Kerk & religie

Het pronkstuk van de Cunerakerk

Hét pronkstuk in de laatgotische Cunerakerk in Rhenen is het stenen beeldhouwwerk tussen schip en koor, een zogeheten doksaal. In Nederland zijn weinig doksalen bewaard gebleven.

Jan Kas
17 February 2018 14:21Gewijzigd op 16 November 2020 12:38
Cunerakerk Rhenen. beeld RD, Anton Dommerholt
Cunerakerk Rhenen. beeld RD, Anton Dommerholt

De Cunerakerk is weer klaar voor de toekomst, constateert Henk van Ginkel, voorzitter van het college van kerkrentmeesters van de protestantse gemeente, tevreden. Gelijktijdig met de restauratie van de uit 1531 stammende Cuneratoren is de afgelopen jaren ook het kerkgebouw onder handen genomen. „De kerk kan nu haar verschillende functies blijven uitoefenen”, zei Van Ginkel in december bij de officiële afronding.

Behalve voor de eredienst is de Cunerakerk, een rijksmonument, ook beter geschikt gemaakt voor allerlei activiteiten. De kerk kan worden gehuurd voor concerten, congressen, lezingen, exposities, bijeenkomsten en –vanwege de goede akoestiek– cd-opnamen. „Voorheen waren er te weinig facilitaire voorzieningen en de vaste banken voorin de kerk stonden soms in de weg.”

Multifunctioneel

Glas-in-loodramen werden gerestaureerd, dakleien en goten zijn vervangen, de vloer van de kerk is voor de veiligheid geëgaliseerd. Met het oog op het multifunctionele gebruik van de kerk is een aanbouw met toiletten gemaakt en een garderobe geplaatst. Bovendien heeft de kerk nu een keuken met balie. Enkele banken rond het liturgisch centrum zijn ingeruild voor stoelen. De karakteristieke notabelenbank is echter behouden.

Met de restauratie en de herinrichting was ruim 1,2 miljoen euro gemoeid. De protestantse gemeente verkreeg meer dan 800.000 euro uit subsidies en fondsen en van twee kringloopwinkels. De resterende 400.000 euro legde de kerk zelf bij.

Het restauratieplan van de kerkrentmeesters bestond uit drie onderdelen: restaureren, faciliteren en exploiteren. „Maar misschien is ”voortbestemmen” wel een beter en mooier woord. Wat we van onze voorvaderen gekregen hebben, gebruiken we en geven we weer door aan de komende generatie”, zegt Van Ginkel.

„Van herbestemmen, zoals tegenwoordig veel voorkomt, is gelukkig geen sprake. De Cunerakerk heeft nog steeds haar oorspronkelijke functie: de eredienst. We zijn bevoorrecht: iedere zondag zijn er vier diensten. Financieel is onze gemeente gezond. We hoeven geen kerk te sluiten of een predikantsplaats op te heffen.”

In de Cunerakerk, één van de twee kerkgebouwen van de protestantse gemeente Rhenen, komen twee wijkgemeenten samen: Rond de Cunerakerk (confessioneel, circa 1000 leden) en Bethel (Gereformeerde Bond, ongeveer 300 leden). Er zijn 470 zitplaatsen. Dat aantal kan worden uitgebreid tot maximaal 650.

In de periode 1400-1475 kreeg de Cunerakerk haar huidige vorm als hallenkerk. Van Ginkel: „Veel rampspoed heeft de kerk te verduren gehad: branden en oorlogsgeweld. Niettemin zijn waardevolle elementen behouden.” De kerkrentmeester noemt met trots allereerst het doksaal in renaissancestijl van rond 1550. „Veel doksalen zijn tijdens of na de Reformatie verloren gegaan. Alleen in de Sint Joriskerk in Amersfoort, de voormalige kloosterkerk in Ter Apel en onze kerk staat nog zo’n stenen koorafscheiding. Houten doksalen zijn aanwezig in Schoonhoven en het Friese Oosterend.”

Barmhartigheid

Op het Rhenense doksaal staan menselijke figuren die de levensfasen van de mens verbeelden. Ook zijn de zeven deugden van barmhartigheid afgebeeld. Andere bezienswaardigheden in de kerk zijn gebeeldhouwde koorbanken en bijbehorende sedilia (priesterzetels) uit 1570 in het koor, de preekstoel uit 1673 en oude borden met de Tien Geboden en de Apostolische Geloofsbelijdenis.

Rhenen dankt grote kerk aan pelgrims

Rhenen heeft de relatief grote Cunerakerk te danken aan haar reputatie als bedevaartsoord. Kerkrentmeester Van Ginkel: „De stad telde rond 1400 slechts enkele honderden inwoners. Die hadden de kerkbouw dus nooit kunnen bekostigen. Het waren de pelgrims die veel geld binnen brachten. Zij kwamen naar Rhenen om de relieken van de heilige Cunera te vereren.”

Nadat Hunnen Cunera op haar bedevaart naar Rome hadden overvallen, vond de Schotse prinses volgens een legende bescherming bij de heer van Rhenen. Met haar eigen halsdoek werd ze in 340 gedood door diens jaloerse echtgenote. De Utrechtse bisschop Willibrord gaf later de aanzet tot een Cuneracultus. Omdat ze gewurgd was en in een paardenstal was begraven, werd ze aangeroepen bij keelaandoeningen en veeziekten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer