Thomson, die in Albanië sneuvelde, kreeg door zijn dood grote bekendheid in Nederland. Zijn weduwe, Henriëtte Lambertina Thomson-Slotemaker, overleed in 1926 en werd begraven in Baarn. Dinsdag werd haar lichaam overgebracht naar Groningen en bijgezet in het graf van haar echtgenoot.

Thomson sneuvelde vlak voordat de Eerste Wereldoorlog op de Balkan uitbrak. Een kleine groep Nederlandse soldaten moest meehelpen bij het bewaren van de kwetsbare vrede in het gebied. Thomson trad daartoe zelfs in dienst van het Albanese leger. Met zijn landgenoten moest hij een gendarmerie op poten zetten. Hij werd uiteindelijk doodgeschoten bij gevechten rondom de stad Dürres en in 1914 onder grote belangstelling in Groningen begraven. Vorig jaar werd in Dürres een borstbeeld onthuld van de Nederlander, een kopie van zijn borstbeeld dat in Groningen staat.

De bijzetting van het lichaam van zijn echtgenote in zijn graf gebeurde op initiatief van de Thomson Foundation, die streeft naar een grotere bekendheid in Nederland van „den gevallen held Lodewijk Thomson.”