Beide groepen zijn onmisbaar voor het aanjagen van de bouwproductie en voor de doorstroming op de woningmarkt. Maar bij gebrek aan een geschikt aanbod laten zij het massaal afweten, aldus de NVB. De vereniging baseert zich op een onderzoek naar de woonwensen van huizenkopers.

Minister Dekker van Volkshuisvesting wil naar een jaarlijkse productie van 80.000 woningen. Gemeenten en provincies krijgen meer regietaken. Volgens de NVB hebben deze ambities alleen kans van slagen als de programma’s beter aansluiten bij de woonwensen. Zoniet, dan dreigt verdere ontwrichting van de woningmarkt, zo waarschuwt de branchevereniging.

Vijftigers en zestigers willen bijvoorbeeld graag een gelijkvloerse woning met tuin. Dit soort woningen zijn schaars en worden niet of nauwelijks nieuw gebouwd. „Jonge senioren hebben het daarom zo langzamerhand opgegeven dat er voor hen nog wordt gebouwd en tonen inmiddels een sterk afnemende verhuisbehoefte”, aldus de NVB.

Hetzelfde beeld is te zien bij welvarende gezinnen, voor de doorstroming op de woningmarkt een onmisbare groep. Ook zij hebben een sterk verminderde behoefte om te verhuizen bij gebrek aan geschikte woningen. Deze groep wil graag naar een groene en kindvriendelijke omgeving, het liefst in een kleine en rustige gemeente. Onder invloed van het door overheden gevoerde ruimtelijke beleid zijn de landelijke woningbouwprogramma’s echter steeds vaker gericht op de bouw van appartementen op binnenstedelijke locaties, stelt de NVB.

Het is nog altijd zo dat de eerste voorkeur van de overgrote meerderheid van alle koperskandidaten uitgaat naar een eensgezinswoning met tuin, terwijl het accent steeds meer ligt op de bouw van appartementen. Volgens de branchevereniging zal deze onbalans tussen vraag en aanbod vroeg of laat leiden tot afzetproblemen, leegstand en bouwstagnatie.