werken overigens niet voor het geld, maar om verveling en eenzaamheid thuis te voorkomen. Het effect daarvan is dat loonstijging ook voor anderen beperkt blijft. Iets wat in een tijd van arbeidschaarste juist omgekeerd zou moeten zijn.
De 65-plussers zijn niet bereid alles maar aan te pakken. Het beroep van taxichauffeur is populair: meer dan de helft van de chauffeurs is 60-plus. Verder prefereren ze kaartjes knippen in een museum boven schoonmaakwerk in kantoren.
Te moe voor een gezin
Wat is de oorzaak van Japans krimpende bevolking? Een laag geboortecijfer en dat houdt weer verband met desinteresse bij zowel mannen als vrouwen om een gezin te stichten.
De opgehitste sfeer ten tijde van de economische wederopbouw in de jaren 50 en 60 verklaart die desinteresse. Daardoor ontstond de spreekwoordelijke Japanse werkmentaliteit (doorwerken tot je erbij neervalt). Jonge mannen en vrouwen zijn door de hoge werkdruk te moe om relaties aan te gaan.
Uit een peiling bleek vorig jaar dat 70 procent van de ongetrouwde jonge mannen en 60 procent van niet-getrouwde vrouwen in de leeftijd van 18 tot 34 jaar geen relatie hadden.
Voor werkende vrouwen komt daar nog eens bij dat de meesten (70 procent) hun baan verliezen zodra een kind is geboren. Zowel bedrijven als de overheid zijn zeer zuinig als het gaat om het creëren van voorzieningen voor moeder en kind. Het gevolg is dat er geleidelijk steeds minder animo is om te trouwen en kinderen te krijgen.
De op prestatie gerichte Japanse samenleving heeft van mannen en vrouwen workaholics gemaakt. Naast de vaste werkuren van negen tot vijf, wordt er regelmatig overgewerkt en verder zijn er ook nog eens de uren na werktijd die je al saké drinkend met je collega’s dient door te brengen.
Rouwen in een hotel
Een van de meest bizarre voorbeelden van bedrijven die zijn ingesprongen in de markt voor hoogbejaarden is de ”itai hoteru”, letterlijk: het lijkenhotel.
Door het toegenomen aantal sterfgevallen hebben crematoria het in Japan behoorlijk druk en de wachttijden zijn er voor nabestaanden vaak enkele dagen.
In Japan is men gewoon om een overledene een dag en een nacht thuis op te baren, waarna het lichaam naar een crematorium wordt gebracht. De as krijgt de familie mee in een urn, en die wordt na enige tijd bijgezet in een familiegraf. Daar staat 49 dagen voor: volgens het boeddhisme is dat de tijd die de ziel nodig heeft om zich in de geestenwereld te vestigen.
Wat te doen als iemand is overleden en het crematorium is de komende dagen volgeboekt? Daar hebben de ”itai hoteru” een antwoord op: zij bieden familie en andere nabestaanden een hotelkamer aan, waar ook de overledene wordt opgebaard. Verder wordt er gezorgd voor een kist, voor bloemen en voor vervoer naar het crematorium. En dat alles tegen scherpe prijzen.
De hotels zijn vooral geliefd bij families die weinig waarde hechten aan een traditionele begrafenis, waar ook buren en collega’s bij aanwezig zijn. Het aantal families dat zo denkt neemt toe: vorig jaar was 30 procent van alle begrafenissen zakelijk en beperkt, tien jaar geleden was dat nog 10 procent.